Door Jeroen Pols
Dit artikel verscheen eerder in Nr. 3
Het gaat allang niet meer over afschaffing van voordelige agrarische diesel en invoering van wegenbelasting voor landbouwvoertuigen. De algemene onvrede over de politiek bereikt een kookpunt. “De emmer loopt niet over maar ontploft”, kopte dagblad Bild Zeitung.
Dat hoeft niet te verbazen. De kosten voor levensonderhoud, huur en brandstof exploderen, terwijl grote bedrijven recordwinsten boeken bij gelijkblijvende lonen. Veel Duitsers kunnen hun verwarmingskosten eenvoudigweg niet meer betalen, douchen koud en besparen op levensmiddelen.
Desondanks stegen op 1 januari 2024 de energieprijzen nog verder door verhoging van de CO2-belasting, afschaffing van het prijsplafond en het verlaagde btw-tarief op gas. Vergelijkingsportaal Verivox schat dat elke Duitse burger in 2024 gemiddeld 524 euro meer aan energie kwijt zal zijn dan afgelopen jaar.
De huidige “stoplichtcoalitie”, zoals de regering Scholz wordt genoemd, met de SPD (rood), de Groenen (groen) en de liberale FDP (oranje), duwt Duitsland over de rand van de afgrond. Europa’s grootste industrienatie kan inmiddels niet meer voorzien in haar eigen elektriciteitsbehoefte en importeert dure stroom. Het land glijdt in rap tempo af in economische misère. Productiebedrijven en industrie vertrekken massaal naar het buitenland en de voormalige exportkampioen zag in 2023 de uitvoer met een kwart dalen terwijl de import met 63 procent steeg.
In reactie op de massale protesten nam de coalitie de aangekondigde invoering van de wegenbelasting terug en de accijnsverhoging op diesel zal gefaseerd verlopen, maar het is een illusie te denken dat dit enige aanzet vormt voor een nieuwe politieke koers. Zoals eerder bij massale truckeracties in Canada en miljoenen mensen die in Brazilië de straat op gingen, halen de Duitse politici met ongekende arrogantie hun schouders op over ontevreden burgers. Het protest is ingecalculeerd en regeringsleiders zijn eerder verbaasd dat ze na zoveel schofferingen en provocaties nog steeds niet met pek en veren door de straten gesleurd zijn.
Terwijl de ministers vanuit hun werkkamers de ontevreden boeren op straat zagen staan, kwamen zij doodleuk met een voorstel voor een nieuwe heffing op vlees- en melkproducten en richtten zij hun destructieve pijlen doodgemoedereerd op de volgende sector: een belastingverhoging voor de visserij van ruim een half miljard euro, zogenaamd noodzakelijk om tekorten in overheidsbudget te dekken.
De lastenverzwaringen die voor veel boeren en vissers de doodsteek betekenen, leveren de staatskas niet meer op dan 1,4 miljard euro, een schijntje vergeleken bij de 61,85 miljard die het land uittrekt voor ontwikkelingshulp, de 22 miljard voor Oekraïne, 6 miljard voor klimaatbeleid en de 48,2 miljard per jaar voor immigranten. Daarmee kan het niemand ontgaan dat het beleid net als in andere door WEF-politici gekaapte landen de boerenbedrijven en visserijbranche opzettelijk vernietigt, en onteigening van de bevolking tot doel heeft.
Leiders van overkoepelende boerenorganisaties, die net als in Nederland zelf vaak verbonden zijn aan de zittende macht, probeerden de protesten in toom te houden, namen afstand van echte blokkades en dragen in lijn met de mainstream media krampachtig het narratief uit dat de woede zich uitsluitend richt tegen de afschaffing van “gesubsidieerde landbouwdiesel”. Zij nemen openlijk afstand van “complotdenkers” zodat de achterliggende 2030-agenda bij de protesten secuur buiten beeld blijft.
En daar zit het grootste probleem. Zolang een groot deel van de bevolking nog steeds niet inziet dat de lastenverzwaringen, toenemende bureaucratie en economische achteruitgang geen gevolg maar doel van de maatregelen zijn, gaat het spel ongestoord verder.
Het is de vraag of nieuwe verkiezingen leiden tot de broodnodige verlichting voor de uitgeputte Duitse bevolking. De oppositiepartij AfD scoort landelijk inmiddels rond de 25% en staat in de voormalige DDR-deelstaten met 40% op recordhoogte, maar wordt in de media als extreemrechts weggezet en door kartelpartijen bedreigd met een verbod. Om de massa van ontevreden kiezers af te vangen staan twee nieuwe partijen in de startblokken, de populaire en welbespraakte voormalig “Linke”-politica Sahra Wagenknecht met haar onlangs opgerichte BSW (Bündnis Sahra Wagenknecht) en schijndissident Hans-Georg Maassen, de voormalige directeur van de Duitse inlichtingendienst (de Verfassungsschutz) komt met de Unie van Waarden , een afsplitsing van het CDU.
Duitsland zal met deze partijen in navolging van Nederland een “Omtzigtje” doen. Als alternatief voor de AfD zijn zij in staat om een groot aantal zetels onder gematigde kiezers weg te kapen zodat het destructieve beleid na lange formatiepogingen gewoon doordendert. Tenzij er een wonder gebeurt, ziet de toekomst van Duitsland er weinig rooskleurig uit.