Door Frank Stadermann, oud-advocaat
Een bewerking van dit artikel verscheen in De Andere Krant Nr. 29 van 22 juli 2023, pag. 4
Zekerheidshalve begin ik met een disclaimer; ik ontken de Holocaust niet. Het wil er bij mij niet in dat alles wat ik heb geleerd over wat de joden in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan, niet waar is. Maar iemand die een andere mening heeft, mag dat wat mij betreft uitdragen. Waarom zou iemand die op dit punt, denk ik, een minderheidsstandpunt inneemt, het zwijgen moeten worden opgelegd?
De Franse filosoof Voltaire sprak ooit de woorden: “Ik ben het in alles met u oneens maar ik zal strijden voor uw recht om uw mening uit te dragen.” Velen, zoals president Kennedy, hebben hem dat nagezegd.
Ons kabinet heeft een andere opvatting. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel voor dat het strafbaar stelt om in het openbaar de verschrikkingen van de Holocaust te vergoelijken, te ontkennen of te bagatelliseren. De sanctie zal zijn een gevangenisstraf van maximaal één jaar.
De voorgenomen wet is een uitwerking van een verplichting die de Europese Unie aan de lidstaten heeft opgelegd. De lidstaten moeten van Europa ook bepaalde vormen van het publiekelijk vergoelijken van ándere misdaden expliciet strafbaar gaan stellen. Genoemd worden de misdaden genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.
Nog afgezien van de vraag naar de rechtmatigheid van een verbod op het ontkennen etc. van de Holocaust, hoe ‘dringend’ is het probleem eigenlijk? Gebeurt het vaak dat de Holocaust wordt ontkend of wordt afgezwakt? Ik ken geen mensen die zoiets betogen. Ik lees veel alternatieve media maar ik kom er nooit iets over tegen. Volgens mij leeft het niet. De vraag komt dan bij mij op of er misschien iets anders achter het plan schuil gaat. Moet de Holocaustontkenners misschien het zwijgen worden opgelegd omdat ze gelijk hebben? Ik zou het bijna gaan denken.
Zijn Holocaustontkenners antisemitisch?
De minister van Justitie licht de wenselijkheid van het verbod op het vergoelijken, ontkennen of bagatelliseren van de Holocaust (in grammaticaal slecht Nederlands) als volgt toe:
“Zo zien we regelmatig dat het monster van het antisemitisme weer de kop opsteekt. Dit baart mij ontzettend veel zorgen en mogen wij niet onbeantwoord laten, want de les van de Holocaust is geen geschiedenisles.”
Wat de minister bedoelt met de zin dat de les van de Holocaust geen geschiedenisles is, ontgaat mij. Doch dit terzijde.
De minister ziet een verband tussen het ontkennen van de Holocaust en antisemitisme. Ik betwijfel of het ontkennen of afzwakken van de Holocaust per definitie iets te maken heeft met antisemitisme. Er zullen vast ontkenners bestaan die antisemiet zijn. Maar dat maakt nog niet iedere ontkenner een antisemiet. Ik betwijfel ook dat het antisemitisme de kop op steekt. Het is een beeld dat, komt mij voor, voornamelijk bestaat in de fantasie van de minister van Justitie en van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Mensen met een afwijkende, ten opzichte van de overheid kritische mening krijgen al heel snel het etiket “antisemitisch” opgeplakt. Een beetje een complotdenker is tegenwoordig ook een antisemiet. Ook David Icke was, toen hij Nederland wilde binnenkomen, ineens een Holocaustontkenner en daarmee een antisemiet.
Wat er dus gebeurt, is dat de overheid een probleem bedenkt. Dat doet men om de oplossing van het probleem te kunnen misbruiken, zoals we aanstonds zullen zien.
De rechter mag het verbod buiten werking stellen
Het voorgenomen verbod staat natuurlijk op gespannen voet met artikel 7 van de Grondwet. In dat artikel is de vrijheid om gedachten en gevoelens te openbaren, vastgelegd. Omdat het in de Grondwet staat, zou men denken dat die vrijheid van meningsuiting is gegarandeerd. Maar dat valt tegen. Wat voor zoveel grondrechten geldt, geldt ook hier. Artikel 7 kent als uitzondering: “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”. Van het grondwetsartikel mag dus worden afgeweken. Daarmee wordt de aankomende wet gelegitimeerd.
Een verbod op ontkennen van de Holocaust is daarnaast in strijd met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat eveneens de vrijheid van meningsuiting garandeert.
Omdat verdragen boven wetten gaan, staat het de rechter dus vrij om de voorgenomen wet straks onverbindend te verklaren wegens strijdigheid met het EVRM. Helaas heeft de rechterlijke macht opgehouden zelfstandig na te denken en volgen rechters slaafs het beleid van de overheid. Als we ons dat realiseren, begrijpen we ook dat we van die kant weinig hoeven te verwachten.
Wat is de reikwijdte van het verbod?
Hoever strekt het verbod precies? Mag men wel vraagtekens plaatsen bij het áántal Joden dat zou zijn vermoord? Waarom is het beledigend voor de nabestaanden als iemand zou zeggen dat er geen 6 miljoen maar 2 miljoen Joden zijn omgekomen? Is dat bagatelliseren?
Een ding is zeker: het in voorbereiding zijnde verbod gaat tot veel discussie leiden over de vraag of men een Holocaustontkenner moreel gezien wel het zwijgen mág opleggen. Daarmee krijgt het ontkennen van de Holocaust alleen maar meer aandacht. Is het nu niet juist de bedoeling om dat tegen te gaan?
Nederland: de nieuwe DDR
Zoals hiervoor gezegd; het aankomende verbod gaat gevolgd worden door meer, vergelijkbare verboden. Want dat moet van Europa. Dat wordt nog interessant. Ik kan nog vele onderwerpen bedenken waar een verbod om een afwijkende mening te uiten, kan worden verwacht, omdat die dan ook beledigend zijn voor de nabestaanden. Een verbod om te betogen dat de instorting van de Twin Towers een inside-job was bijvoorbeeld; dat de MH17 niet door een Russische Buk-raket werd neergehaald; dat zal dan ook allemaal wel kwetsend voor de nabestaanden zijn.
En mag je straks nog roepen dat de prikken tegen COVID-19 dodelijk waren? Dat is natuurlijk heel pijnlijk voor mensen die een geprikte dierbare hebben verloren. Dus ook dat gaat misschien wel verboden worden. Maar ook daarmee is het eind nog niet in zicht. Het zal pas stoppen als Nederland eindigt zoals het was in de DDR: afwijkende meningen zijn niet toegestaan en houd je mening voor je!
Het in de maak zijnde verbod vormt de aanloop naar zo’n dictatuur. Het kan haast niet anders dan dat het daarvoor zelfs is bedoeld. Maar dat laatste durf ik niet hardop te zeggen, want dan ben ik een complotdenker en dus ook een antisemiet tevens Holocaustontkenner.