Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Media door het volk

Door Paul Frijters, Gigi Foster, Michael Baker

 

Het originele Engelstalige artikel vindt u hier.
Dit artikel is door Paul Frijters bewerkt voor de Nederlandse situatie.

 

In een recent stuk betoogden wij dat twee elkaar aanvullende hervormingen nodig zijn om de visie van Abraham Lincoln uit 1863 van een “regering door het volk” in Westerse landen werkelijkheid te laten worden. Om de macht terug te geven aan het volk, stelden wij een eerste hervorming voor, waarbij de gewone mensen de rol zouden krijgen om de leiders van onze bureaucratische overheid en QuaNGO’s (quasi autonome non-gouvernementele organisaties, red.), vaak collectief aangeduid als de deep state, via burgerjury’s toe te wijzen. In dit stuk beschrijven we het tweede deel van onze tweedelige hervormingsagenda.

Het doel van deze tweede hervorming is de gewone man te betrekken bij de productie van nieuws, informatie en analyses, die momenteel allemaal onder de bevoegdheid van de “media” in hun verschillende gedaanten vallen. De verschillende platforms van de moderne mediasector bevinden zich in een race naar beneden waarbij ze zelfs nauwelijks in staat zijn de schijn op te houden dat zij informatie delen, die mensen voorlicht hoe zij goede beslissingen kunnen nemen om goede beslissingen te nemen. In plaats daarvan zijn de media een middel voor de rijken geworden om beslissingen over stemmen, aankopen, levensstijl, gezondheid en al het andere te manipuleren. 

Kranten, televisie, internetsites en sociale media zijn louter instrumenten geworden van manipulatie ten dienste van de belangen van de elite. We hebben gezien hoe Twitter, Google, LinkedIn, YouTube, Facebook en andere commerciële sociale media, een tiental jaren geleden begonnen met de belofte onafhankelijke en open media te zijn. Uiteindelijk leverden zij, als onze censoren, in de afgelopen twee jaar enthousiast hun bijdragen aan de lange en sombere geschiedenis van een totalitaire cancelcultuur.

Hoe kunnen we verder misbruik tegengaan en toewerken naar de verspreiding van hoogwaardige informatie waar gewone mensen echt iets aan hebben? Net als bij burgerjury’s zou het volk zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de productie van informatie. Dat kan in een systeem dat losstaat van de commerciële media. ‘Media door het volk’ moet ontstaan om te voorkomen dat ‘media voor het volk’, op haar beurt ‘manipulatie van het volk door de elite’ wordt.

Ons hervormingsvoorstel “media door het volk” is ook een middel om ons te wapenen op wat het belangrijkste slagveld van de wereld is geworden: het slagveld van de informatie. Wij worden voortdurend gemanipuleerd. Niet alleen door onze eigen regeringen en binnenlandse belangengroepen, maar ook door buitenlandse belangengroepen, waaronder regeringen en internationale organisaties die niet het beste met ons voor hebben.

Denk maar aan de WHO of de Chinese propagandisten. Deze aanvallen zijn meedogenloos. ‘Wij’ voeren ook media-oorlogen in andere landen in ons eigen voordeel, dus is een slim medialeger nodig voor zowel aanval als verdediging. Of we het nu leuk vinden of niet, we verkeren nu in een constante staat van een niet-verklaarde oorlog waarin woorden en beelden de nieuwe tanks en artillerie zijn.

Functionele gemeenschappen in de VS vandaag de dag, zoals de Amish en de Chassidische joodse gemeenschappen, produceren hun eigen media en dit is één mechanisme waarmee ze zich hebben verzet tegen de covidgekte van de afgelopen 2,5 jaar. Een voorbeeld dichter bij huis zijn de auteurs van Brownstone Institute, die een eigen mediagemeenschap hebben gevormd. In Nederland is Café Weltschmerz is goed voorbeeld.

Toch hebben deze gemeenschappen en hun media een klein bereik in vergelijking met de massamedia. Onze zorg is hoe we de productie van deze ‘community media’ kunnen opschalen en aan het werk zetten voor de grote massa van de bevolking die er niet in geslaagd is te ontsnappen aan de klauwen van de informatieslavernij: de velen die vandaag de dag ten prooi vallen aan de verdeel- en heerstactiek.

