Door Frank Stadermann, oud advocaat
Dit artikel verscheen eerder in Gezond Verstand Nr. 83 van 24 februari 2024
Het openbaar ministerie is onderdeel van de rechterlijke macht. Het is een corrupte organisatie geworden waar het niet meer om waarheidsvinding gaat, maar om het onderdrukken van kritische mensen. Het OM meet met twee maten. Men mag wel in het openbaar zeggen dat Baudet moet worden geliquideerd, maar een oproep van Van Meijeren om vreedzaam naar het parlement te trekken, is opruiing en wordt door het OM vervolgd. Coronacritici die demonstreren, worden vervolgd, maar lieden die demonstreren tegen de klimaatverandering en autosnelwegen blokkeren, worden ongemoeid gelaten. Rechters komen ook niet op tegen het excessief geweld dat er is gebruikt tegen demonstranten.
Niet alleen steunt de rechterlijke macht alle onrechtmatige coronawetgeving, maar legt die wetgeving ook nog eens – geforceerd – gunstig uit voor de overheid. Neem de avondklok waarover de civiele rechter uitspraken heeft moeten doen. Het was tijdens de avondklok verboden te verblijven “in de openlucht”. Mensen die in hun auto reden met de ramen dicht bevonden zich niet in de openlucht. Door mensen dan toch te veroordelen, maakten de kantonrechters zichzelf ongeloofwaardig. Overtreders van de avondklok die dit bij de kantonrechter aanvoerden, kregen wel een boete. Maar die boete werd dan zo laag vastgesteld dat de overtreders niet in hoger beroep konden gaan. En kantonrechters weigerden hun uitspraak schriftelijk te motiveren, hoewel ze daartoe, indien gevraagd, wel verplicht zijn. Bij deze gang van zaken hebben kantonrechters met hun veroordelingen wegens overtreding van de avondklok massaal het recht verkracht.
Toen de staat op 16 februari 2021 de zaak van de avondklok, aangespannen door Viruswaarheid, had verloren, heeft het gerechtshof zich onder druk laten zetten door het kabinet om nog dezelfde dag in hoger beroep de zaak te behandelen. Dat beroep is behandeld met de snelheid van het licht. Zoiets was nog nooit vertoond. Dezelfde dag nog schortte het hof de onmiddellijke werking van het vonnis op. Op 26 februari 2021 deed het Hof uitspraak over de zaak zelf; het vonnis van de rechtbank werd vernietigd. Ook hier boog de rechter voor de regering.
Nadat het gerechtshof alsnog de staat in de avondklok in het gelijk had gesteld, ging Viruswaarheid in cassatie bij de Hoge Raad (onze Supreme Court). Maar de Hoge Raad toetst beperkt. De Hoge Raad kijkt alleen of het recht is geschonden, kijkt dus niet naar de feiten, geeft dus ook niet aan hoe de feiten moeten worden gewaardeerd. Bij de avondklok ging het om de vraag of er reden was voor een avondklok. Daar ging het dus om een waardering van feiten. Veel juristen zullen zeggen dat de avondklokzaak in cassatie kansloos was, dat Viruswaarheid zich de moeite had kunnen besparen, maar dat is onjuist. Want de Hoge Raad kan ook ingrijpen als de feiten geweld wordt aangedaan zoals hier was gebeurd. De Hoge Raad weigerde zich inhoudelijk in de zaak te verdiepen, hoewel glashelder was dat er geen wetenschappelijke basis voor de avondklok was. Juridisch een verdedigbare benadering, maar uiterst laf. De Hoge Raad volgde slaafs de overheid.
Hieruit mag men concluderen dat de Nederlandse rechterlijke macht gecorrumpeerd is, omdat die wordt aangestuurd door de overheid . Dit mag worden vergeleken met de situatie in 1940-45. Toen Nederland door Duitsland bezet was gedurende de Tweede Wereldoorlog bepaalde de Hoge Raad dat de Verordnungen van de Duitse bezetter rechtskracht hadden. Nu hebben onze rechters precies hetzelfde gedaan met de onrechtmatige wetten inzake corona. De Duitse verordeningen werden over het algemeen door de Nederlandse rechters goed nageleefd. Veel rechters kozen bij hun vonnissen voor de zogenaamde openbare orde, niet voor de grondrechten en de vrijheid van de Nederlandse burgers. Nederlanders die handelden in strijd met de Duitse verordeningen, werden veroordeeld door Nederlandse strafrechters. Zo zijn er heel wat Nederlanders omgekomen in Duitse kampen nadat ze door Nederlandse rechters daarheen waren gezonden.
Er waren zeker moedige rechters die in opstand kwamen. Het kostte sommigen van hen het leven. Maar de rechterlijke macht heeft de afbraak van de rechtsstaat en de grondrechten in de jaren 1940-1945 laten gebeuren, zij heeft de bezetter geen strobreed in de weg gelegd.
“Toen hebben we het verkeerd gedaan, dat nooit meer” zegt de rechterlijke macht nu over die periode. De rechters behandelden hun zaken met een verkokerde blik. Ze pasten de Duitse verordeningen toe zonder zich erom te bekommeren of ze daarmee de bezetter een dienst bewezen. Raadsheer bij de Hoge Raad Ybo Buruma zegt over zijn vroegere collega’s: “Zij probeerden zo gewoon mogelijk recht te spreken, alsof de omgeving er niet toe deed. Dat is tragisch.”
Het lijkt erop dat de rechters-van-vandaag op hun beurt niet snappen dat zíj nu rechtspreken alsof de omgeving er niet toe doet.
Die indruk wordt versterkt door uitspraken van twee vooraanstaande oud-rechters. Voormalig lid van de Hoge Raad mr. Fred Hammerstein waarschuwde in NRC Handelsblad voor “de opportunistische populisten die tegen de coronamaatregelen van de overheid protesteren en de rechtsstaat in gevaar brengen”. En oud-vicepresident van de Hoge Raad mr. Ernst Numann verkondigde in het blad Benjamin dat mensen die nu voor de grondrechten opkomen, “misdadig” bezig zijn.
Geen kritisch woord dus over de aantastingen van de grondrechten als gevolg van de coronamaatregelen en geen enkel begrip voor hen die daar tegen protesteren. Blindheid voor de talloze ondernemers die bezig zijn failliet te gaan en voor de enorme verarming die dat voor ons land gaat inhouden. Als de rechters nu wederom bij het schrijven van hun vonnissen blijven doen alsof de omgeving er niet toe doet, dan gaat de geschiedenis zich herhalen. Dan is de zinsnede van de rechterlijke macht “Toen hebben we het verkeerd gedaan, dat nooit meer” niets meer dan een holle frase.
De rechterlijke macht heeft nu nog alle ruimte om in te grijpen in dit grote en gevaarlijke machiavellistische ‘spel’.
Er zijn tientallen foute uitspraken gedaan met betrekking tot de coronamaatregelen. Zo oordeelden de Rechtbank en het Gerechtshof van Den Haag dat de mondkapjesplicht niet in strijd was met onze grondrechten. Dat was een noodzakelijke en proportionele maatregel, vond men. De Rechtbank Utrecht achtte het toegestaan dat ouders die hun kind bij de zwemles begeleidden, een QR-code moesten kunnen tonen.
De Rechtbank Den Haag en het Gerechtshof uit die plaats keurden ook het verplicht ondergaan van een PCR-test goed.
Talloos zijn de uitspraken waarbij mensen werden veroordeeld door de strafrechter, omdat zij ter plaatste niet mochten demonstreren nadat burgemeesters noodbevelen hadden uitgevaardigd alsof het warme broodjes waren. Er vond geen enkele kritische toetsing door de rechters plaats. Dat Viruswaarheid in kort geding zonder succes heeft geprobeerd om bij de rechter een demonstratieverbod opgeheven te krijgen, is genoegzaam bekend.
Ook over vaccinaties had de rechterlijke macht een – onjuist – oordeel. Een 12-jarige jongen wilde zich laten prikken tegen COVID-19, zijn moeder wilde dat ook. Maar de vader weigerde toestemming te geven. De Rechtbank Groningen verwierp de bezwaren van de vader tegen vaccinatie. De rechter achtte de vaccinatie van zwaarwegend belang voor de jongen. Er was geen reden om te vrezen voor de door vader benoemde risico’s op de lange termijn. Op basis van de (op dat moment) geldende wetenschappelijke inzichten zouden er geen denkbare risico’s op lange termijn zijn die overeenkomen met de door vader ervaren zorgen, aldus de rechter. Zou de rechter er nu nog zo over denken? Eerlijk gezegd vrees ik van wel. Ik heb niet de indruk dat nu eindelijk tot de rechterlijke macht is doorgedrongen wat de prikken werkelijk met ons lichaam doen.
Van personeel in de zorg mocht geëist worden dat men zich liet vaccineren. Dat het niet-voldoen aan die eis, leidde tot ontslag, was voor de rechterlijke macht geen bezwaar. En er zijn – met rechterlijke goedkeuring achteraf – diverse werknemers ontslagen die zich kritisch uitlieten over vaccinaties en andere coronamaatregelen.
Verdragen op het gebied van mensenrechten geven de rechters weliswaar de mogelijkheid die wetten buiten werking te stellen, maar die mogelijkheid benutten ze niet.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er allerlei verdragen tussen landen gesloten ter waarborging van onze grondrechten. Wetten mogen niet aan de grondwet worden getoetst, maar wel aan verdragen. Het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens (EVRM) is daar één van. De rechters hadden heel makkelijk de coronawetgeving kunnen toetsen aan het EVRM of andere verdragen. Maar dat weigerden zij te doen.
De rechterlijke macht heeft dus niet gedaan wat zij behoort te doen: de vrijheidsrechten van de burgers beschermen. De rechterlijke macht is zo langzamerhand rot tot op het bot.