Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Inspectiedienst IGJ als handhaver coronabeleid van VWS

Door de Spoedwet kregen de inspectiediensten een handhavende functie van het coronabeleid van VWS.

Door Cees van den Bos

Dit artikel is integraal overgenomen van Bomen & Bos Substack

“Duidelijk, onafhankelijk en eerlijk”, staat in de aftiteling van vrijwel alle e-mails afkomstig van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

In de kwestie van het voorschrijven van off-label medicatie stond de inspectiedienst het voorschrijven van Remdesivir wel toe, maar dat van Hydroxychloroquine (HCQ) niet. Van beide middelen was de werking op dat moment nog niet aangetoond. Het dure en patenthoudende Remdesivir werd echter wel toegestaan en dat van het goedkope en patentvrije HCQ niet. Bovendien was HCQ ruimschoots beschikbaar. Ambtenaren onderkennen hierin het politieke spel.

De IGJ was dus niet duidelijk.

Artsen die off-label HCQ voorschreven, zich kritisch uitlieten ten aanzien van het gevoerde coronabeleid of hun patiënten een informed-consentformulier lieten tekenen als voorwaarde voor het toedienen van het coronavaccin, werden onderzocht en vervolgd door de IGJ. Dit gebeurde in sommige gevallen onder directe aansturing van ministers Hugo de Jonge, Martin van Rijn en Tamara van Ark. De IGJ kreeg zelfs door middel van de Tijdelijke Wet Maatregelen (TWM) het mandaat om handhavend op te treden in zaken die de opgelegde coronamaatregelen aangingen.

De IGJ trad op als de verlengde arm van de minister van VWS en was daarmee niet onafhankelijk.

De IGJ had zitting in de clandestien opererende Denktank Desinformatie. Het genootschap dat werd opgericht als onderdeel van de Vaccinatiealliantie. De denktank viel onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en bestond uit een zeer divers pluimage van experts. Medische expertise was hierbij opvallend ondervertegenwoordigd. De denktank bestond naast afgevaardigden van grote techbedrijven hoofdzakelijk uit filosofen, psychologen, communicatiewetenschappers, ambtenaren en gedragswetenschappers. Desinformatie werd beschouwd als informatie die de vaccinatiebereidheid bedreigde, en ook hier werkte de IGJ aan mee.

De handelswijze van de IGJ was niet eerlijk.

Handhavingsbevoegdheid voor IGJ door TWM

De IGJ is vanaf het eerste uur betrokken bij de crisisbesturing die in Nederland onder de verantwoordelijkheid van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) valt. Uit vroege notulen van het dagelijkse Afstemmingoverleg (ofwel MBTCb) valt op te maken dat men kort na het uitbreken van de pandemie het mandaat van de IGJ door middel van een spoedwet wilde bekrachtigen. Om malafide aanbieders van coronatests aan te pakken, stond de inspectie in contact met de Politie en de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD).

 

Klik op een afbeelding om deze te vergroten

De TWM ofwel spoedwet wordt in 2020 voorbereid en in de herfst van dat jaar bekrachtigd. Begin 2021 blijkt dat met de TWM de handhavingsbevoegdheid is verschoven van de veiligheidsregio’s naar de burgemeesters en de minister van VWS. Hiermee is de handhavende macht als het gaat om de coronamaatregelen gecentraliseerd naar het ministerie. Uit een verslag van het directeurenoverleg COVID-19 blijkt dat de toezichthouders zelf de handhavende functie niet als hun primaire taak zien.

Er wordt een rapportage-hiërarchie opgezet waarbij de inspectiedienst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) rapporteert aan de IGJ waar het om de zorgsector gaat. De IGJ rapporteert rechtstreeks aan de NCTV en aan VWS.

Op 22 april 2021 verschijnt een Openingsplan van het ministerie van VWS. In het document spreekt men van een ‘aanvullende toezichtrol’ van de inspecties. De toezichthouders worden geacht te rapporteren aan de NCTV over de naleving van de maatregelen en de opgevangen signalen. Reguliere overleggen tussen de inspecties en de NCTV en VWS worden geformaliseerd en de inspecties nemen deel aan het veiligheidsberaad. De IGJ wordt geacht vierwekelijks te rapporteren over meldingen in de zorgsector.

