Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Onnatuurlijke evolutie

Onweerlegbaar bewijs voor het opzettelijk en systematisch creëren van circulerende covidvarianten

Het originele Engelstalige artikel leest u hier.

Uitgebreide genpanels* van “omgekeerde mutaties” gevonden in rondgaande covidvarianten, wijzen op een experiment.

*genpanel = geselecteerde groep genen die wordt onderzocht, waarbij mutaties worden geïdentificeerd en vastgelegd, red.

Op 5 augustus 2023 publiceerde een Japans onderzoeksteam een preprint die de belangrijkste en meest schokkende onthullingen van het covidtijdperk lijkt te bevatten.

Atsuki Tanaka en Takayuki Miyazawa, van Osaka Medical University en Kyoto University, wilden de historische evolutie van de omikronvariant van SARS-CoV-2 traceren door virale sequenties te bestuderen, die “in het wild” waren ontdekt en in openbare databases waren opgeslagen [virale sequentie = volgordes van bouwstenen van genetisch materiaal, red.]. 

Hierbij vonden ze ongeveer 100 afzonderlijke omikronsubvarianten die onmogelijk via natuurlijke processen kunnen zijn ontstaan. Het bestaan van deze varianten lijkt het definitieve bewijs te leveren dat er op grote schaal covidvirussen in laboratoria zijn gesynthetiseerd en vervolgens opzettelijk verspreid.

Bovendien lijken de varianten uitgebreide genpanels van mutaties te vormen die typerend zijn voor “omgekeerde genetica”-experimenten om eigenschappen van verschillende delen van virussen systematisch te testen.

De auteurs vonden ook exacte overeenkomsten met omikronvarianten in sequenties afkomstig uit Puerto Rico die in 2020 in databases werden opgeslagen – meer dan een jaar voordat de ontdekking van omikron in Zuid-Afrika bekend werd gemaakt.

In combinatie met waarnemingen van een onwaarschijnlijk laag aantal “stille” mutaties* in SARS-CoV-2-varianten, stellen Tanaka en Miyazawa dat alle varianten die sinds de oorspronkelijke uitbraak in Wuhan zijn ontstaan onnatuurlijk zijn. Zij speculeren dat ze in een experimenteel programma zijn ontwikkeld om bepalende factoren van de besmettelijkheid* en pathogeniteit* van SARS-CoV-2 op de wereldbevolking te testen.
* Stille mutaties, worden gekenmerkt door veranderingen in de DNA-sequentie die niet leiden tot waarneembare uiterlijke veranderingen. Deze mutaties hebben geen invloed op de resulterende aminozuursequentie van het eiwit dat door het gen wordt gecodeerd, red.
*besmettelijkheid: hoe gemakkelijk een ziekteverwekker zich kan verspreiden en een infectie kan veroorzaken
* pathogeniteit: hoeveel schade deze kan aanrichten wanneer de infectie eenmaal begonnen is, red.

ADDENDUM:

SARS-CoV2 kan bestaan als een “virale quasispecies” – dat wil zeggen “een populatiestructuur die bestaat uit extreem grote aantallen variante genomen, mutante spectra, mutante zwermen of mutantenwolken genoemd”.

Dit zou het optreden van omgekeerde mutaties minder verrassend maken. Maar het zou het gebrek aan stille mutaties in omikron en andere varianten niet verklaren (versus de oorspronkelijke Wuhan-variant), of het gebrek aan stille mutaties in de omgekeerde mutanten versus omikron, of de detectie van omikronsequenties in 2020 in Puerto Rico. Dank aan Josh Mitteldorf, die ons hierop heeft gewezen.

Maar het is nog steeds buitengewoon moeilijk om te begrijpen hoe deze waarnemingen op natuurlijke wijze kunnen worden verklaard.

Achtergrond: natuurlijke evolutie verloopt via opeenstapeling van mutaties

Voordat we het onderzoek en de bevindingen beschrijven, is het de moeite waard om eerst de basisprincipes van de evolutie van virussen (en alle andere levensvormen) door te nemen. Sla dit gedeelte gerust over als je dit al weet.

SARS-CoV-2 wordt, net als alle virussen en organismen, gedefinieerd door zijn genetische informatie – die kan worden gezien als een streng, oftewel reeks (sequentie) van letters. Bij de meeste organismen bestaat de streng uit DNA, maar SARS-CoV-2 en sommige andere virussen gebruiken een RNA-streng, een nauw verwant molecuul, om deze informatie op te slaan.

