Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Grenzen

Dit blog is mogelijk het meest confronterende blog van de hele reeks, omdat het blootlegt wat ik heel moeilijk vind: mijn grenzen kennen en aangeven.

Door deze reis is het gebrek aan grenzen aangeven duidelijker geworden, maar eigenlijk was dit proces al gaande in mijn ruim twintig jaar durende relatie met mijn ex.

Zijn grenzeloosheid brak me op in onze relatie. Hij sloeg nooit eens op tafel met zijn vuist naar de kinderen toe of op zijn werk en ook niet in onze relatie. Hij bleef altijd een “ontzettend aardige man.” Zo iemand die eeuwig de brug wil zijn tussen twee partijen, nooit stelling neemt, iedereen ter wille wil zijn, diplomatiek, meebeweegt met iedereen, dus meerookt met een roker, bier drinkt als jij dat doet en vegetarisch is als er geen vlees wordt geserveerd. In de coronacrisis werden de verschillen tussen ons nog veel duidelijker en dat gaf de laatste zet om uit elkaar te gaan. We dienden elkaar niet meer en konden de ander niet geven wat hij nodig had.

In therapie hebben we hieraan geprobeerd te werken. Het lukte om heel lang mentaal contact met elkaar te houden. Op fysiek vlak gebeurde er al jaren niets meer behalve een knuffel of een korte zoen.

Wat me confronteerde was dat niet alleen mijn ex grenzeloos was in het niet aangeven van zíjn grens, maar dat ikzelf ook grenzeloos de ándere kant op was. Daar waar hij onzichtbaar was, was ik té zichtbaar met mijn fysieke aanwezigheid, mijn ongebreidelde energie, mijn inspiratie, mijn actiegerichtheid, mijn klussen en mijn bedrijf. Ik was geen moeder die kon láten, die kon wachten tot een van mijn zoons klaar was voor ’t opruimen van zijn kamer, of tot mijn ex ook wilde dat de buitenboel geschilderd werd. Dan was ik het al aan ’t doen. Ik kon (kan) moeilijk afstemmen, peilen of de ander ook wil wat ik wil, omdat het zoveel beter voelt om gelijk in actie te komen om dat wat ik wil te veranderen, te verbeteren, schoon te maken, te herstellen, op te ruimen…. Is dat een vorm van verslaving? Van directe behoeftebevrediging?

Zodra ik dingen zelf kon doen als kind, ben ik ze zelf gaan doen. Deels vanuit de overtuiging van de “controlfreak”: “Ik heb niemand nodig.” Ik ontdekte mijn eigen talenten en kwaliteiten, had heel veel inspiratie en fantasie en kwam daar ook heel ver mee buiten mijn gezin van oorsprong (waarin ik geboren ben). Ik bleek een talent op sportgebied, was heel goed in wis- en scheikunde en was een verbinder in de klas tussen leerkrachten en leerlingen.

Thuis moest ik echter flexibel zijn als buigend bamboe, omdat mijn zijn er niet toe deed. De anderen (vader, moeder, twee broers en één zus) waren beter in aandacht vragen en ik nam de rol van “pleaser” in, van de “helper holic” die daardoor heel veel waardering krijgt en weinig klappen. Ik zocht de beschutting op van mijn sport (hardlopen in de bossen), mijn zolderkamer, mijn ABBA-muziek en de boeken van de bibliotheek.

Mijn ouders hadden geen liefdevolle relatie, al vonden ze elkaar wel in de politiek, in de vrije opvoeding in de seksualiteit (bloot lopen thuis, naar ’t naaktstrand gaan, veel boeken over sexuele voorlichting), i n’t bewust omgaan met het milieu, vlees, tuinieren, buitenlandse medelanders en in de Lutherse kerk. Echt luisteren naar elkaar deden ze niet en wij kinderen leerden dat ook niet. Omgaan met frustraties, boosheid, onmacht en verdriet konden we hanteren als het buiten ons gezin lag, maar zodra het ín ons gezin plaatsvond werd het ruzie en verdween ik naar mijn kamer. Echt luisteren naar wat wij als kinderen wilden, naar onze behoeften, konden ze niet. Als ik daar nu over schrijf, kan ik die behoefte nog voelen. Hoe fijn het geweest zou zijn, als er af en toe om de beurt naar ons geluisterd zou zijn.

Als jongvolwassene zette ik die twee strategieën voort als “controlfreak” en “helperholic” en koos ik de partners uit om dit te kunnen herhalen, de werkomgevingen die me precies uitnodigden om dit wederom te versterken en kreeg ik drie zoons om nog verder in de actie te gaan door te klimmen in bomen en op klimmuren, buiten te spelen, jureren in de sport, zwemlessen te geven, avontuurlijke reizen te maken en heel veel te klussen.

Heb ik er goed aan gedaan? Ben ik niet al mijn hele leven over mijn grenzen aan het gaan? Is dit wat het leven heeft te doen met mij? Mij wakker laten worden door te realiseren dat wát ik altijd deed, grenzeloos gedrag was, en dat dat nu niet meer past bij mij? Maar hoé ga ik dat dan veranderen? Hoe voel ik wat ik écht wil? Hoe voél dat ik over mijn grens ga? En hoe kan ik dat vervolgens liefdevol leren aangeven?

Ik zal om te beginnen het kleine kind in mij dat toen niet is gehoord en gezien, zelf moeten horen en zien. Elke keer als dit gevoel getriggerd wordt door iemand en ik pijn voel, het serieus nemen, bewust zijn dat mijn kinddeel weer geraakt is en gaan onderzoeken of de mens die dit bij mij losmaakt (nog) bij me past of niet. Ik blijf deze mensen tegenkomen totdat dat niet meer nodig is en ik dichter bij mezelf kan blijven en voor dat kinddeel kan zorgen. 

In tweede instantie ga ik mezelf toestemming geven om niet meer in de over-actie te hoeven zitten. Ik mag ook nietsdoen. Ik hoef niet meer te bewijzen dat ik iets kan. Ik mag mijzelf waardevol weten, zonder dat de ander dat ook hoeft te weten of te zien. Ik mag mijzelf gaan omringen met vrienden die dat ook zien. Die mij op waarde schatten, die me de moeite waard vinden en met wie de vriendschap wederkerig is en in flow.

Hoe voél ik wat ik écht wil? Misschien is dat het overgeven aan ’t moment dat de actie bijna vanuit zichzelf ontstaat als ik mijn dag zo leeg mogelijk laat zijn. En dat is de afgelopen jaren heel moeilijk geweest met mijn volle agenda. Daarvoor is ruimte nodig, tijd, relatieve stilte, zijn, en niet in actie zijn.

Hoe voel ik dat ik over mijn grenzen heen ga? 

Dit kan ik ervaren als ik almaar doorga met actief zijn, met de blik op oneindig en ’t contact met m’n lijf verlies. Ik voel geen dorst, geen trek, ben bezig met wat de ánder mogelijk van mij vindt, raak geïrriteerd of boos, mijn adem zit hoger in mijn lijf en ik word onvoorzichtiger, mijn aandacht is er minder bij en ik maak (kleine) fouten.

Hoe ga ik mijn grens liefdevol aangeven? Door eerst te wachten in plaats van direct te reageren. Aan te geven dat ik er eerst even over na wil denken. Af te stemmen op zijn of haar behoefte en dan terug te geven wat ik hierin kan/wil of niet kan/wil.

Misschien mooi om hier over een half jaar op terug te komen in een nieuw blog of het thema grenzen leren kennen en aangeven dan nog steeds bij me speelt.

Meld je aan voor de nieuwsbrief