Onafhankelijkheid inspecties in het geding

In het hiervoor genoemde Openingsplan wordt verwezen naar een Nota Bestuursrechtelijke toezicht en handhaving onder de TWM. Deze nota is geopenbaard als gevolg van een WOB-verzoek.

Men acht het noodzakelijk dat er toezicht op en handhaving van de maatregelen waar de minister van VWS voor verantwoordelijk is, kan plaatsvinden door de inspecties. De TWM voorziet in twee gemandateerde inspecties (IGJ en NVWA), maar de minister kan hier naar eigen inzicht andere inspecties aan toevoegen.

In de nota wordt verder toegelicht hoe ver de mandaten van de inspecties reiken. Zo wordt de IGJ ook verantwoordelijk gemaakt voor toezicht op de teststraten. Alle inspecties zien toe op vermeende overtredingen van coronamaatregelen.

Uit een mailwisseling binnen het ministerie van VWS blijkt dat de verhouding tussen de inspecties en de departementen een gevoelig punt blijft. Het proces om tot overeenstemming te komen over de rol van de inspecties blijkt moeizaam te zijn verlopen. De inspecties zijn van mening dat er te veel op hun onafhankelijke rol wordt gedrukt.

Men komt overeen om de rol van de inspecties beperkt te houden. Wanneer men meer van de inspecties zou vragen, wordt dit punt politiek.

De IGJ krijgt een spilfunctie voor de handhaving van verschillende coronaregels. Nadat de coronacheck-app is geïntroduceerd, moet er toezicht worden gehouden op eventueel misbruik. Hiervoor richt de IGJ in opdracht van de minister een centraal meldpunt in waarbij toezicht binnen de zorgsector voor rekening van de IGJ komt. Alle overige meldingen speelt de IGJ door aan andere toezichthouders of aan het Openbaar Ministerie (OM).

Met de quarantaineplicht in voorbereiding wordt ook nagedacht om de IGJ als handhavende instantie te laten optreden voor ‘toezicht achter de voordeur’. De inspectie zag dit zelf niet zo zitten. Of dit idee ook zo is geïmplementeerd, is niet bekend. De intentie is er in ieder geval geweest.

Omdat de IGJ toch al binnen rondloopt, kan zij een oogje in het zeil houden of de coronamaatregelen wel worden nageleefd.

De facto vielen de inspecties, waaronder de IGJ, al onder directe aansturing van de minister van VWS. Zoals later zal blijken, heeft dit tot zeer opmerkelijke situaties geleid waarin ministers Hugo de Jonge en Martin van Rijn de IGJ rechtstreeks opdrachten verstrekten in hun handhavende taak.

In een eerder verschenen artikel op het online platform Follow The Money is een aantal misstanden binnen de inspectie onthuld die in de coronacrisis ook tot uiting zijn gekomen.

Ministers sturen IGJ aan in kwestie HCQ

HCQ is direct aan het begin van de coronacrisis een politiek gevoelig punt. Het off-label voorschrijven van het 70 jaar oude middel tegen reuma wordt direct aan banden gelegd door de inspectie. Dit controversiële besluit deed veel stof opwaaien omdat er geen alternatief voorhanden was, en het veel duurdere middel Remdesivir wel werd toegelaten voor off-label gebruik. Remdesivir bleek onvoldoende geneeskrachtige werking te hebben, maar wel veel bijwerkingen te veroorzaken en werd na een halfjaar afgeraden door de WHO.

Opvallend in deze kwestie is de toewijding van de ministers Hugo de Jonge en Martin van Rijn in de strijd tegen het patentvrije middel HCQ. Huisarts Rob Elens maakte gewag van de mogelijke werking van het medicijn, mits het werd toegepast in de vroege fase van de ziekte en in combinatie met zink en een antibioticum.

Op 14 april bleken er al drie meldingen te zijn binnengekomen bij de IGJ, waarvan één door een collega huisarts. Zo blijkt uit een mailwisseling waarvan de geadresseerde is zwartgelakt.

Uit een rapportage van de NCTV blijkt dat men op 18 mei het dossier Elens op de voet volgt. Elens zou vooral steun krijgen uit rechts-populistische-, extreemrechtse- en complotdenkerskringen. Dit concludeert de terrorismewaakhond uit een uitzending met Rob Elens in Blue Tiger Studio, waaraan wordt gerefereerd als een ‘ultraconservatief complotkanaal’.

Ruim een week later blijkt uit de notulen van een afstemmingsoverleg dat de NCTV minister Hugo de Jonge op de zaak Elens heeft gezet.

Onder het kopje ‘IGJ – Onderzoek dokter E’, waarmee aan Rob Elens wordt gerefereerd, staan twee actiepunten. De IGJ komt met een nota over de mogelijkheden en onmogelijkheden om in te grijpen in de kwestie Elens ten aanzien van het voorschrijven van HCQ. ‘Minister de Jonge wil vandaag de conceptbeantwoording nog mee in de tas’, zo staat het tweede actiepunt op directieve wijze opgetekend.

Ook minister van Medische Zorg en Sport (MZS) Martin van Rijn zat persoonlijk op de zaak Elens. Uit een verslag van het Curestaf-overleg blijkt dat de kwestie op dat moment al eerder besproken is tussen de IGJ en de minister. De IGJ geeft namelijk aan wat de mogelijkheden zijn voor handhaving. Deze blijken beperkt tot het sturen van een brief naar Elens. Van Rijn vraagt de inspectiedienst om alvast voor te bereiden op een volgende stap.

Ministers sturen IGJ aan in kwestie Informed Consent

Op 3 augustus 2020 bereidt het RIVM zich voor op de vaccinatiecampagne die een halfjaar later van start gaat. Voor het vastleggen van de vaccinatiegegevens moet de gevaccineerde in verband met privacywetgeving toestemming hiervoor geven. Dit noemt men ook ‘informed consent’. In de medische context betekent informed consent dat de patiënt goed geïnformeerd moet worden door de zorgprofessional over de voor- en nadelen van een medicijn en de risico’s die de patiënt loopt. Deze laatste definitie is van belang omdat een arts zijn patiënt altijd goed dient te informeren over een medicijn.

Binnen het RIVM is men zich bewust van het feit dat degene die een vaccin toedient, verplicht is om informed consent toe te passen.

Enkele artsen laten hun patiënten een informed consentformulier ondertekenen als voorwaarde om de injectie te kunnen ontvangen. Op het formulier heeft de arts een toelichting op het vaccin gegeven, hoe de werking ervan is en wat de mogelijke nadelen zijn. Dit was een doorn in het oog van de beleidsmakers.

Aan het begin van de vaccinatiecampagne stuurt de IGJ een e-mail naar het ministerie van VWS naar aanleiding van een telefoongesprek dat de inspectie met het gezondheidsministerie heeft gevoerd. De IGJ legt in de e-mail uit dat de arts die informed consent toepast, aangesproken wordt door de IGJ. Artsen mogen hun patiënten niet om ondertekening van een informed consentformulier vragen. De inspectie richt zelfs een meldpunt op voor burgers om artsen aan te geven die wel informed consent toepassen.

Hugo de Jonge wordt van deze reactie van de IGJ op de hoogte gesteld. Hij is niet tevreden met het antwoord van de inspectiedienst. Hij vraagt op 1 maart in een reactie om preciezer geïnformeerd te worden over wat de IGJ met de betreffende arts gaat doen.

Op 1 maart 2021 rapporteert de NCTV ook over  een arts die zijn patiënten een informed consentformulier laat ondertekenen. De IGJ stelt dat een arts dit niet mag doen, zo blijkt uit de rapportage.