Wij schetsen eerst wat wij denken dat zou werken, en gaan dan in op de lastige vraag hoe dit kan worden georganiseerd met maximale persoonlijke autonomie.

Tactische plannen

Wij denken aan een gemeenschapsdienstplicht voor het genereren van media, hetzij op nationaal niveau, hetzij op het niveau van staten of provincies. Door deelname aan dit systeem zal ‘het volk’ leren hoe het media moet produceren en zal het zijn persoonlijke expertise in het werk inbrengen. Door het enorme reservoir aan kennis dat in de bevolking aanwezig is aan te boren, biedt het beoogde systeem een kanaal waarlangs iedereen kan profiteren van de eigen collectieve deskundigheid van het volk. Veel van deze expertise is momenteel ontoegankelijk door de controle van de elitaire media.

Het community-mediaproductiesysteem kan ook de bevolking bewust maken van manipulatietechnieken die zowel op traditionele- als op sociale mediaplatforms worden toegepast. Training in wat er nodig is om informatie te creëren, stelt de bevolking in staat om kwaadaardige manipulatie te herkennen en zich ertegen te verdedigen, en om adequaat te kunnen reageren op onze vijanden.

Operationele uitvoering: Gemeenschappen in de praktijk

Hoe zou dit er in de praktijk uitzien? Wij denken aan een proef met het onderstaande operationele basisschema, in eerste instantie in één regio, een land in Europa, of een Amerikaanse staat die er democratisch voor kiest om het uit te proberen, bijvoorbeeld via een referendum.

Bij het bereiken van een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld 20 jaar) zou elk lid van de bevolking beslissen of hij of zij wil bijdragen aan de gemeenschap van zijn of haar keuze door media te produceren of door een bijdrage in tijd te geven aan een bepaald gebied dat door die gemeenschap is aangewezen als een belangrijk openbaar goed. Sommige gemeenschappen zouden het schoonmaken van openbare parken kunnen nomineren, andere het herstellen van wegen, weer andere het bieden van ondersteuning in geval van huiselijk geweld, weer andere het bouwen van openbare gebouwen. Elk openbaar goed of dienst waarvan de gemeenschap vindt dat het momenteel te weinig door openbare structuren wordt bediend, zou kunnen worden genomineerd. Een dergelijke “sociale dienst”, waartoe ook de juryplicht (in Amerika) behoort, is normaal in veel Europese landen en ook in veel schoolsystemen, zoals het International Baccalaureate system (internationaal onderwijssysteem, red.) waarin alle leerlingen zich inzetten voor de gemeenschap.

Als een persoon ervoor kiest om de sociale plicht te vervullen door het produceren van media, volgt hij of zij eerst enkele maanden een algemene technische opleiding. Elke persoon krijgt dan een opleiding in het produceren en uitzoeken van informatie, manipulatietechnieken en historische voorbeelden daarvan, de praktische kant van het runnen van mediakanalen, enz. 

Zoals de training met echte wapens in vroegere tijden, moet deze universele training eerder technisch zijn dan gericht op één enkele “waarheid” die iedereen geacht wordt zich eigen te maken. Het doel moet zijn mensen de basisgereedschapskist van de mediastrijd te geven: begrijpen hoe de “waarheid” in de media wordt geproduceerd via de verspreiding van artikelen, video’s, infotainment, enquêtes en onderzoeksrapporten.

Omdat waakzaamheid permanent moet zijn, zouden burgers die aanvankelijk een basisopleiding volgden, periodiek gedurende kortere tijd (bijvoorbeeld één maand per vijf jaar) besteden aan het produceren en onderzoeken van nieuws en informatie. Dit weerspiegelt het systeem van de militaire dienstplicht in verschillende landen. Zo werden dienstplichtigen in Zwitserland verplicht hun wapens af en toe te gebruiken om hun vaardigheden op peil te houden. Degenen die niet willen deelnemen aan het produceren van media, zouden dan elke vijf jaar een maand besteden aan het bijdragen aan een ander openbaar goed of dienst die door hun gemeenschap van keuze was aangewezen.

Wat denken we dat dit zou bereiken?

Diversiteit als kracht

Op sociaal gebied geloven we niet in iets dat “de onbevooroordeelde waarheid” heet. Hoe eerder we onze samenlevingen kunnen afhelpen van de fantasie dat zoiets bestaat, hoe beter. Iemands gevoel van realiteit komt veeleer voort uit de blootstelling aan een groot aantal verschillende perspectieven, die allemaal bevooroordeeld zijn vanuit het gezichtspunt van andere perspectieven, maar elk oprecht worden verdedigd. De verschillende perspectieven die binnen ons, door burgers bemande, community-productiesysteem worden geproduceerd, zouden daarom voor de hele bevolking beschikbaar moeten zijn.

Wij stellen ons vele mediagroepen voor, die de verscheidenheid aan meningen, religies en ideologieën in de samenleving weerspiegelen. Voor elke erkende groep die ten tijde van een belangrijke verkiezing voldoende aanhangers heeft (bijvoorbeeld 1% van de bevolking als geheel of 10% van een bepaalde regio), wordt een aparte publieke mediaorganisatie opgezet. Deze wordt publiek gefinancierd voor de duur van die verkiezingscyclus (bijvoorbeeld 4 jaar). Het leiderschap wordt benoemd door burgerjury’s die uit dat deel van de bevolking worden aangetrokken. Dit lijkt een beetje op hoe ooit in Nederland de publieke omroepen behoorden te werken, maar dan bemand door normale burgers.

Die organisatie zou nieuwkomers kunnen toelaten, een beetje zoals een traditioneel militiesysteem. Mensen die net volwassen worden, zouden kunnen kiezen in welke groep zij willen dienen. Zij zouden lokaal kunnen dienen, hetzij bij het genereren van media, hetzij bij de productie van andere publieke goederen of diensten.

Een gemeenschap zou ook haar eigen mediaorganisatie kunnen oprichten in plaats van haar mediapoot vanuit de publieke sector te laten starten.  Maar om gebruik te maken van het communitysysteem moet het leiderschap ervan via een burgerjury worden gekozen, anders zou het kunnen dienen als een dekmantel voor particuliere belangen, zoals nu helaas het geval is bij de publieke omroepen in Nederland. 

Informatie over actuele zaken, sport, cultuur, wetenschap of andere onderwerpen die nieuwswaardig worden geacht, zou door deze groepen worden geproduceerd via nieuws, diepgaande rapporten en onderzoeksverslagen. In plaats van tevergeefs te hopen op een ultieme scheidsrechter van de denkbeeldige “onbevooroordeelde waarheid” om ons te redden van de voortdurende pogingen tot manipulatie door de elite, zou ons systeem vertrouwen op gevarieerde informatie die wordt gepresenteerd vanuit diverse oprechte standpunten. Elk van die standpunten zou strijden om meer bijdragen en daarom onderhevig zijn aan concurrentiedruk.

Jongeren die ervoor kiezen een gemeenschap van hun keuze te dienen via nieuwsproductie zouden hun basisopleiding voltooien, waarna ze gedurende een paar weken de praktische kant van nieuwsproductie en het uitzoeken van informatie binnen die gemeenschap zouden uitproberen. Het selectieproces zou bestaan uit het beoordelen (bijvoorbeeld via een stem- of certificeringssysteem) van de kwaliteit van de informatie die onder de aandacht van hun mediagroep wordt gebracht over het onderwerp van hun expertise, of dat nu breipatronen, mode, gezondheid of buitenlandse zaken zijn. 

In latere jaren zouden terugkerende medewerkers hun expertise rechtstreeks inbrengen bij de nieuwsproductie en het selecteren van informatie. Op basis van deze uiteenlopende expertise zouden de meeste mediagroepen waarschijnlijk na enkele jaren alle belangrijke nieuwsonderwerpen gaan behandelen. Het community-mediaproductiesysteem zou daarbij gebruik maken van de gecombineerde expertise van de gehele bevolking, gedurende de cyclus  van het leven, om nieuws te produceren en te evalueren ten behoeve van de gehele bevolking, vergelijkbaar met een massale onderzoeksproductie en peer-reviewsysteem. 

Door de meningen van haar “leden” te verzamelen via informatieselectie kan elke gemeenschap gebruik maken van de gewogen deskundigheid binnen het deel van de bevolking dat zij bedient om te herkennen wat goed en wat onzin is. Het Eerste Amendement zou van toepassing zijn in de samenhang van mediagroepen. Hoewel individuen moeten kiezen bij welke groepen zij zich aansluiten, zou geen enkele belemmering iemand ervan weerhouden, media van waar dan ook te consumeren en daardoor toegang te krijgen tot een bijna oneindige verscheidenheid van “gedistilleerde waarheden”.

Het volgende niveau

Zodra het systeem is opgezet, kan het op verschillende manieren worden verfijnd. Zo zouden sommige mensen hun community-mediadienstplicht kunnen uitvoeren door alleen hun deskundige mening te geven over ontvangen media-inhoud, terwijl anderen alleen inhoud produceren of bestuurlijk werken. Zoals bij elk productieproces moeten vele rollen worden vervuld, en mensen kunnen zich toeleggen op datgene waar ze goed in zijn. De optie om op een bepaald moment in het leven te stoppen met het produceren van media en over te stappen op een andere vorm van productie van publieke diensten, of omgekeerd, zou ook beschikbaar zijn.

Mediagroepen bemand met medewerkers uit de bevolking, zouden een permanent medialeger van het volk, door het volk en voor het volk vormen, dat zowel nuttig is voor binnenlandse verdediging als voor buitenlandse aanval. Er zou een zeer divers informatielandschap ontstaan waarin een of andere mediagroep ergens de expertise heeft om te herkennen of een bepaald verhaal dat elders de ronde doet onzin is, en een platform heeft om uit te leggen waarom. 

De diverse belangen en ideologieën van de hele bevolking zouden voortdurend aanwezig zijn en voortdurend hun mening geven, waardoor innovatie zou worden aangewakkerd en het ontstaan van een monocultuur zou worden voorkomen. Omdat het medialandschap bestaat uit openbare instellingen die in wezen worden betaald door de tijd die de mensen er insteken, zou het niet -zoals nu- te koop zijn voor de hoogste bieder.

Evenals in andere sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg, zou er in ons systeem van openbare mediaproductie nog ruimte zijn voor particuliere ondernemingen, bijvoorbeeld commerciële nieuwsbedrijven en particulier gefinancierde denktanks. Particuliere media zouden bewust gescheiden worden gehouden van het communitysysteem, zodat commerciële prikkels van de eerste niet zouden infiltreren in de tweede. 

Van het communitysysteem zelf wordt immers verwacht dat het de onzin die aan de commerciële kant wordt uitgekraamd, remt. Publieke media zouden voortdurend concurrerend zijn doordat ze hun eigen inhoud zouden produceren en uitzoeken -in plaats van inhoud te kopiëren die voor commerciële doeleinden is gegenereerd. Zo zouden privaat gerunde groepen niet langer kunnen wegkomen met fantasieverhalen die een of andere diepe zak dienen.

Grote platforms zouden nog steeds kunnen opereren en hun valse “factchecking”-truc kunnen proberen, maar de bevolking zou wijzer worden ten aanzien van dergelijke manipulatietrucs. Wat ons waarschijnlijker lijkt, is dat de informatie die via de Facebooks en Twitters van deze wereld wordt verspreid, een afspiegeling gaat vormen van wat door de mediabataljons van de bevolking wordt geproduceerd.

Het effect van een dergelijk nieuw medialandschap op verkiezingen zou enorm moeten zijn. Verkiezingen worden momenteel uitgevochten via massamediacampagnes waarbij de toegang tot het proces van geloofsvorming van de bevolking wordt verkocht aan gevestigde belangen. Los het mediaprobleem op en de verkiezingen zouden ook beter functioneren.

Men zou kunnen tegenwerpen dat communitymedia alleen maar meer ruis zullen veroorzaken en daardoor de apathie zullen vergroten door de bevolking nog meer te overweldigen. Dit is onwaarschijnlijk, vooral in verkiezingstijd, omdat het communitysysteem ‘eerlijke ruis’ zal produceren dat door de bevolking zelf wordt gegenereerd. De bevolking zal zich persoonlijk gaan identificeren met het medialandschap, omdat ze van dichtbij heeft gezien hoe media worden geproduceerd en hoe hun eigen deel van de gemeenschap heeft geprobeerd de wereld te begrijpen. Wij denken dat de kiezers in verkiezingstijd aandacht zullen besteden aan wat hun – onze – media, geproduceerd door mensen zoals zijzelf, te zeggen hebben.

Met meer eerlijke media op onze zenders zullen charlatans en lichtgewichten worden ontmaskerd, zullen belangrijke onderwerpen worden belicht, zullen belangrijke afwegingen zichtbaar worden, en zullen de kiezers veel beter in staat zijn weloverwogen beslissingen te nemen die hun eigen belangen dienen. Media gegenereerd door het volk zouden ook de mate waarin politici zich verenigen in aristocratische elites moeten verminderen. Dit omdat een diverse en kritische mediasector eerlijke aandacht zal geven aan een veel breder aanbod van talent, aangezien goedkope methodes om getalenteerde kandidaten uit de race te drukken (nepverhalen, lastercampagnes, bangmakerij) de ether eenvoudigweg niet kunnen domineren.

Tegenaanvallen?

Aangezien de voorstellen die hier en in ons vorige stuk bedoeld zijn om de politieke invloed van het grote geld in de instellingen die het heeft veroverd (media en “deep state”) te overwinnen, moeten we nadenken over de waarschijnlijke tegenbewegingen van de elite om deze hervormingsvoorstellen te verhinderen of  te verdraaien. 

Qua preventie moet worden verwacht dat de huidige elites nep-angstcampagnes gaan voeren als deze voorstellen echte kanshebbers worden. Ze zullen met allerlei middelen aanvoeren dat je het volk niet kunt vertrouwen, noch met afspraken, noch met media. Het is een moeilijk argument voor hen om op te voeren, maar ze zullen het zeker proberen, met alle creativiteit en passie die gekocht kan worden.

Perverser nog, elites kunnen deze stappen om zeep helpen door zodanig met de operationele details te knoeien dat hun belangen weer worden binnengesmokkeld. Stel je voor dat je erop staat dat particuliere bedrijven de burgerjury’s organiseren of de groepen burgers aanwijzen die mediaorganisaties zullen oprichten. Stel je voor dat je beweert dat het een kwestie van “nationale veiligheid” zou zijn dat delen van de overheidsbureaucratie moeten worden vrijgesteld van benoeming door burgerjury’s, waardoor dan snel elke belangrijke post zou worden aangemerkt als een nationale veiligheidspost. Stel je voor dat wordt geëist dat producenten van communitymedia kunnen worden aangeklaagd wegens smaad, waardoor het Grote Geld ongewenste community-mediaactiviteiten via eindeloze rechtszaken de nek om kan draaien. De geest duizelt. 

Deze en andere ondermijningsstrategieën zijn allemaal mogelijk, en het enige antwoord dat we hebben is dat echte politieke wil nodig is om deze hervormingen ergens uit te voeren en de strijd met de elite aan te binden. De troefkaart van dergelijke hervormingen is dat, als zij in één land of staat zijn opgezet en kunnen functioneren, jaloezie en concurrentie krachtige bondgenoten worden om ze elders over te nemen zonder ze in de details te verpesten. Dit geldt ook voor andere succesvolle democratische hervormingen: als ze in één land of staat goed werken, zal de rest waarschijnlijk volgen.

