Op vrijdag 5 november zijn vijf Europarlementariërs, onder wie de Nederlander Robert Roos naar de rechter gestapt.
Sinds 1 november moeten bezoekers, medewerkers en politici de coronapas tonen als ze de vergaderpaleizen in Brussel en Straatsburg willen betreden. De vijf Europarlementariërs zijn fel tegen de verplichting. Ze zien de maatregel als een vorm van vaccinatiedwang. Iedere dag opnieuw een coronatest doen is volgens de politici namelijk onbegonnen werk.
Het Hof heeft bepaald, dat een negatieve zelftest voldoende is om de gebouwen van Europees Parlement te mogen betreden.
Hieronder treft u de vertaalde versie van de beslissing en argumentatie van het Hof aan. (De originele Franse versie vindt u hier.)
Datum van ontvangst : 5-11-2021
BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF
5 november 2021*
“Kort Geding- Artikel 157, lid 2, van het Reglement – Leden van
Europees Parlement
– 1031032-
In zaak T-710/21 R,
Robert Roos, wonende te Poortugaal (Nederland),
Anne-Sophie Pelletier, wonende te Elsene (België),
Francesca Donato, woonachtig in Palermo (Italië),
Virginie Joron, woonachtig in Dumingen (Frankrijk),
IC,
vertegenwoordigd door M.es P. de Bandt, R. Gherghinaru en L. Panepinto, advocaten, aanvragers,
tegen
Europees Parlement,
verweerder,
verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU om opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 27 oktober 2021 betreffende uitzonderlijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor de toegang tot de gebouwen van het Europees Parlement in zijn drie vergaderplaatsen,
DE PRESIDENT VAN HET HOF
verklaart hierbij dat dit
Beschikking
1. Voor een gedetailleerde beschrijving van de feiten van de zaak wordt verwezen naar het verzoek om niet-ontvankelijkverklaring, dat op 4 november 2021 ter griffie van het Gerecht is ingediend en waarin de verzoekers, Robert Roos, Anne-Sophie Pelletier, Francesca Donato, Virginie Joron en IC, vorderen dat de president van het Gerecht het besluit van het Bureau van het Europees Parlement schorst. Robert Roos, mesAnne-Sophie Pelletier, Francesca Donato, Virginie Joron en IC, vorderen dat de president van het Gerecht het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 27 oktober 2021 betreffende uitzonderlijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor de toegang tot de gebouwen van het Europees Parlement op zijn drie werklocaties, schorst.
2. In hun beroep tot nietigverklaring stellen verzoeksters onder meer dat het bestreden besluit hun ernstige en onherstelbare schade zou toebrengen, die met name, in geval van weigering om het digitale COVID-certificaat van de EU over te leggen of in geval hun certificaat (om technische of andere redenen) ongeldig zou worden bevonden, zou bestaan in een belemmering van de volledige en actieve uitoefening van hun mandaten.
3. Volgens vaste rechtspraak staat artikel 157, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht de rechter bij wie een prejudiciële vraag is gesteld, toe een voorlopige maatregel te nemen, wanneer een dergelijke handeling noodzakelijk is om de rechter in staat te stellen voldoende informatie te verkrijgen om te kunnen beslissen over een feitelijk en juridisch ingewikkelde situatie, het verzoek om herziening bij hem aanhangig is gemaakt, of wanneer het in het belang van een goede rechtsbedeling passend lijkt de status quo te handhaven totdat een beschikking is gegeven die een einde maakt aan de herzieningsprocedure (zie in die zin de beschikkingen van 20 juli 1988, Commissie/Italië, 194/88 R, EU:C:1988:417, punt 3; van 28 juni 1990, Commissie tegen Duitsland, C-195/90R, EU:C:1990:271, punt 20, en van 2 april 1993, CCE Vittel en CE Pierval tegen Commissie, T-12/93 R, EU:T:1993:35, punt 33). Bovendien kan een krachtens artikel 157, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering gegeven beschikking te allen tijde, zelfs ambtshalve, worden gewijzigd of ingetrokken.
4. In de huidige stand van het geding rechtvaardigen de in het verzoek in kort geding geformuleerde stellingen, gelet op de schending van de volledige en actieve uitoefening van de mandaten van verzoekers, in de veronderstelling dat zij gegrond zijn, de aanpassing van de status quo totdat de president van het Gerecht de argumenten van partijen nader heeft onderzocht.
5. In die omstandigheden lijkt het in het belang van een goede rechtsbedeling noodzakelijk om de uitvoering van het bestreden besluit op te schorten door de voorwaarden voor toegang van verzoekers tot de gebouwen van het Europees Parlement te beperken tot het vereiste van een negatieve zelftest. In geval van een positief resultaat moet deze test worden gevolgd door een PCR-test. In geval van een positief resultaat van deze eerste test kan het Europees Parlement verzoekers de toegang tot zijn gebouwen weigeren.
6. Overeenkomstig artikel 158, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering wordt de beslissing omtrent de kosten aangehouden.
Op deze gronden,
DE PRESIDENT VAN HET HOF
bestellingen:
* Het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 27 oktober 2021 betreffende uitzonderlijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor de toegang tot de gebouwen van het Europees Parlement op zijn drie werklocaties wordt opgeschort tot de datum van de beschikking tot beëindiging van de huidige referentieprocedure.
* Robert Roos, mesAnne-Sophie Pelletier, Francesca Donato, Virginie Joron en IC hebben toegang tot de gebouwen van het Europees Parlement op basis van een negatieve zelftest. In geval van een positief resultaat moet deze test worden gevolgd door een PCR-test. In geval van een positief resultaat van laatstgenoemde test kan het Europees Parlement verzoekers de toegang tot zijn gebouwen weigeren.
* De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.
Gedaan te Luxemburg, 5 november 2021.
De Griffier : E. Coulon
De voorzitter : De heer Van der Woude
* Procestaal: Frans.