Ook deze rapportage is met een opvallend polariserende toon geschreven. Artsen die informed consent toepassen, krijgen steun van ‘antivaxxers’ en de mensen die de arts veroordelen worden aangeduid als ‘velen die het handelen van de arts onethisch vinden’.

Op 10 mei 2021 verschijnt een mailwisseling tussen een VWS-ambtenaar die als woordvoerder van minister Hugo de Jonge optreedt en de IGJ. De IGJ had een nota opgesteld waarop de minister commentaar had. Bij één arts vroeg de minister zich af of deze wel de juiste prioriteiten stelde en of de IGJ deze arts hierop kan aanspreken.

De tweede casus betreft een arts die zijn patiënten een informed consentformulier liet ondertekenen. De Jonge vroeg of dit een eigenstandige reden voor een tuchtzaak is tegen de arts. De VWS ambtenaar speelde de letterlijke tekst van de minister door naar de IGJ.

Een week later komt het antwoord van de inspectie. De IGJ kan op dit moment niet veel doen en er blijkt enige terughoudendheid uit de tekst van de inspecteur.

In augustus 2020 heeft Hugo de Jonge rechtstreeks contact met de IGJ over het vervolgen van artsen die HCQ en ivermectine voorschrijven aan hun patiënten. Een medewerker van de inspectiedienst rapporteert aan de minister van VWS over de sancties die zij hebben opgelegd aan de artsen die de medicatie off-label hebben voorgeschreven. Uit de e-mail blijkt verder dat de IGJ betrokken is geweest bij de voorbereiding van een kamerdebat.

De mailwisseling met als onderwerp: “Boete aan huisarts” gaat nog verder. Hugo de Jonge lijkt uit zijn vel te springen over de milde acties die de IGJ tot dusver had ondernomen tegen de huisartsen.

De minister wil om de tafel met de inspectiedienst om ‘een fermer instrumentarium’ te bespreken en te kijken of ‘het hele repertoire’ van de IGJ ‘full force’ kan worden ingezet. De voormalig onderwijzer vraagt zich af of ‘die Ramdas’ (red.) überhaupt zijn vak nog wel mag uitoefenen, ‘gelet op alle uitingen’.

Tot slot geeft de minister nog een opvallend inkijkje over zijn invloed op de publicitaire kant van het berispen van huisartsen. Om te normeren zou hij graag communiceren over deze casus. Wellicht gaat hij ervan uit dat dit een afschrikwekkend of intimiderend effect heeft op andere artsen die een kritische houding overwegen.

Ministers direct betrokken bij aanpak Q-Comed B.V door de IGJ

Het bedrijf Q-Comed B.V biedt sneltests aan op drie locaties in Nederland, namelijk Utrecht, Almere en op Schiphol. De tests kosten 150 euro, maar stellen veel reizigers in staat om nog snel een coronatest te laten doen. Klanten kunnen op coronatestservice.nl een test inplannen. Op 4 september 2020 wordt dit opgemerkt door het RIVM.

In dezelfde periode wordt de testmaatschappij en het burgeruitsluitingssysteem met Corona Toegangsbewijzen (CTB) in Nederland voorbereid. Men is op het ministerie blijkbaar niet gecharmeerd van de aanbieder, want de ministers van VWS, MZS en staatssecretaris Paul Blokhuis staan in rechtstreeks contact met de IGJ over de aanpak van de entrepreneur.

Op 20 december rapporteert de IGJ rechtstreeks aan de ministers en staatssecretaris over de Last Onder Dwangsom (LOD) die zij gaat opleggen aan Q-Comed.

Na een bezoek aan de testlocatie bleek niet aan de hygiënevoorschriften te zijn voldaan, werd de gebruiksaanwijzing van de test niet gevolgd en was er geen dokter op locatie aanwezig.

In een reactie op de e-mail van de IGJ schrijft Hugo de Jonge enthousiast: “Heel goed dat de IGJ handhavend optreedt, dat disciplineert ook de rest!”

De gezondheidsminister vraagt zich wel af op welke juridische basis de last onder dwangsom wordt opgelegd aan de testaanbieder. Hierop volgt een antwoord van de IGJ dat niet veel vertrouwen uitstraalt. De inspecteur noemt drie wetten, maar onderkent dat het idealiter iets explicieter zou zijn. Samen met WJZ (de juridische afdeling van VWS) is er voldoende vertrouwen in deze situatie. De LOD zou voornamelijk zijn juridische grond in de Wet Medische Hulpmiddelen vinden.

Op 10 februari 2021 rapporteert de inspectie opnieuw aan de ministers over de casus Q-Comed. Inmiddels heeft de IGJ drie controlebezoeken bij de teststraat uitgevoerd en zijn er nieuwe onvolkomenheden aangetroffen.

De IGJ rapporteert dat zij de ondernemer heeft verboden om nog testen af te nemen.

Uit een WOB-verzoek dat bij het ministerie van Justitie en Veiligheid is ingediend, volgt enige onduidelijkheid. Het betreft een tabel met toezichthoudende taken van de IGJ en de handhavingsmogelijkheden die de inspectiedienst ter beschikking staan.

Voor de leesbaarheid is het document ingekort. De niet getoonde regels hebben betrekking op locaties waar de teststraten van Q-Comed niet onder vallen. Daarnaast staat ook daar bij de meeste locaties dat de IGJ hier geen LOD kan opleggen.

Alleen de onderste regel bevat een ‘Ja’ in de laatste kolom over handhavende maatregelen die de IGJ ter beschikking heeft. Dat zou dan op grond van een aanwijzing of bevel van de minister zijn. In dat geval geldt de Wet Publieke Gezondheid (WPG) als basis. Deze wet werd niet door de inspecteur genoemd als basis voor de LOD.

Q-Comed krijgt enkele maanden nog een LOD en zou later in 2021 failliet gaan.

Uit de vrijgegeven WOB-documenten blijkt dat de kwestie op het hoogste niveau in detail werd gevolgd. Het uitvoeren van controles, het opleggen van sancties en sluiten van private teststraten zoals die van Q-Comed werd nauwgezet gevolgd. Dit roept de vraag op of hier een ander belang heeft meegespeeld dan louter de kwaliteit van de dienstverlening.

Uit een e-mail van de VNO-NCW gericht aan Hugo de Jonge blijkt dat de werkgeversorganisatie in exact dezelfde periode waarin de IGJ haar controles bij Q-Comed uitvoerde, bezig was om “de testsamenleving” in te richten. In samenwerking met de GGD en Defensie zijn de “XL-teststraten” opgestart. Het is aannemelijk dat private initiatieven als die van Q-Comed hierdoor minder welkom zijn geweest voor de beleidsmakers.

IGJ toezichthouder op vaccinatiestrategie

Gedurende de coronacrisis wordt de rol van de eerstelijnszorg waarin de huisartsen opereren, zeer beperkt. Klinisch onderzoek, diagnostiek en (alternatieve) behandelmethoden worden op deze manier beperkt. De burger heeft COVID-19 wanneer de PCR-test een positief resultaat toont.

Tijdens de massavaccinatie is er voor de huisartsen eveneens een beperkte rol weggelegd. Het zwaartepunt van de vaccinaties komt bij de GGD te liggen, niet in de laatste plaats vanwege een zo gecentraliseerd mogelijke registratie van de gevaccineerden. Wanneer een huisarts een immobiele patiënt heeft die zich wil laten vaccineren, moet de huisarts naar een centraal afgiftepunt om het vaccin op te halen. Dit is in veel gevallen een ziekenhuisapotheek. Na een zorgvuldige registratie van de patiënt en het vaccin, krijgt de huisarts één opgetrokken spuit mee waarmee hij direct naar de patiënt moet rijden om het middel toe te dienen. Van flexibiliteit is zeer beperkt sprake, en de registratie lijkt belangrijker dan de vaccinatie zelf.

Uit een verslag van een dagstart-overleg blijkt dat de GGD wel mag samenwerken met betrekking tot het vaccin, maar huisartsen niet. Hier is overleg over geweest met de IGJ en men beseft dat men hier voorzichtig over moet communiceren.

De relevantie voor de context van dit artikel is dat het uitgestippelde VWS-beleid, in dit geval specifiek over de massavaccinatie, wordt gehandhaafd door de IGJ. Ook wanneer dit door een uitzonderlijke situatie wordt veroorzaakt en dit de volksgezondheid niet primair ten goede lijkt te komen.

IGJ in Denktank Desinformatie

De inspectie ontving opdrachten om artsen aan te spreken op vermeende desinformatie en nam zorgpersoneel ‘in onderzoek’ wanneer zij de diffuse lijn tussen een mening en desinformatie overschreden.

Omdat leden van de Denktank Desinformatie op social media contacten onderhielden met een groepje artsen dat activistisch vóór het overheidsbeleid was, werd door deze laatste groep meldingen gedaan bij de IGJ over de arts die verdacht werd van het uiten van ‘desinformatie’. De IGJ gebruikte deze anonieme klachten om een dossier op te bouwen tegen de arts die desinformatie zou hebben verspreid. Artsen of ander zorgpersoneel konden niet op de hoogte zijn van hoe bepaalde dossiers van de inspectie tot stand kwamen wanneer zij verstrikt raakten in een onderzoek door de IGJ.

De IGJ handelde met verstrengelde belangen als handhaver van VWS en als lid van de Denktank Desinformatie samen met een anonieme cybermob om artsen te intimideren. De onderzoeksdossiers staan in sommige gevallen al jaren open, waardoor de onderzochte artsen lange tijd in onzekerheid blijven over een oordeel van de inspectie en de concrete grond van de klachten. Gedurende dit proces blijven reacties van de IGJ op vragen vaak uit.

De eerste WOB-documenten die betrekking hebben op de Denktank Desinformatie waarin de IGJ wordt betrokken, dateren uit medio 2020. In een mail aan de Denktank gericht, wordt opgeroepen om (huis)artsen die zich kritisch uitlaten aan te geven bij de IGJ. De Inspectie kan dan een waarschuwing geven aan de arts.

Eind 2020 blijkt uit een vergaderverslag dat de IGJ werkt aan anti-desinformatie om desinformatie te corrigeren.

In februari 2021, wanneer de vaccinatiecampagne van start gaat, duikt de IGJ steeds vaker op in de correspondentie van de Denktank Desinformatie. Op een arts die een onwelgevallige uiting op X (Twitter) over corona had gedaan, wordt direct actie ondernomen. Edo Haveman, die als voormalig fractiemedewerker van D66 nu voor de tech-gigant Meta (Facebook) werkt, krijgt de opdracht om bij X te vragen of het account van de arts kan worden geblokkeerd. De IGJ wordt ook gevraagd om tegen de arts op te treden.

Sommige zaken gaan de invloedssferen van de Denktank Desinformatie te boven. In dat geval wordt een casus doorgeleid naar de grote desinformatie-organisatie die formeel onder het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), maar informeel onder de NCTV valt.

Men bespreekt ook hier de mogelijkheden van het censureren van berichten en optreden door de inspectiedienst.

Op 10 augustus 2021 circuleert een e-mail binnen de Denktank over een arts die zal worden aangesproken door de IGJ, omdat hij of zij een bericht heeft verspreid op socialmedia waarin wordt gepleit om jongeren niet te vaccineren.

Het is nooit duidelijk gemaakt welk voordeel het vaccineren van jonge mensen tegen COVID-19 heeft, dus ondersteunt deze e-mail dat de IGJ haar mandaat misbruikt om de vaccinatiebereidheid te vergroten. Huisartsen die kritisch zijn over de coronavaccinaties worden aangepakt, omdat ze beducht zijn dat burgers minder geneigd worden om de injecties te halen. Het vergroten van de vaccinatiebereidheid en het aanpakken van kritische geluiden is een doelstelling van het ministerie van VWS.

Op 30 april 2021 gaf een Denktank-lid de tip dat er huisartsen waren gesignaleerd die het niet eens zijn met het coronabeleid en de vaccinatiestrategie en zich hierover hadden uitgesproken.

Zij meent dat de IGJ dit soort ‘signalen’ graag ter informatie ontvangt.

Uit de reactie van de IGJ blijkt dat zij niet voornemens zijn om deze artsen direct op de vingers te tikken.

Meer recente berichten uit de Denktank tonen aan dat het najagen van kritische artsen niet incidenteel is, maar eerder structureel.

Een onafhankelijke inspectiedienst zou zich bewust moeten zijn van het groepsdenken onder de ‘tipgevers’ wanneer dit gremium is samengesteld uit de Vaccinatiealliantie. Het primaire doel van deze groep mensen is ten slotte het vergroten van de vaccinatiebereidheid.

De Denktank Desinformatie is gefocust op bedreigingen voor de vaccinatiebereidheid. Hierdoor ontstaat het risico dat de denktank-leden ook gegronde kritiek op de coronavaccins als bedreiging gaan zien, maar hiervoor een blinde vlek ontwikkelen. Bovendien heeft deze groep een ware terreur gevormd op onder andere het socialmediaplatform X (voorheen Twitter). Primitieve middelen als ‘doxen’ (het openbaren van privégegevens), belasteren en werkgevers inlichten worden niet geschuwd. Zelfs niet door medici uit die groep en zelfs niet door leden van de Denktank Desinformatie. In een eerder verschenen artikel is hier reeds aandacht aan besteed.

Observaties naar aanleiding van dit WOB-onderzoek

  • Kenmerkend voor totalitaire regimes is de samensmelting van overheid, instanties, bedrijfsleven, publieke diensten, de rechtspraak en wetenschap. Daarnaast is een sterke aanwezigheid van inlichtingendiensten die zich richten op de eigen bevolking een terugkerend patroon.
  • In een eerder verschenen artikel is uiteengezet hoe de NCTV tijdens de coronacrisis de macht in handen kreeg. Dit was mede mogelijk door de invoering van de Tijdelijke Wet Maatregelen COVID-19 (TWM) ofwel de Spoedwet. Deze machtigingswet zou de juridische basis vormen voor het opleggen van grondrechtenbeperkende maatregelen tegen de burgerbevolking, zonder dat hiervoor de noodtoestand of de staat van beleg hoefde te worden afgekondigd.
  • In maart 2020 was er voor het eerst sprake van een machtigingswet die later de TWM zou worden genoemd. Deze wet kwam uit de koker van de NCTV, dezelfde partij die de aansturing van de coronacrisis op zich nam en vrijwel alle maatregelen introduceerde.
  • Omdat het een gezondheidscrisis betrof, werd minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het gezicht van de coronamaatregelen en het gevoerde beleid, terwijl op de achtergrond alles werd aangestuurd door de NCTV.
  • Hugo de Jonge kreeg met de IGJ en mede door de TWM, een handhavingsinstrument in handen waarmee artsen zijn opgejaagd en geïntimideerd door de inspectiedienst.
  • De IGJ werd als verlengde sterke arm als instantie ingezet om het coronabeleid te handhaven onder zorgpersoneel. Het moet gezegd worden dat de IGJ hier in sommige gevallen moeite mee lijkt te hebben gehad. Dit blijkt uit verschillende WOB-documenten.
  • Het feit dat de IGJ tot op de dag van vandaag trainerende dossiers open heeft staan over (huis)artsen die de verkeerde gedachten hebben geuit volgens een obscuur clubje desinformatie-bestrijders, pleit echter sterk tegen de goede intenties van de inspectie.
  • Wanneer men het eens wordt over een ‘dat nooit weer’, zal het dossier IGJ tot op de bodem moeten worden uitgezocht en zal er rigoureus schoonschip gemaakt moeten worden met deze dienst. Daarbij zullen alle artsen die schade hebben opgelopen door het handelen van de IGJ volledig en onvoorwaardelijk gerehabiliteerd moeten worden.
Meld je aan voor de nieuwsbrief