Vrijheid en  burgerschap

Er worden al goede dingen bereikt zonder een systeem dat gebaseerd is op georganiseerde dienstverlening en burgerschap.  Degenen die de uiteindelijke zinloosheid van het individualistische bestaan inzien, kunnen vrijwillig besluiten te werken aan de vorming van een gemeenschap. Het Brownstone Institute zelf is een lichtend voorbeeld van wat er kan worden gecreëerd uit vrijwillige inspanningen om een gemeenschap te vormen. 

Mensen die niet over de middelen beschikken om op vrijwillige basis een effectieve bijdrage aan de gemeenschap te leveren, wacht daarentegen een soortgelijk lot als degenen die ervoor kiezen het alleen te doen. Als hun wanhoop hen niet tot criminele activiteiten leidt, worden deze mensen ofwel afhankelijk van liefdadigheid of slaven van de superieure krachten van de georganiseerde en beter gesitueerden. Naarmate de ongelijkheid toeneemt, groeit dit probleem. 

Ons programma voor het genereren van communitymedia heeft iets weg van een militie: een dienstprogramma waarin burgers verantwoordelijkheden hebben en niet kunnen meeliften. Als het systeem volledig vrijwillig zou zijn, zou iedereen een sterke neiging hebben om anderen het werk te laten doen. En dat is nu net de reden waarom we in de huidige situatie verzeild zijn geraakt: mensen lieten zich in met wat “gratis” werd verstrekt, zich niet realiserend dat wat werd geconsumeerd betaalde manipulatie was die na verloop van tijd hun gedachten aan banden legde.

Functionele gemeenschappen leggen hun leden reeds verplichtingen op die niet kunnen worden ontdoken. In de VS zijn er belastingen, juryplicht in het strafrechtsysteem, dienstplicht in tijden van oorlog, en miljoenen pagina’s van staats- en federale regelgeving waaraan de bevolking moet voldoen. Geen van deze dingen is vrijwillig. In sommige landen, waaronder een groot deel van Europa, bestaat het idee van verplichte sociale dienstverlening al tientallen jaren, en zowel burgerjury’s als mediaproductie zouden gemakkelijk in dat bestaande systeem passen.

Toch is de prijzenswaardige missie van het Brownstone Institute om  een zo groot mogelijke individuele vrijheid te behouden. Zoals oprichter Jeffrey Tucker het verwoordt: “Haar visie is die van een samenleving die de grootste waarde hecht aan vrijwillige interactie van individuen en groepen, waarbij de toepassing van geweld en dwang tot een minimum wordt beperkt, inclusief dat wat door publieke of private autoriteiten wordt uitgeoefend. 

Wij zijn het fundamenteel eens met dit voornemen.

Kan het hedendaagse probleem van mediamanipulatie effectief worden aangepakt zonder een vorm van verantwoordelijkheid op gemeenschapsniveau af te dwingen?

Een alternatief voor dwang is overheidsfinanciering van deze gemeenschapsstructuren, een leiderschap dat door een burgerjury wordt aangesteld, en vervolgens banen in de community-mediaproductie die willekeurig worden aangeboden aan leden van de gemeenschap, en aangeboden aan de eerste die ermee instemt een klus te klaren. Dit verbergt het verplichte aspect van het totale programma, d.w.z. de belastingen waarvan de betaling niet optioneel is, die het programma financieren. Het is waar dat hooggekwalificeerde personen gevonden kunnen worden om deze communitymedia te bemannen als deze functies voldoende lucratief worden gemaakt. 

Toch zouden de echt getalenteerde denkers en doeners waarschijnlijk niet deelnemen, omdat hun tijd het meest waard is. Deze kennis zou dan aan de gemeenschap als geheel worden onthouden, tenzij zij vrijwillig zouden kiezen voor deelname aan particuliere mediaproductie. Als het particuliere systeem dus de beste mensen kan aantrekken, zal de huidige mediadynamiek waarschijnlijk tot op zekere hoogte blijven bestaan.

Een andere mogelijkheid zou zijn om mediadienstplicht (en de productie van publieke goederen of diensten, indien gewenst) op te nemen in een pakket van taken die burgers voor hun gemeenschap verrichten. Een pakket dat belasting en juryplicht reeds omvat. Het zou dan mogelijk zijn deze taken uit te wisselen, zodat men bijvoorbeeld meer tijd kan besteden aan het produceren van publieke goederen of diensten en minder belasting hoeft te betalen. Dit zou het voor hoogopgeleiden, die  hoge belastingaanslagen hebben, aantrekkelijker maken om mee te doen.

Dergelijke varianten, ook betaald uit gemeenschapsgelden, maken nog steeds gebruik van de gemeenschapsdwang die impliciet in belastingen besloten ligt. Het grootste dilemma dat in de geschriften over vrijheid niet kan worden vermeden is dat functionele gemeenschappen gepaard gaan met gemeenschappelijke verantwoordelijkheden. Vooral wanneer deze gemeenschappen worden bedreigd door goed georganiseerde grote bedrijven en instellingen.

We leven elke dag met vele andere maatschappelijke verplichtingen die we als vanzelfsprekend beschouwen. We betalen grote delen van ons inkomen aan belastingen voor “de gemeenschap”. We stemmen impliciet in met maatschappelijke normen die onze vrijheden aanzienlijk inperken op gebieden variërend van “fatsoen” tot architectuur. En we stemmen ermee in onze vrijheid tot het verrichten van bepaalde acties op te offeren, wanneer die acties de vrijheid van anderen zouden inperken – van moord tot huisvredebreuk. 

Maar voorstellen om persoonlijke vrijheid te beperken, zogenaamd “in het belang van de gemeenschap”, dreigen ons in de richting te duwen van het platgetreden hellend vlak dat onlangs door criminelen uit het covidtijdperk is afgevuurd. Persoonlijke medische vrijheid, bewegingsvrijheid en de vrijheid om je gezicht te laten zien zijn allemaal bij het oud vuil gezet onder het mom van “het welzijn van de samenleving”. Komt ons voorstel voor het genereren van communitymedia neer op het pleiten voor de vernietiging van persoonlijke rechten in dienst van een ongrijpbaar en onbewezen “algemeen belang”?

De vraag is of de oplossing in verhouding staat tot het probleem. Is de huidige aantasting van de kwaliteit van de informatie die de bevolking bereikt erg genoeg om een gemeenschappelijk antwoord met nieuwe verantwoordelijkheden voor de burgers te rechtvaardigen? Is er sprake van een echte mediaoorlog? Wij denken dat het antwoord volmondig “ja” is, en wijzen op verschillende recente Brownstone-publicaties (bijvoorbeeld hier, hier en hier) waaruit blijkt dat anderen in onze gemeenschap er ook zo over denken. We accepteren echter dat het antwoord voor veel mensen zou kunnen zijn “nee, zo erg is het niet, en we kunnen het wel redden zonder ons te organiseren”.

Om tot een antwoord te komen pleiten wij voor de aloude democratische manier om te bepalen hoeveel een gemeenschap van haar burgers mag eisen: via verkiezingen en referenda waarin burgers beslissen in hoeverre zij zichzelf en andere burgers willen binden aan gezamenlijke verantwoordelijkheden. Men is immers niet “vrij” om de uitslag van verkiezingen en referenda te negeren.

Conclusie

Veel van onze huidige problemen met politici en gevangen bureaucraten van de “deep state” zouden verdwijnen als we de politieke wil zouden kunnen opbrengen om het mediasysteem en het benoemingssysteem te repareren door de directe keuzes op deze gebieden terug te geven aan het volk. Politici zouden sterker ter verantwoording worden geroepen en het staatsapparaat zou meer gericht zijn op onze collectieve belangen.

Om in onze moderne wereld een regering “voor het volk” te hebben, moeten zowel de media als de topfuncties in de publieke sector “door het volk” worden geproduceerd. Door onze voorstellen aan te nemen zou een vierde tak van de democratie ontstaan die op maat gemaakt is om de bijtende machtsconcentraties die onze moderne tijd kenmerken, te bestrijden. Op de lange termijn zal het persoonlijk opstaan tegen manipulatie en misbruik, en het terugpakken van de macht, de enige manier zijn om de nobele maar vastgelopen en haperende visie van Lincoln nieuw leven in te blazen.

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief