Door Paul Frijters, Gigi Foster, Michael Baker
Het originele Engelstalige artikel vindt u hier.
De omwentelingen in het Westen van de afgelopen 33 maanden werden gevoed door spanningen daterend van vóór maart 2020. In feite bouwden ze zich al een aantal jaren gestaag op, totdat ze culmineerden in een door covid veroorzaakte aardverschuiving. Betekent deze aardverschuiving in onze tijd het einde van de vooruitgang? Zo ja, is dit goed of slecht, en hoe moet Team Nuchter reageren?
Deze vragen werden onlangs op Brownstone door Aaron Vandiver gesteld in een uitstekend stuk dat een genuanceerd perspectief biedt dat door velen gedeeld wordt. Vandiver geeft toe sterk beïnvloed te zijn geweest door de argumenten van de “Club van Rome”, een in 1968 opgerichte organisatie die in de jaren zeventig lijvige rapporten uitbracht over hoe eindige, natuurlijke hulpbronnen onvermijdelijk een grens aan de groei betekenen, en dat de mensheid daarom moet leren hetgeen beschikbaar is op duurzame wijze met elkaar te delen.
Ook wij groeiden op in een intellectuele omgeving doordrenkt met negatieve houdingen ten aanzien van het idee van voortdurende materiële vooruitgang, waarbij meerdere leden van onze uitgebreide familie regelmatig verkondigden dat de “groeifetisj” van de mens de ecologische ondergang van de wereld teweeg zou brengen, en bovendien fundamenteel immoreel en egoïstisch was.
Vandiver betreurt de verwoesting door een superrijke elite die het idee van vooruitgang heeft laten varen. Hij ziet dat ze proberen hun eigen macht en rijkdom veilig te stellen ten koste van alle anderen. Toch is Vandiver het ook fundamenteel eens met het basisargument dat de mensheid zich moet aanpassen aan het einde van de groei door onze samenlevingen volgens de een of andere hoogmorele standaard opnieuw in te richten, ook een kernargument (toevallig) in de “Great Reset” en andere boeken. Hij vindt alleen dat iemand anders, in plaats van de huidige elite, de herinrichting zou moeten leiden.
Omdat wij deze overtuiging vroeger deelden, menen wij te begrijpen hoe Vandiver hierbij komt en hoe verleidelijk het is om ons dat voor te stellen wat hij van ons vraagt: een grote Kumbaya-achtige verbroedering tussen de volkeren van de wereld, terwijl ze leren te delen wat er is, in plaats van deel te nemen aan een chaotische concurrentieslag voor meer en meer. Maar is dit onvermijdelijk of zelfs haalbaar, en wat betekent het voor de toekomst van de mensheid en voor wat we nu moeten doen?
Als er geen groei is, wat dan wel?
Het idee van groei opgeven zou een gapend gat achterlaten in de zielsdrijfveren van de mensheid. Waar zou dat toe leiden?
Afzien van groei als doel van de mensheid betekent volgens ons onvermijdelijk een terugkeer naar een feodaal systeem, waarin, zoals de geschiedenis ons heeft geleerd, de mensheid duizenden jaren heeft stilgestaan. Mensen in feodale systemen zaten vast zonder groei per inwoner, maar met genoeg technologie om slavernij mogelijk te maken. Zodra er wordt geloofd dat de grootte van de taart vastligt, maar de middelen om anderen tot onderwerping te dwingen beschikbaar zijn, wordt de energie binnen het politieke systeem ingezet om de machtigen te helpen hun deel van de taart veilig te stellen en het aan anderen toegekende deel te minimaliseren.
Er ontstaat een negatief evenwicht waarin de grote meerderheid wordt geknecht door een kleine minderheid, gekoppeld aan een ondersteunende ideologie om de grote meerderheid te kalmeren door hen te verzekeren dat de situatie eerlijk is. Zo’n systeem wordt ook gekenmerkt door een groep wrede stromannen die degenen die niet tot de elite behoren in het gareel houden. Dit is precies wat op dit moment in het Westen aan het ontstaan is.
