Door Willem Engel
Onderstaand bericht van Nieuwsuur verscheen op 2 maart 2024 op X.
“Hij is zeker geen klimaatontkenner. Maar hij vindt wél dat we de gevaren van opwarming van de aarde overdrijven. Mike Hulme is een vooraanstaande klimaatwetenschapper met een onconventionele boodschap: laten we niet doen alsof de mensheid ten dode is opgeschreven.”
Volgens mij zijn er maar heel weinig klimaatontkenners – mensen die van mening zijn dat het klimaat niet verandert – maar de term is in ieder geval bevuild.
Klimaat verandert, dat is een gegeven. Maar om iets zinnigs te kunnen zeggen over patronen in het klimaat is er veel te weinig langetermijndata beschikbaar.
Gezien de eerdere periodes in de geschiedenis van de aarde speelt de CO2-uitstoot echter geen grote rol in klimaatverandering.
De industriële revolutie als oorzaak voor klimaatverandering door CO2 is een verzonnen idee; in werkelijkheid werd verbranding van fossiele brandstof – turf – namelijk al breed toegepast. Lees hiervoor dit artikel.
Verder is het onwaarschijnlijk dat olie en aardgas fossiel van oorsprong zijn. Daarvoor zijn de volgende redenen aan te voeren:
- Experimenten tonen aan dat voor het ontstaan geen fossielen of organisch materiaal nodig is.
- De bronnen lijken zichzelf aan te vullen.
- Productie van olie en aardgas vindt niet in de korst maar in de mantel van de aarde plaats. https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Abiotische_olie
Het verhaal van industriële revolutie vanaf 1850 is vooral een verhaal, want door metingen kon verwarming worden geclaimd na de Kleine IJstijd.
“Zo bereikten of evenaarden veel gletsjers rond 1850 hun grootste uitbreiding sinds het einde van de laatste ijstijd, het Weichselien.”
In de grafiek hierboven zien we dat er bij lagere CO2-concentraties een dramatisch CO2-broeikaseffect optreedt, terwijl bij de huidige CO2-concentraties de toename van het CO2-broeikaseffect heel laag is. Met andere woorden: een grote stijging van de CO2 zorgt voor snelle verzadiging van het CO2-broeikaseffect en heeft dus relatief weinig effect.
Daarnaast is de IR-absorptiefrequentie van CO2 smal vergeleken met bijvoorbeeld water. CO2 neemt een band in tussen 13 en 17 micron; water daarentegen heeft veel meer absorptiebanden. Wanneer er slechts bepaalde frequenties worden geabsorbeerd, zal het merendeel van de IR-uitstraling niet onderschept worden door CO2. Daarmee is het broeikaseffect dus heel specifiek en zal nooit het hele spectrum worden gevangen. Het effect is dus erg klein. Hier komt nog bij dat het aandeel van de mens op de jaarlijkse uitstoot slechts 4% is (het aandeel in de atmosfeer is überhaupt maar 0,04%).