Het genetisch materiaal (DNA of RNA) is verdeeld in “genen”, stukjes genetische sequentie die elk coderen voor een eiwit. Eiwitten zijn actieve moleculen die door de cel worden aangemaakt met het gen als blauwdruk. Eiwitten zijn ook sequenties, maar met heel andere bouwstenen. Ze bestaan niet als eenvoudige strengen die alleen maar informatie opslaan, maar vormen in plaats daarvan complexe 3D-structuren van aminozuren die biologisch actief zijn.

Wanneer een organisme zichzelf voortplant, wordt de genetische sequentie (DNA of RNA) gekopieerd en doorgegeven aan de volgende generatie. Maar het kopieermechanisme is foutgevoelig en af en toe ontstaat een verandering, een “mutatie”. Volgende generaties geven deze sequentie [wanneer deze levensvatbaar is, red.] door, waardoor mutaties zich in de loop van de tijd op natuurlijke wijze ophopen.

Het onderstaande diagram illustreert hoe dit gebeurt: een originele DNA-sequentie waarbij vier mutaties na elkaar plaatsvinden.

De effecten van mutaties op het organisme bepalen of ze in de natuur blijven bestaan

Het is nuttig om in gedachte te houden dat er een paar verschillende algemene soorten mutaties zijn, beoordeeld op hun effecten op het organisme:

  • Veel mutaties zullen geen effect hebben [synonieme/stille mutaties, red.]. Sommige individuele veranderingen van een letter van het DNA/RNA zullen de sequentie van het gecodeerde eiwit niet echt veranderen. Zulke “synonieme/stille” mutaties hebben meestal geen effect, dus worden het er steeds meer in de loop van de tijd in de natuurlijke evolutie. Zoals we zullen zien, is het ontbreken van synonieme mutaties een belangrijk teken dat de evolutie van omikron en andere varianten niet natuurlijk is.
  • Van de mutaties die wel een effect hebben, zal dit effect voor het overgrote deel nadelig zijn – om dezelfde reden dat het willekeurig veranderen van een deel van een werkend systeem er waarschijnlijk toe leidt dat het niet meer functioneert. Zulke mutaties zullen snel uit de populatie verdwijnen.
  • Heel sporadisch zal een mutatie leiden tot een verandering met een gunstig effect. Deze mutaties zullen vervolgens vaker voorkomen in toekomstige generaties, omdat organismen die deze mutaties dragen beter zullen overleven en reproduceren.

Dus in alle levensvormen neemt het aantal mutaties geleidelijk toe – sommige “stil”, andere met een gunstig effect [degene met een ongunstig effect sterven uit, red.]. Dat is evolutie.

De “onnatuurlijke evolutie” van omikron

Laten we nu eens kijken naar het specifieke geval van de omikronvariant van SARS-CoV-2 en de (veronderstelde) evolutie vanuit de oorspronkelijke Wuhan-virusstam.

In dit artikel doen we hetzelfde als Tanaka en Miyazawa en richten we ons op één deel van de streng met genetische informatie van het virus – en wel op het gen dat codeert voor het beruchte spike-eiwit. Zij onderzochten drie officieel erkende varianten van omikron – BA.1, BA.1.1 en BA.2. Wij bekijken nu alleen BA.1.

Zoals bij alle evolutionaire processen vinden veranderingen in het spike-eiwit plaats door een voortgaande opstapeling van mutaties in de genetische sequentie die codeert voor dit eiwit. In het geval van omikron BA.1 zijn er 37 niet-synonieme mutaties, dat wil zeggen: punten waar de volgorde van het geproduceerde spike-eiwit verschilt van die van de oorspronkelijke Wuhan-variant [zogeheten puntmutaties. Een puntmutatie is een verandering in het DNA door een kleine verandering (van 1 of enkele nucleotiden) binnen een gen, red.].

Tanaka en Miyazawa wilden met behulp van openbare databases, waarin onderzoekers van over de hele wereld de virale sequenties die ze hebben gevonden opslaan, de evolutionaire geschiedenis van het omikron-BA.1-spike-eiwit achterhalen. Dat wil zeggen, de vraag beantwoorden: in welke volgorde heeft de opeenstapeling van deze 37 mutaties plaatsgevonden?

Het traceren van de volgorde van opstapeling van omikronmutaties

Er zijn twee voor de hand liggende manieren om dit aan te pakken: je werkt van voor naar achteren of je werkt van achteren naar voren.

In de aanpak waarbij je vooraan begint, zou je in de databases kunnen zoeken naar versies van de sequentie die slechts een van de 37 omikronmutaties hebben, maar die verder identiek zijn aan de oorspronkelijke virusstam. Deze ene mutatie moet de eerste zijn geweest. Vervolgens kun je het proces herhalen om de tweede, derde enz. te identificeren.

Varianten met zeer vroege mutaties zouden echter zeldzaam zijn geweest in de wereldwijde populatie van SARS-CoV-2, en zijn mogelijk niet in de databases aanwezig.

Een betrouwbaardere aanpak, zoals ook Tanaka en Miyazawa hebben gevolgd, is om achteraan te beginnen. Dat betekent dat je begint uit te zoeken welke van de 37 mutaties de laatste of meest recente is.

Om dit te doen moet je een sequentie vinden die alle mutaties bevat behalve één – en dit moet de meest recente mutatie zijn.

Dus maakten Tanaka en Miyazawa een serie van 37 database-zoekopdrachten met sequenties waarbij telkens slechts één van de omikron-BA.1-mutaties ontbrak – met de redenering dat een van de 37 zoekopdrachten een match zou moeten vinden, die zou duiden op de laatste mutatie in de evolutionaire ontwikkeling naar BA.1.

Het is interessant om jezelf te verplaatsen in de positie van deze onderzoekers, zoekopdrachten uit te voeren voor elk van de 37 mutaties, misschien jezelf afvragend welke van deze de meest recente zou blijken te zijn, en dan het antwoord te krijgen:… ALLEMAAL*.

Nou ja, allemaal behalve één – wat geen wezenlijk verschil maakt.

Ze moeten verbijsterd zijn geweest.

Een groep varianten waarvan ieder afzonderlijk een omgekeerde omikron BA.1-mutatie is, kan niet op natuurlijke wijze ontstaan

In de onderstaande figuur (fig. 2A uit het artikel) staat elke rij voor een variant van omikron BA.1 die in “het wild” is gevonden.

De kolommen vertegenwoordigen elk van de omikronmutaties. Als de cel gekleurd is, betekent dit dat de variant de mutatie heeft. Witte cellen geven aan dat de mutatie ontbreekt en dat de spike-eiwitsequentie op dat punt identiek is aan de originele Wuhan-virusstam.

Als je denkt dat de tabel er erg netjes uitziet, dan heb je gelijk. Hij laat zien dat er voor alle mutaties in de omikronsubvariant BA.1, op één na, een virusstam bestaat waarin die mutatie – als enige – afwezig is.

Door natuurlijke evolutie heeft elke variant door accumulatie van mutaties slechts één ouder, omdat deze door één mutatie is ontstaan. Op het eerste gezicht houden deze resultaten dus in dat een van de varianten de ouder is van omikron BA.1 (we kunnen niet zeggen welke), en dat alle andere varianten kinderen zijn.

We kunnen nu de oorspronkelijke vraag van Tanaka en Miyazawa beantwoorden en de natuurlijke geschiedenis van de omikron-BA.1-evolutie beschrijven die besloten ligt in deze resultaten :

  1. De officieel erkende BA.1-virusstam ontstaat wanneer de laatste van de 37 mutaties optreedt (we weten niet welke dat is);
  2. 1 ondergaat vervolgens 35 afzonderlijke, parallelle veranderingen die ieder van die mutaties perfect terugmuteert naar de sequentie van de oorspronkelijke Wuhan-virusstam.

Dit is absurd. Perfect omgekeerde mutaties zoals deze, op zo’n grote schaal, zijn volkomen onwaarschijnlijk, via welk natuurlijk proces dan ook.

De varianten die Tanaka en Miyazama vonden, kunnen het best worden beschreven als een “genpanel” van omgekeerde mutaties. Zo’n genpanel is precies wat een onderzoeker zou creëren om systematisch de bijdrage van de verschillende viruselementen aan de activiteit van het virus te testen.

Uitgebreide “genpanels” van omgekeerde mutaties zijn ook gevonden voor andere officiële omikronvarianten

De onderzoekers keken ook naar twee andere erkende omikronvarianten die wijdverbreid in omloop zijn: BA.1.1 en BA.2. Opmerkelijk genoeg vonden ze voor beide varianten dezelfde “genpanels” van omgekeerde mutaties.

BA.1.1 lijkt erg op BA.1, het heeft slechts één extra mutatie vergeleken met de Wuhan-virusstam, op een totaal van 38 mutaties.

Toen Tanaka en Miyazawa database-zoekopdrachten uitvoerden, waarbij ze elk van deze mutaties afzonderlijk hadden weggelaten, vonden ze dat 37 van de 38 mutaties “in het wild” voorkwamen.

BA.2 verschilt behoorlijk van BA.1: ze hebben 14 mutaties ten opzichte van de Wuhan-virusstam gemeen, maar BA.2 heeft nog 17 andere (verschillende) mutaties op een totaal van 31.

Toen ze zochten naar varianten waarbij deze individuele mutaties ontbraken, ontdekten ze 29 van de 31 “in het wild”.

“Recombinatie”, of uitwisseling van genetisch materiaal tussen verschillende virussen, kan de omikronvarianten ook niet verklaren

De bovenstaande discussie heeft betrekking op evolutie door voortgaande stapeling van mutaties, waarbij elke nieuwe variant wordt geproduceerd door mutatie van een enkele ouder.

Er is nog een mechanisme waardoor virussen en andere levensvormen kunnen evolueren. “Recombinatie” houdt in dat delen van het genetisch materiaal tussen twee verschillende varianten worden uitgewisseld. Zouden de waargenomen varianten gevormd kunnen zijn door het uitwisselen van genetisch materiaal tussen omikron BA.1 en het originele Wuhan-virus?

Tanaka en Miyazawa namen de moeite om deze mogelijkheid te bestuderen, maar konden dit gemakkelijk uitsluiten.

Ten eerste zou recombinatie vereisen dat omikron-BA.1-virussen en andere voorouderlijke virussen tegelijkertijd in dezelfde cel aanwezig zijn, omdat recombinatie alleen in een cel kan plaatsvinden, tijdens de replicatiefase van het virus. Dit zal uiterst zeldzaam zijn vanwege de betreffende frequenties en de vereiste om zoveel omgekeerde mutaties te creëren – vooral gezien de timing van de golven van de verschillende varianten, zoals besproken in het artikel.

Om deze omkeringen door recombinatie te verklaren zou een deel van het RNA in omikron BA.1 dat de om te keren mutatie bevat, exact uitgewisseld moeten worden, zonder dat dit invloed heeft op de mutaties aan weerszijden. Er zouden twee “crossovers” tussen de varianten moeten zijn, één aan elke kant van de mutatie [crossover = proces waarbij een nieuwe combinatie van genen ontstaat, red.]. Maar crossovers vereisen uitlijning van een stuk gemeenschappelijke sequentie tussen de twee virusstammen [uitlijning of alignering = plaatsing ten behoeve van vergelijking, red.]. Voor sommige mutaties is de afstand aan weerszijden tot de volgende mutatie gewoon niet groot genoeg voor deze crossovers en recombinatie is daarom onmogelijk.

Recombinatie zou ook sporen achterlaten in de flankerende gebieden van het virus aan weerszijden van het spike-eiwitgen – en deze werden niet gevonden.

Omikron-varianten in monsters uit Puerto Rico – meer dan een jaar voor de officiële detectie van omikron

Tanaka en Miyazawa waren dus in staat om aan te tonen dat recombinatie het panel van omgekeerde mutaties dat ze vonden, niet kon verklaren. Maar bij het overwegen van deze mogelijkheid stuitten ze op nog meer bewijs dat fundamentele vragen oproept over de geschiedenis van omikron.

Toen ze database-zoekopdrachten uitvoerden om te zoeken naar aanwijzingen dat recombinatie had plaatsgevonden, vonden ze een match met een sequentie uit Puerto Rico die in 2020 was opgeslagen. Aanvullende zoekopdrachten vonden 29 varianten die werden toegeschreven aan Puerto Rico en die precies overeenkwamen met omikron BA.1 of BA.2, gebaseerd op spike-eiwitsequenties.

Al deze sequenties werden in 2020 in de database opgeslagen, meer dan een jaar voordat in november 2021 bekend werd gemaakt dat omikron in Zuid-Afrika was gesignaleerd.

Gebrek aan “synonieme” mutaties wijst sterk op kunstmatige oorsprong van SARS-CoV-2-varianten

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, wijzen Tanaka en Miyazawa op een nieuwe reeks bewijzen die op zichzelf waarschijnlijk al genoeg is om te concluderen dat omikronvarianten onnatuurlijk zijn.

In de eerdere uitleg over mutaties was te lezen dat we de volgende mutaties verwachten aan te treffen in de natuur:

  • sommige die een duidelijk en gunstig effect hebben op het organisme; en
  • sommige die “stil” of “synoniem” zijn, die niet van invloed zijn op de eiwitten die uit het RNA/DNA worden geproduceerd en het vermogen van het organisme om zich voort te planten niet zouden moeten veranderen.

Deze “synonieme” mutaties, die het bijbehorende eiwit niet echt veranderen, komen, zoals je zou verwachten, in eerste instantie veel vaker voor dan mutaties die invloed hebben op het eiwit zelf. Ze hebben meestal geen effect op het vermogen van het virus om te overleven, dus ze accumuleren (ophopen) in de loop van de tijd op natuurlijke wijze, naast de vorming van meer zeldzame, gunstige, niet-synonieme mutaties die functioneel gezien zinvoller zijn.

Maar de officiële omikronvarianten die hier genoemd zijn, hebben allemaal slechts één synonieme mutatie in het gen dat codeert voor het spike-eiwit, vergeleken met 31 tot 38 niet-synonieme mutaties.

Dat is niet logisch. Je verwacht dat bij natuurlijke evolutie altijd meer stille/synonieme mutaties gevormd worden dan niet-synonieme mutaties, die alleen kunnen blijven bestaan als ze, tegen alle verwachtingen in, willekeurig resulteren in een ontwerpverbetering van het eiwit waarvoor ze coderen.

“Er waren geen synonieme mutaties in de alfa-, bèta-, gamma-, delta- of mu-varianten, [en] slechts één in de lambda- en omikronvarianten.”

De genpanels van omgekeerde mutatie van omikron lijken deel uit te maken van een systematisch experiment

De aanwezigheid “in het wild” van bijna complete genpanels van perfecte, individuele omkeringen van vrijwel elke mutatie in drie afzonderlijke omikronsubvarianten, kan onmogelijk natuurlijk zijn. In plaats daarvan lijkt het precies op een systematische oefening in “omgekeerde genetica” om de effecten van elke omikronmutatie op het gedrag van het virus te testen.

Het is duidelijk dat sommige of alle omikronvarianten werden gesynthetiseerd in een laboratorium van waaruit ze op de een of andere manier opzettelijk werden verspreid, als onderdeel van een doelbewust programma. In combinatie met het ontbreken van synonieme mutaties in andere varianten, suggereert dit dat alle varianten die na de oorspronkelijke Wuhan-virusstam zijn beschreven een kunstmatige oorsprong hebben.

De auteurs suggereren dat de varianten die ze hebben gevonden inderdaad deel uitmaken van een experiment om het spike-eiwit en de effecten van mutaties op het gedrag van het virus te karakteriseren:

“Juist het gebrek tot op heden aan bevindingen dat veel van de verschillende mutaties, vooral in de eerste varianten, inderdaad geassocieerd zijn met een verhoogde virale infectie (Van Dorp et al., 2020), ondersteunt de hypothese dat elke variant kunstmatig werd gesynthetiseerd om díé aminozuren van het spike-eiwit te bepalen die verantwoordelijk zijn voor besmettelijkheid en pathogeniteit.”

Conclusie: dit verandert alles
Iemand, ergens, doet dit echt allemaal opzettelijk

Als de observaties en conclusies in dit artikel juist zijn – en dat lijkt zeker het geval te zijn, tenzij er sprake is van bedrog met frauduleuze opslag van gegevens in sequentiedatabases – dan leveren ze onweerlegbaar bewijs dat de hele geschiedenis van SARS-CoV-2, in ieder geval na het ontstaan van de oorspronkelijke virusstam, kunstmatig is.

Iemand, ergens, doet dit echt allemaal opzettelijk.

Correcties

3 sep 2023
  • Sommige De meeste individuele veranderingen van een letter van het DNA/RNA zullen de sequentie van het gecodeerde eiwit niet echt veranderen.

Het merendeel van de willekeurige, enkelvoudige mutaties zal daadwerkelijk het gecodeerde aminozuur veranderen. Maar het overgrote deel van deze mutaties zal simpelweg het eiwit om zeep helpen, dus geldt nog steeds dat synonieme/stille mutaties in eerste instantie de niet-synonieme/functionele mutaties in aantal zouden moeten overtreffen.

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief