Door Drs. Mariëlle Van Heugten, psycholoog
Afgelopen week heb ik diverse bijzondere gesprekken gehad in het kader van verbinding.
Gesprekken met gelijkgestemden, lokale ondernemers en contactpersonen van regionale, nationale en internationale netwerken.
En eigenlijk gingen al die gesprekken in de basis over verdeeldheid versus verbinding.
Er is veel verdeeldheid in de wereld, van micro- tot macroniveau.
Er is verdeeldheid tussen mensen betreffende meningen, ideeën, gevoelens, visie en missie.
En er is verdeeldheid in onszelf.
We willen onszelf zijn.
We willen verbinden.
We willen een mooiere wereld.
En daarover heeft ieder van ons zijn of haar eigen ideeën.
En eigen manieren.
Ook onder ‘gelijkgestemden’ zijn er veel verschillen, die soms tot verdeeldheid leiden.
De één richt zich vooral op de binnenwereld, middels zelfreflectie, innerlijke processen, schaduwwerk of meditatie: onderzoekend, ontdekkend, procesgericht.
De ander legt zich toe op creëren en manifesteren in de externe wereld: praktisch, concreet, resultaatgericht.
En weer een ander houdt zich bezig met beide.
Beide bewegingen zijn mijns inziens belangrijk.
Ze bestaan naast elkaar.
Maar niet zonder elkaar.
En ze hoeven ook niet in elkaar op te gaan.
Als meerdere ‘vormen’ naast elkaar bestaan en open staan voor verbinding, kunnen ze allemaal groeien en ontwikkelen. Werken aan eigen én gezamenlijke doelen.
Door te zijn wie je bent.
Door te doen waar je goed in bent.
En door bruggen te bouwen.
Over en weer.
Tijdens één van de gesprekken kreeg ik een ingeving.
Een metafoor.
Er zijn sloten, beken, kanalen en rivieren.
Er zijn meren, zeeën en oceanen.
En er is water.
Sloten, beken, kanalen en rivieren monden uit in meren, zeeën en oceanen.
En ze zijn allemaal gevuld met water.
Maar ze zijn niet hetzelfde.
Ze hebben allemaal een eigen vorm.
Een eigen route.
Een eigen functie.
Een eigen waarde.
En ze zijn verbonden met elkaar.
Ze voeden elkaar.
Ze compenseren elkaar.
Ze houden elkaar in balans.
Dat kan alleen als ze hun eigen identiteit behouden.
En de identiteit van de ander respecteren.
Als je twee rivieren in elkaar wil laten opgaan, stroomt er één over en komt de ander droog te staan.
Dat is water naar zee dragen.
Ook ons menselijk lichaam bestaat voor een deel uit water.
Dat wil niet zeggen dat we water ZIJN.
Of dat we hetzelfde (moeten) zijn als ieder ander mens.
Of dat we in elkaar moeten opgaan.
Gelijkgestemdheid of gelijkgezindheid betekent niet dat je in alles hetzelfde bent, denkt en doet.
Gelijkheid en gelijkwaardigheid betekent ook niet dat je allemaal identiek bent aan elkaar.
Het hebben van dezelfde bron is niet hetzelfde als hetzelfde ZIJN.
Juist het anders-zijn creëert beweging.
De variaties maken het levendig.
De ‘eigenheid’ zorgt voor vernieuwing.
En ‘eigen-wijsheid’ zorgt voor creativiteit.
We leven in de dualiteit van het aardse bestaan.
Verbinding ontstaat en bestaat tussen het één en het ander.
We leven als individuele zielen in een menselijk lichaam.
In een zichtbare, tastbare, identificeerbare realiteit.
En tegelijkertijd in een onzichtbare, fijnstoffelijke dimensie.
Dat bestaat allemaal naast elkaar.
En uiteindelijk is alles één.
Voorbij de dualiteit van het mens-zijn.
En waar alles één is, hoeft er niets met iets verbonden te worden.
Er zijn sloten, beken, kanalen, rivieren, meren, zeeën en oceanen.
En er is water.
En er is de energie van water.
Het is er allemaal.
Jij, de ander, de wereld en de kosmos.
Waarin jij jezelf kunt zijn, jouw weg kunt vinden, jouw talent kunt ontwikkelen en jouw potentieel kunt manifesteren.
En waarin je de ander kunt respecteren in diens eigenheid en ‘anders-zijn’, in diens weg, talenten en manifestaties.
Daarmee draag je bij aan een nieuwe wereld.
Vanuit verbinding met jezelf.
In verbinding met de ander.
Direct of indirect.
Autonomie in verbondenheid.
In een duale wereld.
In een nonduaal ‘al’.
Water en zee.
En zo.