Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Het inherente bedrog van de moderne geneeskunde

Door Paul Frijters, Gigi Foster en Michael Bakker

Het originele Engelstalige artikel vindt u hier.

In een eerder stuk hebben we uitgelegd waarom de academische wereld zich aangetrokken voelt tot het fascisme, en hoe deze aantrekkingskracht zoveel “deskundigen” binnen de academische sector ertoe bracht mee te gaan in het narratief van covidbeheersing. Nu richten we onze blik op de medische industrie en de mentaliteit van de mensen wier belangen zij dient.

Stel dat een gevestigde arts eerlijk gaat nadenken over haar lange carrière. In die carrière zal zij duizenden patiënten advies en recepten hebben verstrekt, en onvermijdelijk zal zij enkele fouten hebben gemaakt die grote gevolgen hadden.

Misschien werd een patiënt gek door te veel schildkliermedicatie die de arts verzuimde terug te draaien voordat het te laat was. Een ander stierf omdat ze een zich ontwikkelende kanker verwarde met een goedaardig lipoom (een onderhuidse vetknobbel). Weer een ander stierf na complicaties door onnodige onderzoeken die ze voorschreef om de drammerige patiënt tevreden te houden.

Twee werden blijvend invalide doordat ze pillen voorgeschreven kregen die ze niet echt nodig hadden en die ernstige bijwerkingen hadden. Vier raakten verslaafd aan de opiaten die ze voorschreef voor hun milde depressie en verloren uiteindelijk hun baan en hun huwelijk. Tien anderen werden extreem angstig nadat ze “volledig geïnformeerd” waren over alle exotische ziekten die ze zouden kunnen hebben.

De redenen voor haar fouten door de jaren heen, zo zou deze eerlijke arts mijmeren, varieerden. Soms was ze te moe om oplettend te zijn. Soms leefde ze te veel mee met een neurotische patiënt en zwichtte ze om het onnodige medicijn voor te schrijven waar ze om vroeg. Soms nam ze haar eed van “geïnformeerde toestemming” te serieus. Soms wist ze niet wat ze moest doen, omdat ze  de nieuwste wetenschappelijke inzichten op een bepaald gebied niet echt had bijgehouden, en dus een gok nam die fout bleek te zijn. Soms deed ze geen moeite voor een patiënt, omdat ze een te grote hekel aan hem had. Kortom: ze was een normaal, feilbaar mens. Soms had ze gewoon pech.

Wat zouden de families van de patiënten die door haar fouten zijn getroffen, en de advocatuur, met zo’n eerlijke arts doen als zij haar overpeinzingen zou delen?

Ze zouden haar voor de wolven gooien.

Ze zou ten gevolge van processen voor medische nalatigheid failliet gaan. Ze zou haar artsenlicentie verliezen, haar maatschappelijke positie, en waarschijnlijk haar vrijheid. Haar leven zou voorbij zijn, zelfs als haar foutenpercentage per patiënt niet hoger was dan dat van de gemiddelde arts. Verwijzen naar de vele levens die gered zijn door haar vele goede beslissingen zou niet resulteren in barmhartigheid. Toegeven dat ze dodelijke fouten had gemaakt zou hoe dan ook tot veroordeling leiden.

Daarom moet ze liegen. Ze moet doen alsof ze nooit fouten heeft gemaakt in haar beroepsleven, dat ze altijd op de hoogte was van alle nieuwe wetenschappelijke inzichten op elk gebied, en haar uiterste best deed in elk van al haar 10 minuten durende consulten.

De straf voor het toegeven van menselijke fouten maakt het haar onmogelijk om eerlijk te zijn. Wij, als samenleving, dringen haar deze oneerlijkheid op. De Amerikaanse wetten inzake medische nalatigheid en aansprakelijkheid veronderstellen een mate van volmaaktheid van haar en van haar geneeskunst die onrealistisch is, en dus zijn die wetten zelf bedrieglijk.

Wat voor de arts geldt, geldt ook voor het ziekenhuis, het verpleeghuis, de specialist, de verpleegster en de vertegenwoordiger van de farmaceutische industrie: de eigen menselijkheid erkennen en dus de vele dodelijke fouten die zij regelmatig maken, is uitgesloten. Ze moeten voortdurend liegen over hun fouten om te behouden wat wordt beschouwd als een normaal leven.Dit was al zo lang voordat covid zich aandiende.