Het beeld dat we hierboven schetsen was de realiteit van het leven gedurende vele eeuwen in de imperiums van China, Rusland, middeleeuws Europa, India, Latijns-Amerika en elders. De ondersteunende ideologie en de namen van de elites varieerden, maar de politiek was vrijwel hetzelfde: een situatie van dienstbaarheid voor de overgrote meerderheid, zonder zeggenschap over hun eigen lichaam of hun eigen tijd. De onderworpen volkeren in Romeinse, Arabische en koloniale maatschappijen waren slaven.
De middeleeuwse Europese ondergeschikten werden “horigen” of “vazallen” genoemd. In India werd de onderkant “onaanraakbaren” genoemd. In een werkelijkheid waarin de vooruitgang stopt, met excuses aan Klaus Schwab, zullen de zwakken “niets bezitten, ongelukkig zijn en regelmatig geslagen en verkracht worden.
De werkelijkheid waarvan we gedurende covid hebben “genoten”, lijkt griezelig veel op deze voorstelling. De hamsterwoede van de elites en de brute aanvallen op andermans persoonlijke vrijheden zijn precies de dynamiek die Vandiver schetst, als hij schrijft over rijke mensen die mijmeren over hoe ze hun bewakers in toom kunnen houden als de groei eenmaal op is. Hij vertelt over hun fantasieën waarin zij, als meesters, hun belangrijkste handhavers halsbanden omdoen om ze in het gareel te houden.
Dit gevolg van het loslaten van groei werd niet verwoord door de Club van Rome, noch door de wetenschappers van de IPCC-rapporten [Intergovernmental Panel on Climate Change, red.] die dezelfde lijn volgden, noch door de auteurs van de Great Reset, en voor zover wij weten, evenmin door enige moderne goeroe die een “stop-de-groei”-deuntje zingt. In plaats van een levensvatbare handleiding die ons vertelt hoe het zou gaan zonder groei hebben we de zwakke deus ex machina van een of andere grote verbroedering.
Maar, zoals we zagen bij de auteurs van de Great Reset, klagen de aanhangers van de geen-groei-ideologie niet wanneer slavernij ontstaat. Wij concluderen dat degenen die de oplossing presenteren als een morele opleving volgend op de groeistop, niet eerlijk zijn. Zij willen dat wij hen zien als grote morele redders die vertrouwd moeten worden met de macht om ons te leiden naar een land van harmonie en uitwisseling. En eenhoorns, waarschijnlijk.
In tegenstelling tot deze grote verbroedering van de mens, is onze beoordeling van de politiek van de geen-groei-mentaliteit dat het zal leiden tot grootschalige slavernij en menselijke ellende. We waren ruim tien jaar vóór het covid-tijdperk tot deze vaststelling gekomen en schreven er uitgebreid over.
De laatste grens?
Afgezien van de waarschijnlijke politieke gevolgen van het opgeven van groei als doel, is er de meer fundamentele vraag of er daadwerkelijk harde grenzen zijn aan de groei die tijdens ons leven zullen worden bereikt. Als er nu een technologische grens is bereikt, dan wordt de politieke ramp van slavernij onvermijdelijk doordat er geen groei is, hoe sterk we ons er ook tegen verzetten. Is dit de sombere realiteit waar we voor staan?
Grenzen aan de groei worden al eeuwen voorspeld. De Club van Rome behoorde tot een lange rij van gremia die soortgelijke voorspellingen deden, waarvan de theorie van de Malthusiaanse val misschien wel de bekendste is. In “An essay on the principle of population” (1798) stelde Thomas Malthus dat elke groei snel teniet zou worden gedaan door een bevolkingsexplosie, wat betekende dat bittere armoede het onontkoombare lot van de mensheid was. In de ogen van Malthus waren het de zwakkere, ziekere mensen (‘de armen’) die zich sneller voortplantten, omdat ze minder te verliezen hadden, met als gevolg een neerwaartse spiraal in de levenskwaliteit voor iedereen.
De angst van de rijken dat de ‘verkeerde mensen’ zich het meest zullen voortplanten en daardoor de aarde zullen erven, is een doorlopend thema in de geschiedenis. De oplossing hiervoor, vanuit het perspectief van de elite? Doelbewuste ontvolking, het moeilijker maken dat de ‘verkeerde mensen’ zich voortplanten, of zelf het snelst voortplanten. Je denkt misschien dat het daadwerkelijk uitproberen van dergelijke oplossingen tot het verleden behoort, maar net zoals boeren in feodale tijden toestemming moesten vragen aan hun heren om te mogen trouwen, was het tijdens lockdowns normaal dat er aan het sluiten van huwelijken grenzen werden gesteld, naar willekeur van “gezondheids”-bureaucraten.
Malthus en zijn vele na-apers hebben echter al twee eeuwen lang ongelijk gekregen, dankzij voortdurende technologische vooruitgang en verbeteringen in de sociale organisatie. De mensheid is erin geslaagd steeds meer te halen uit de eindige materiële hulpbronnen van de aarde en uit onszelf. Het toegenomen deel van het leven dat aan onderwijs wordt besteed, heeft zowel de productiviteit verbeterd als de vruchtbaarheid sterk beperkt, zodanig dat de mensheid niet langer uit eigen beweging op een bevolkingsexplosie afstevent.
Heeft Malthus vandaag de dag nog steeds ongelijk?
Tot begin 2020 lieten zowel het inkomen per hoofd van de bevolking als de armoedecijfers snelle verbetering zien. China groeide nog steeds, India haalde haar achterstand in, Zuidoost-Azië bloeide, en onderwijs en voedselzekerheid namen toe onder de bevolking van Afrika en Latijns-Amerika. Ruim meer dan de helft van de wereldbevolking ontsnapte aan armoede, gebrek aan kennis en voedselonzekerheid.
Globaal genomen nam de menselijke levensverwachting vóór 2020 bijna overal toe. Te oordelen naar de statistieken van de meest elementaire gebieden van menselijk welzijn in 2019 (gezondheid, inkomen, onderwijs, mogelijkheden voor voedselproductie) was het einde van de groei in 2019 niet in zicht en was er nog veel verbetering mogelijk voor de overgrote meerderheid van de wereldbevolking. Het gevoel van snelle vooruitgang in de nieuwe machtscentra (bv. Shanghai en New Delhi) was merkbaar.
Over het geheel genomen stagneerde de groei in het geheel niet, noch in werkelijkheid, noch wat betreft de aantrekkingskracht ervan op de interne ideologie van de mensen. Dit ondanks het feit dat de westerse elites en een aanzienlijk ondersteunend gezelschap van moraalridders zich regelmatig zorgen maken over groei, wat een belangrijke reden is waarom de moderne westerse ideologie nu door veel landen wordt verlaten ten gunste van de Shanghai-coalitie die stevig geworteld is in een groei-ideologie.
Bij een nadere beschouwing van de technologische grens ligt het verhaal genuanceerder. In het laatste decennium is duidelijk enorme technologische vooruitgang geboekt op gebieden als AI [kunstmatige intelligentie, red.], internet, robotica, voedseltechnologie, transportsystemen en vele andere. Toch is technologische verbetering niet echt “vooruitgang” als zij niet in staat is verbetering te brengen voor het grootste deel van de mensheid. Hoewel het potentieel van de technologische vooruitgang enorm is, wordt dit potentieel niet onmiddellijk omgezet in een verbetering van het menselijk welzijn.
De huid niet verkopen vóór de beer geschoten is
Het is zelfs twijfelachtig of de bevolking in de meest geavanceerde landen begin 2020 baat had bij verbeterde technologie. In de afgelopen 30 jaar zijn er veel medische ontdekkingen gedaan, maar deze waren grotendeels niet doeltreffend genoeg om de algemene gezondheid van de bevolking te verbeteren. De jaarlijkse medische vooruitgang was voornamelijk gericht op de behandeling van specifieke acute aandoeningen, of het met een paar maanden verlengen van het leven van zieke, oude rijke mensen, tegen enorme kosten, waardoor de werkgelegenheid van massa’s medici in stand werd gehouden, zonder dat de gezondheid van de gewone bevolking er veel op vooruitging.
De gemiddelde gezondheid was en is veel beter gediend met voor iedereen toegankelijke elementaire en goedkope gezondheidszorg. Iets wat systematisch wordt vernietigd door het winstoogmerk in de volksgezondheid, die “elementair en goedkoop” als haar vijand beschouwt. Aan het begin van 2020 was de levensverwachting in een groot deel van het Westen bijna gestabiliseerd en begon in de VS zelfs af te nemen. Veel gezondheidsindicatoren verslechteren, zoals de mate van obesitas en de kwaliteit van de geconsumeerde voeding. Als je van gezondheid een verdienmodel kunt maken, loont het om iedereen te vertellen dat ze ziek zijn, en het is nog beter als ze echt ziek zijn. Wat dat betreft kun je aan covid-prikjes twee keer verdienen: aan de prikken zelf en aan de schade die ze aanrichten.
Zelfs als we de commerciële sabotage van de volksgezondheid in de VS en elders buiten beschouwing laten, is er de afgelopen generatie vrijwel geen vooruitgang geboekt bij het verhogen van de maximumleeftijd die mensen kunnen bereiken. De hoogste betrouwbaar geregistreerde leeftijd die een mens ooit heeft bereikt, is 122, en die francaise stierf 25 jaar geleden. De huidige oudste persoon is 118. Tot zover de voorspellingen dat mensen de rijpe leeftijd van 200 jaar kunnen bereiken.
Bovendien gloort er geen enkele belofte dat individuele mensen eeuwen in leven kunnen blijven: op de leeftijd van ongeveer 95 jaar heeft men een kans van 1 op 4 om dat jaar te sterven. Op 107 is de kans 1 op 2. Op 117, 4 op 5. Dus zelfs als we erin zouden slagen een miljoen mensen hun 100e verjaardag te laten halen, zal minder dan één daarvan gemiddeld de 120 halen.
Ons lichaam takelt gewoon geleidelijk af, en er is tot nu toe niets gevonden om onze teloorgang te voorkomen. Ook zijn er geen realistische vooruitzichten, hoewel er geen tekort is aan kwakzalvers die de rijken beloven een eindeloos leven voor hen te kunnen realiseren. Ook aan die fantasie is niets nieuws.
Hetzelfde gebrek aan werkelijke vooruitgang, ondanks de ontwikkeling van luxe nieuwe technologie, blijkt uit de gemiddelde productiviteit in het Westen, die de afgelopen 30 jaar grotendeels is gestagneerd. AI, robotica, miniaturisering, en dergelijke hebben hun voordelen gehad voor de mens, maar deze zijn tenietgedaan door negatieve effecten, zoals de passiviteit als gevolg van dwangmatig gebruik van mobiele telefoons.
Op individueel niveau zijn zowel IQ-scores als het vermogen om zich te concentreren op complexe abstracties afgenomen; in het Westen sinds het einde van de jaren negentig. Dit houdt, volgens ons, waarschijnlijk verband met de constante afleiding door mobiele telefoons, sociale media en e-mail alsook de toenemende aanwezigheid van hersenloze bureaucratie. Andere negatieve sociale factoren zijn de toenemende drukte in onze steden en de verminderde organisatorische intelligentie in het bedrijfsleven. Met haar reële effecten op onze levenskwaliteit, beïnvloed door de maatschappelijke en politieke krachten van de afgelopen drie decennia, is de nieuwe technologie ruwweg een wassen neus gebleken in termen van wereldwijde productiviteit.
Er zijn verschillende variaties op dit thema zichtbaar als we naar andere landen en culturen kijken. In de “best geleide” landen in de wereld (Scandinavië, Zuid-Korea, Singapore, Taiwan) is de afgelopen 20 jaar vooruitgang geboekt. Dit terwijl de VS zijn gestagneerd en zelfs achteruit zijn gegaan, waarbij de helft van de Amerikaanse bevolking ongezonder, dikker en armer is en een lagere intelligentie en slechtere uitgangspositie heeft.
Veel indicatoren van sociale mobiliteit zijn in de westerse landen ook verslechterd, zoals de kans dat de nieuwe generatie meer verdient dan hun ouders of een eigen huis heeft. De ladders van succes zijn zo goed als verwijderd voor de jongere generaties, wat exact is wat je kunt verwachten in een samenleving die steeds feodaler wordt. Onze jongeren worden dan dommer, armer, angstiger, eenzamer, gekleineerd en afhankelijker van hun ouders en de neofeodale bureaucratie dan de vorige generaties.
Is alles verloren?
Wij denken niet dat het hierboven geschetste sombere beeld van onze huidige realiteit geldt voor het potentieel van de mensheid. Het gebruik van nieuwe technologieën binnen ons huidige politieke en sociale systeem heeft ons in veel landen misschien dommer, slaafser en minder gezond gemaakt, maar die uitkomst is niet onvermijdelijk.
Het is mogelijk om de voordelen van mobiele telefoons en internet te benutten zonder de slopende effecten van voortdurende afleiding: we hoeven bijvoorbeeld alleen maar te leren hoe we als collectief onze blootstelling aan deze afleidingen beter kunnen beperken, zodat we opnieuw leren hoe we ons moeten concentreren en diep moeten nadenken. Sociale experimenten in die richting vinden al plaats, met gezinnen en bedrijven die leren hoe ze het gebruik van e-mails en mobiele telefoons kunnen beperken tot de juiste manieren en tijden van gebruik .
Gezien het enorme verlies dat door het huidige “normale gebruik” wordt veroorzaakt, zal dit experiment waarschijnlijk leiden tot succesvolle modellen die door de samenleving als geheel zullen worden overgenomen. Onze sociale systemen mogen dan traag zijn in het doorgronden van het gebruik en de valkuilen van technologie, maar we zijn zeer adaptieve wezens. We komen er geleidelijk achter en kopiëren dan de successen van degenen onder ons die al oplossingen bedacht hebben. We doen dit vooral wanneer de te behalen winst groot is, zoals in dit geval.
Het lijkt ons onwaarschijnlijk dat de gezondheidszorg in de komende 50 jaar in het Westen veel beter zal worden dan wat in 2019 in Scandinavië en Japan te zien was. Maar we denken wel dat het mogelijk is dat de minder bedeelde helft van de samenleving in de VS en veel andere landen een betere gezondheid heeft. Gewoon door opnieuw te ontdekken wat goed werkt. We kunnen ook uitzoeken hoe we een actieve levensstijl realiseren, met gezond eten en betere voor zorg voor onze geestelijke gezondheid. Veel verbeteringen op dergelijke gebieden werden in 2019 al op verschillende plaatsen toegepast.
De reden voor ons optimisme is dat gezond gedrag, sociale warmte en economische productiviteit samengaan en een winnend pakket vormen op het gebied van sociale concurrentie, dat bovendien al is gevonden. Dat recept moet het uiteindelijk winnen van de inferieure pakketten die we de afgelopen 50 jaar dominant hebben zien worden. Het gaat er “slechts” om dat de krachten van concurrentie en jaloezie het winnen van de kortetermijnkrachten van corruptie en neofeodaal fascisme die vandaag de dag zo dominant zijn in de VS en veel Europese landen.
Verbeteringen in zicht
Als het gaat om productiviteit en materiële vooruitgang op milieugebied, denken wij dat enorme vooruitgang mogelijk is. Wij denken daarbij niet alleen aan verbeteringen van de water- en luchtkwaliteit die veel westerse landen al hebben doorgevoerd met behulp van technologie en die naar andere landen kan worden verspreid. Wij zijn ook buitengewoon optimistisch over het potentieel van de “natuur” als geheel, afgemeten aan het volume en de diversiteit van planten en dieren.
Denk aan het potentieel. Grote delen van de aarde, zoals een groot deel van Canada en Siberië, zijn behoorlijk vruchtbaar, maar worden vandaag de dag weinig gebruikt. Er bestaat technologie die andere grote gebieden, zoals woestijnen, kan omvormen tot weelderige groene gebieden. Ongeveer 71% van het aardoppervlak is bedekt met oceanen die een potentieel rijke habitat vormen, maar waar momenteel relatief weinig leeft. Met onze gerichte inspanningen zouden al deze plaatsen veel meer leven kunnen bevatten.
Naar onze mening kan en zal er in de toekomst waarschijnlijk een échte “groene agenda” ontstaan, waarin de mensheid enthousiast de uitdaging aangaat om meer natuur te creëren. In plaats van te zeuren over problemen zal de mensheid zich uiteindelijk richten op het proactief uitbreiden van de natuur.
In dit licht bezien is het probleem met het milieu niet dat we geen groeimogelijkheden meer hebben, maar dat er te weinig groeimindset is. Veel mensen die om het milieu geven, zijn in de ban geraakt van de hedendaagse, op zonde gerichte, “groene” ideologie, waarin de mens en zijn streven naar groei als het grootste probleem worden gezien. Zodra zij zich van deze verlammende betovering hebben bevrijd, zullen zij ontdekken hoe zij deel van de oplossing kunnen zijn in plaats van deel van het probleem.
Neem bijvoorbeeld Saoedi-Arabië. Dit is een plaats met een sterke en onverholen groeimindset, waar de autoriteiten serieus overwegen 10 miljard bomen te planten met behulp van ontzilt water dat met behulp van zonne-energie wordt opgewekt. Die bomen zouden het land veranderen van een woestijn in een tropisch paradijs, het klimaat veranderen en de hoeveelheid natuur met een enorm veelvoud doen toenemen. Wij juichen dergelijk denken en experimenteren toe.
Ook in termen van sociale organisatie kan de mensheid veel meer vooruitgang boeken. De meer egalitaire structuren van Singapore en Scandinavië zijn veel productiever gebleken dan de autoritaire modellen die de laatste decennia in de Angelsaksische landen zijn versterkt. Als ze de sociale organisatiestructuren en normen van Denemarken of Zwitserland weten te evenaren, zou de Amerikaanse bevolking gemiddeld 5 jaar langer leven, haar eigen menselijk kapitaal vergroten, de indicatoren van lokale milieugezondheid verbeteren, de misdaad terugdringen, veel minder buitenlandse conflicten hebben, en vele andere voordelen genieten.
Onze samenlevingen kunnen volgens ons ook veel meer uit de genialiteit van hun eigen bevolking halen. Door mensen te mobiliseren in burgerjury’s die leiders benoemen, en in door burgers ingerichte media-organisaties die diverse perspectieven toevoegen. Er zijn grenzen aan de mate waarin de mensheid op dergelijke gebieden kan verbeteren, maar we denken niet dat we daar al dichtbij zijn. Groei voor enkele generaties is nog steeds mogelijk. In de VS en een groot deel van het Westen die de afgelopen 30 jaar op het gebied van politiek en sociale organisatie achteruit zijn gegaan, ligt vooruitgang nog steeds voor het oprapen.
Zelfs voor bijkomende generaties zien we een overvloedig groeipotentieel zodra we erachter komen, hoe we AI kunnen gebruiken om het tempo van de technologische verandering op te voeren. Dingen die nu onmogelijk lijken, zoals het bouwen van grote levende structuren diep in de oceaan, zouden door AI kunnen worden bedacht, in plaats van door ons. Ruimteonderzoek, schonere energie, hergebruik van al het afval dat we nu begraven of verbranden, schone mijnbouw enzovoort zijn allemaal technologische uitdagingen waarvoor AI wel eens de antwoorden zou kunnen bieden.
Kortom, we zijn zo ver verwijderd van enige “harde grens” op ecologisch, technologisch of sociaal gebied dat we ons gemakkelijk op groei kunnen richten voor de komende generaties. We hoeven ons niet neer te leggen bij de slavernij die inherent is aan een situatie zonder groei.
Waarom zou het Westen het “ellendige buitenbeentje” in de internationale gemeenschap willen worden, gemeden door de rest? Zij die echt het beste willen voor de volkeren van het Westen moeten zich niet laten leiden door zelfkastijdende zondeverhalen maar door het verlichte idee van vooruitgang.
Twee vragen blijven over: waar komt het huidige zelfvernietigende pessimisme in de westerse cultuur vandaan, en wat bepleiten wij als leidende visie voor degenen die onze analyse zien en onderschrijven?
Waarom lopen we onszelf in de weg?
Wij zien twee verschillende redenen voor het huidige pessimisme in de westerse cultuur. De ene is de feitelijke ervaring van grote groepen in het Westen die hun levensstandaard hebben zien verslechteren ten opzichte van die van hun ouders, iets wat vooral in de VS duidelijk is. De reden voor die ervaring doet niet terzake voor het gevolg ervan, namelijk een generatie mensen die van nature pessimistisch is geworden over hun eigen toekomst en de toekomst van hun samenleving en op zoek is naar factoren waaraan zij de schuld kunnen geven. Deze ontmoedigde, kwetsbare mentaliteit is het “echte” gevolg van de opkomst van het fascistische feodalisme in onze samenlevingen in de afgelopen 50 jaar.
Deze eerste reden heeft een diep religieus en zelfs spiritueel element. Om te kunnen omgaan met een realiteit die weinig hoop biedt en waarin men voortdurend herinnerd wordt aan het eigen “falen”, vinden veel mensen psychologische steun in het idee van een apocalyps. Als de wereld vergaat, worden de eigen mislukkingen minder belangrijk. Als diepe, duistere krachten de wereld naar beneden trekken, dan zijn de teleurstellingen waarvan zij getuige zijn tenminste niet het gevolg van persoonlijke mislukkingen.
Dit is de diepe logica van de feodale ideologie. Om met het slavenbestaan te kunnen omgaan, wil een slaaf geloven dat het niet beter kan, en dat slaaf-zijn in feite een natuurlijk onderdeel is van het lot of de goddelijke orde der dingen. Op een perverse manier haalt de verkrachte en gekleineerde slaaf troost uit pessimisme en fatalisme. Dergelijke ideologieën vangen slaven in een slavenmentaliteit, waarin geloven in hoop een enorme en vaak onbetaalbare inspanning kost.
Erger nog, de hoop van anderen wordt verdacht en pijnlijk. Slaven die proberen om te gaan met hun “lot” willen niet te horen krijgen dat ze het beter kunnen hebben, en dat ze alle reële risico’s moeten nemen om in opstand te komen. De mantra wordt “Houd je hoofd naar beneden, doe wat je gezegd wordt, en klaag niet als je geestelijk of lichamelijk verkracht wordt. Richt je op de rebel die ons in gevaar brengt.” Dit is de mentaliteit waardoor de mensheid duizenden jaren feodalisme kon overleven. De westerse cultuur gaat snel terug naar die mentaliteit nu de onderliggende economische realiteit van het feodalisme (d.w.z. geen groei) enkele decennia zijn lelijke kop heeft opgestoken.
Deze eerste reden voor onze verlamming creëert een grote psychologische horde die een samenleving zou moeten nemen om uit de feodale val te geraken door middel van een spontane opstand. Het meer waarschijnlijke beloop in het moderne tijdperk van vrij verkeer is dat andere samenlevingen die het goed doen, na verloop van tijd de meer hoopvolle “slaven” opnemen die daarheen reizen om een beter leven te krijgen. We hebben dit fenomeen al gezien in het covid-tijdperk toen mensen verhuisden van Californië naar Florida en van Duitsland naar Denemarken. Efficiëntere samenlevingen winnen op de lange termijn, maar om er als individu van te profiteren moet men erheen verhuizen.
Zoals de onderdrukte massa’s van Europa aan het eind van de 19e eeuw naar de VS trokken, zo zouden we ook grote stromen van Amerikanen kunnen zien die zich losmaken van het feodalisme, hoewel ze met wat geluk alleen naar staten binnen hun land hoeven te verhuizen in plaats van naar andere continenten. Het verlies dat dergelijke bewegingen voor de parasieten in de achtergebleven gebieden met zich meebrengt, betekent dat zij uiteindelijk hun broodwinning verliezen en gedwongen worden iets nuttigers, of tenminste minder schadelijks, te gaan doen.
De tweede reden voor het pessimisme in de westerse samenleving is dat pessimisme past bij het verdienmodel van de parasieten. Dit komt duidelijk naar voren in kernachtige samenvattingen van tactische strategieën voor manipulatie, zoals “Maak ze bang en hou ze kort”, “Angst verkoopt” en “Uw ondergang is nabij, maar koop dit en u kunt gered worden”. In de moderne tijd is het zoeken naar paniekverhalen het basisverdienmodel van de media geworden. Ook veel wetenschappers hebben er een carriere van gemaakt om subsidies en baantjes te vangen met rampvoorspellingen. Denk maar aan de covid- of de stikstofmodellen.
Het fundamentele bedrijfsmodel van veel parasitaire lagen van moderne bureaucratiën is het benadrukken van angsten en vervolgens te pleiten voor een uitbreiding van hun eigen bevoegdheden. Een goed voorbeeld is een recent “eigenbelang” document van de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie, opgesteld voor de G20-top, waarin de “paraatheid voor pandemieën” werd aangeprezen en werd gesuggereerd dat het triviale bedrag van 10 miljard dollar voldoende was om het te financieren. Het recente besluit om een Australisch CDC [Centrum voor ziektebestrijding, red.] op te richten is een ander voorbeeld.
Allen die dromen van controle geloven graag dat zij de wereld moeten regeren om haar te redden van een of ander groot gevaar. Uiteindelijk is dit gewoon een egoïstische fascistische fantasie. Het Westen gaat nu gebukt onder grote lagen parasieten die hun brood verdienen met het overdrijven van angsten en het bestelen van mensen onder het mom van hun redding. De EU-Commissie is een bijzonder flagrant voorbeeld van zo’n groep, maar ze zijn tegenwoordig overal: mensen die gewoon geld willen verdienen, maar hun samenleving veel kosten.
Beide redenen voor de ontmoediging van de huidige westerse bevolking hebben sterke lock-in effecten: ze creëren een dynamiek die de ontmoediging in stand houdt. Lagen van de samenleving die psychologisch of economisch afhankelijk zijn geworden van het pessimisme hebben daarmee goede redenen om te werken aan de instandhouding ervan.
Wat die greep zal verbreken is niet een gouden moment van openbaring, maar eerder de marktwerking. Binnen deze nieuwe slavenmaatschappijen kunnen afgescheiden groepen gelukkiger en productiever zijn dan degenen die nog steeds vastzitten aan moderne zondeverhalen en de controle door parasieten. In alle samenlevingen is er echte keuze.
De marktdruk op lange termijn gaat in de richting van efficiënte structuren. Het slavenmodel is niet efficiënt voor samenlevingen die worden gevoed door investeringen in menselijk kapitaal en daarmee een inherent geloof in vooruitgang door kennisgroei. In diepere zin is er nog steeds goed nieuws: productie en welvaartscreatie in onze samenlevingen zijn nog steeds afhankelijk van menselijk kapitaal en de wetenschappelijke vooruitgang die daardoor ontstaat.
Dit betekent dat het feodale fascisme op langere termijn niet kan winnen, omdat de “slaven” gewoon weg kunnen lopen, waarbij ze hun kapitaal in hun hoofd meenemen. Het feodalisme verloor eeuwen geleden van dynamische markten en het fascisme verloor zo’n 80 jaar geleden van de scheiding der machten. Beide zullen onvermijdelijk opnieuw verliezen. De enige vraag is hoe snel, en na hoeveel schade aangericht door het fanatisme van de leiders-zonder-groei.
Waarnaar we moeten streven
Wat is in het licht van het bovenstaande de taak van Team Nuchter in de komende jaren?
Het is onze taak om binnen de nieuwe slavenmaatschappijen positieve parallelle samenlevingen te creëren, ons aan te sluiten bij en hulp te bieden aan die landen en regio’s die zich al hebben ontworsteld aan het fascistische feodalisme dat nu in een groot deel van het Westen overheerst, en een pakket hervormingsideeën te ontwikkelen en te bespreken om te worden uitgevoerd wanneer de tijd rijp is.
We mogen het idee van vooruitgang niet loslaten. Vooruitgang – zowel in perceptie als in werkelijkheid – staat centraal in wetenschap, vrijheid en een bloeiende samenleving. Zonder vooruitgang leven we niet in liefde en waarheid, maar zijn we slaven.