Collectief liegen verstikt de wetenschap

Dit probleem wordt in de literatuur al tientallen jaren onderkend. In een overzichtsartikel uit 2001 werd geschat dat 6% van de Amerikaanse “sterfgevallen bij patiënten die actieve zorg ontvingen … waarschijnlijk of zeker te voorkomen waren”. In een rapport dat het jaar ervoor was gepubliceerd met de toepasselijke titel “To Err is Human” [Fouten Maken is Menselijk, red.], werd geschat dat medische fouten de 5e belangrijkste doodsoorzaak waren. Toch worden medische fouten bij ons weten in geen enkel land in de sterftestatistieken, die door nationale bureaus voor de statistiek worden vrijgegeven (bv. door het Australische ABS), genoemd als oorzaak van de dood van mensen. Dit betekent botweg dat het hele systeem waarmee we in de moderne tijd de doodsoorzaak meten, gebreken vertoont.

Als gevolg van deze vette leugen die in onze medische meetsystemen besloten ligt, is het in feite onmogelijk het medische systeem aan te passen om fouten op een kosteneffectieve manier te voorkomen. Als niemand zijn fouten kan toegeven, wordt het onmogelijk om te evalueren hoe een bepaalde verandering (bv. in procedures of protocollen van artsen) de zaken heeft “verbeterd”. Er werden immers geen fouten gemaakt, dus is er geen verbetering mogelijk!

Zo wordt men gedwongen in het duister te tasten naar mogelijke verbeteringen, in plaats van wetenschappelijke studies uit te voeren. Op deze manier wordt het onderzoek naar de medische praktijk, door de schijn van Geen Medische-Fouten, ironisch genoeg  per definitie een onwetenschappelijke studie. Gegevens over door het systeem geproduceerde sterfgevallen moeten worden vervalst, op straffe van de vernietiging van iemands financiële en maatschappelijke leven .

Belemmeringen voor het concept van de enige oplossing

De vele beraadslagingen over dit probleem in medische kringen hebben verschillende geïmproviseerde processen opgeleverd om de ergste excessen uit te sluiten, zoals het houden van eerlijkheidssessies in ziekenhuizen waar medici die bij een zaak betrokken zijn, kunnen bespreken wat er is gebeurd in de aanloop naar een sterfgeval en wat er in de toekomst kan worden verbeterd. Ondanks dit goede werk op lokaal niveau is er geen duidelijke algemene oplossing, omdat niemand het zich persoonlijk of professioneel kan veroorloven om medische fouten officieel te laten registreren.

De enige echte systeembrede oplossing is dat de samenleving openlijk genoegen neemt met het idee dat mensen komen te overlijden door fouten, wat gemakzucht, misplaatste empathie, een normaal in plaats van bovenmenselijk intelligentieniveau en andere facetten van de menselijke staat. Om grootschalig bedrog te voorkomen, zou de samenleving moeten leren accepteren dat er af en toe sprake is van “grove medische nalatigheid” waarvoor geen enkele persoon de prijs betaalt.

Waarom is die oplossing zo onmogelijk? Waarom staat geen enkele maatschappij die wij kennen  “gemiddelde intelligentie” openlijk toe als een geldig excuus voor het overlijden van iemand als gevolg van slechte medische beoordelingen? Waarom erkennen samenlevingen niet dat “gebrek aan concentratie” en “irritatie over anderen” volkomen normale redenen zijn om af en toe een fout te maken die, in het geval van medische professionals, tot dodelijke slachtoffers kan leiden? Waarom wordt eerlijkheid zo zwaar bestraft?

Het standaardexcuus om de leugen “Geen-Medische-Fouten”te handhaven, is dat het bestraffen van onverholen fouten een middel is om medici te dwingen op te letten en niet gemakzuchtig of ongeconcentreerd te zijn. Dat stimulerende effect levert iets goeds op, maar menselijke feilbaarheid kan niet worden weggewuifd.

Een minder aanvaardbare reden voor het volhouden van de leugen is dat de schijn van perfecte geneeskunde de basis vormt van een goed bedrijfsmodel voor zowel de medische wereld, die dan de “wij zijn Übermensch”-kaart kan spelen, als de juridische wereld, die vervolgens geld verdient aan de mismatch tussen de onvolmaakte werkelijkheid en het Geen-Medische-Fouten-imago.

Een andere reden, die evenmin verband houdt met iets productiefs, is dat de algemene bevolking vatbaar is voor de mythe dat zij voor altijd in goede gezondheid zal leven als zij maar genoeg geld ophoest. We geloven allemaal graag dat we eeuwig zullen leven en dat elk gezondheidsprobleem kan worden opgelost. We geloven ook graag dat als we lijden door de fouten van anderen, het niet door pech komt, maar dat dit het gevolg  moet zijn van  kwaad dat gestraft moet worden. De verleidelijke eenvoud van het paradigma “goed versus kwaad” sluit elke rol voor menselijke zwakheden uit.

We willen niet horen dat de gemakzucht van anderen ons het leven kan kosten en dat onze families dat maar moeten accepteren, want een beetje gemakzucht is onvermijdelijk. We willen niet horen dat ons gezeur ertoe kan leiden dat artsen ons pillen geven die slecht voor ons zijn. Dus horen we deze dingen niet, omdat artsen het ons niet vertellen.

Kortom, we willen voorgelogen worden, en gemiddeld genomen zijn we niet volwassen genoeg om de beperkingen van onszelf of van degenen op wie we vertrouwen te horen. Politici, advocaten en gezondheidsdiensten zijn hier in de loop der tijd achtergekomen, en spelen tegenwoordig gewoon in op onze behoefte om voorgelogen te worden.

In het licht van deze wijdverbreide leugenachtigheid mag het geen verrassing zijn dat hordes artsen en gezondheidsmanagers in het covidtijdperk glashard logen. Waarom reageer je zo verbijsterd dat ze de negatieve effecten van vaccins verbergen en het nut van lockdowns en maskers overdrijven? In welk opzicht dan ook verschillen deze leugens van de leugens die ‘wij’ hen in voorgaande decennia hebben opgedrongen? Inderdaad, we hebben gekregen wat we van hen eisten, in overvloed.

Kan het leven te goed zijn?

Geldt dat nu ook voor andere sectoren, en komen de leugens nu vaker voor dan pakweg 100 jaar geleden?

Over de recente aard van geïnstitutionaliseerd liegen, wordt in een online artikel waarin de wetgeving inzake medische nalatigheid in de Anglo-Saxische wereld wordt besproken, opgemerkt dat “vorderingen tot schadevergoeding wegens medische nalatigheid tegen artsen en andere beroepsbeoefenaren vóór de 20e eeuw zeer zeldzaam waren. Door verschillende ontwikkelingen en belangrijke zaken in de wet, ontwikkelden claims voor medische nalatigheid en wetgeving voor letselschade door medische nalatigheid, zich tot de wetten die nu bestaan.” Met andere woorden, de druk om te liegen als gevolg van onze wetten, en in het bijzonder onze wetten betreffende nalatigheid, is de afgelopen 100 jaar toegenomen.

Hoe zit het met andere sectoren? Zou een moderne autofabrikant eerlijk kunnen zijn over zijn rol in onvolkomenheden die tot dodelijke ongevallen hebben geleid? Kan een professionele accountant vandaag de dag bekennen dat hij een fout heeft gemaakt in de jaarrekeningen van een bedrijf dat vervolgens tot een faillissement heeft geleid? Zou een moderne boer kunnen bekennen dat hij per ongeluk te veel insecticide heeft gebruikt dat vervolgens een dodelijke allergische reactie bij de consument heeft veroorzaakt? Kan een visser bekennen dat hij een beschermde diersoort heeft gevangen?

De antwoorden variëren van “echt niet” tot “zeer onverstandig”. Net als bij de geneeskunde komt de reden voor de instinctieve onderdrukking van de waarheid in elk geval neer op de dreiging van rechtszaken en de algemene verzameling van mythen die door de maatschappij worden verspreid: mythen van perfect professioneel advies, perfecte machines en perfect voedsel. Fouten toegeven is gewoon te duur. ‘Caveat emptor’ (de koper zij waakzaam!) is uit de cultuur verdwenen.

Waarom de verandering?

In de VS kan men de juridische beroepsgroep de schuld geven, maar dat zou hetzelfde zijn als de kat de schuld te geven van het opeten van het spek dat buiten de koelkast is achtergelaten. Landen zonder grote aantallen juristen, zoals Japan en Zuid-Korea, hebben voor zover bekend ook geen categorie “medische fouten” in hun meldingen van doodsoorzaken. De reden moet dus meer algemeen zijn, gerelateerd aan de gemeenschappelijke menselijke staat in de moderne tijd.

Wij vermoeden dat de verandering uiteindelijk het gevolg is van het feit dat de bevolking eraan gewend is geraakt dat zoveel goed werkt. Gebrekkige auto’s komen nog zelden voor. Het meeste voedsel is uiterst veilig. Professioneel advies is zo vaak juist. Etcetera. Als we 99 procent van de tijd topkwaliteit ervaren, dan is het niet meer dan menselijk om onze ogen te sluiten voor de onmogelijkheid om dingen 100 procent goed te krijgen en ons te laten meeslepen door de kalmerende fantasie van perfectie. “Verdienen we geen perfectie?” Waarom “met iets minder instemmen?” De marketingtekst schrijft zichzelf.

De perfectiemythe is zo aantrekkelijk dat er op den duur onvermijdelijk groepen ontstaan die deze mythe doordrukken om geld te verdienen of om onze sympathie te winnen. Advocaten en politici hebben dat gedaan.

In dit licht bezien was een deel van de aanloop naar de grote covidpaniek en de gevolgen daarvan het toegeven dat imperfectie uit onze cultuur is verdwenen. Het leven is te goed. Fouten of zelfs overdreven claims van effectiviteit toegeven, is gewoon not done. Het wordt op zijn minst gezien als een zwakte, en op zijn slechtst als een wettelijke aansprakelijkheid.

Wie is verantwoordelijk voor die cultuur? De individuele pushers van de mythe, of de bevolking, of zelfs de menselijke aard? Moeten we Obama verwijten dat hij de onmogelijke belofte deed dat “Yes we can”  armoede en honger in de wereld uitroeien, of moeten we de miljoenen enthousiaste kiezers verwijten die in recordaantallen naar de stembus gingen om zo’n belachelijke belofte te belonen? Moeten we Trump verwijten dat hij “America great again” [Amerika weer groot maken, red.] of “draining the swamp” [het moeras droogleggen, red.] niet heeft waargemaakt, of moeten we de miljoenen die dachten dat hij deze dingen ging doen en hem beloonden voor zijn marketingslogans, de schuld geven?

Waar de waarheid te zoeken

Het antwoord ligt voor de hand en kijkt de meesten van ons in de spiegel aan. Het is een deprimerend antwoord, maar niet zo deprimerend als het antwoord op de vraag of we tijdens ons leven waarschijnlijk significante veranderingen zullen zien. Want onder welke omstandigheden zullen we in de toekomst echt volwassener worden, onze kinderen opvoeden met een diep besef van menselijke onvolkomenheden en de noodzaak om dodelijke fouten te tolereren als gewoon “een van die dingen”? Alleen de ervaring van pijn op grote schaal lijkt onze cultuur te kunnen veranderen in een cultuur met een gezonde tolerantie voor fouten die elk jaar een flink aantal van ons het leven kosten.

Door de geschiedenis en de culturen heen zien we voorbeelden van een gezondere houding ten opzichte van menselijke fouten na recente ervaringen van ellende, slavernij, geweld of een andere bron van grote risico’s voor het leven. De “maak je geen zorgen, wees blij”-houding van de Caraïben kwam voort uit een geschiedenis van pijn en verlies in verband met de koloniale slavernij.

De onvoorwaardelijke aanvaarding van menselijke zwakheden in het christendom ontstond in een tijd van veel geweld tegen christenen en anderen in het Romeinse Rijk (het was een ruwe tijd). Verscheidene Latijns-Amerikaanse culturen in de VS leren tegenwoordig een ontspannen “Que sera, sera”-houding aan ten opzichte van het leven met al zijn ups en downs, een houding die wellicht groeide na generatielange ervaringen met  immigratie, gevaar en verlies.

De dominante westerse cultuur van de moderne tijd zal haar ingebakken bedrieglijkheid niet loslaten zonder eerst een nare en langdurige transformatie te ondergaan, waarin we er acuut aan herinnerd worden dat het leven riskant is en de mens onvolmaakt. Het is denkbaar dat bijwerkingen op lange termijn van de covidvaccins ons daaraan zullen helpen herinneren. Het beste waar we op de langere termijn op kunnen hopen is dat onze instellingen zo worden vormgegeven dat de bevolking geleidelijk aan leert wennen aan menselijke beperkingen.

Om te ontsnappen aan de zee van leugens waarin we ons nu bevinden, zijn eilandjes van waarheidsvinding en waarheidsverkondiging als eerste stap nodig. Universiteiten waren vroeger zulke eilandjes van toewijding aan de waarheid, maar de universiteiten van vandaag zijn in beslag genomen door de bedrieglijke industrie. We hebben nieuwe universiteiten nodig waar studenten zich niet kunnen verbergen voor de realiteit van feilbaarheid en de immense kosten van de schijn van het tegendeel.

In de tussentijd moeten we beter luisteren naar degenen in onze samenleving die erin geslaagd zijn zich comfortabel te blijven voelen bij de feilbare staat van de mensheid. Que sera, sera.

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief