Dag in dag uit horen we dat de anderhalve meter afstand de allerbelangrijkste maatregel is om “corona onder controle te krijgen”. Komen we te dicht in de buurt bij iemand, dan kunnen we besmet raken. Maar staan we op voldoende afstand – anderhalve meter – dan zijn we veilig, wordt ons telkens verteld. Echter, zelfs na ruim een jaar sinds het begin van de corona crisis is er nog geen enkel bewijs geleverd dat deze regel überhaupt werkt of zinvol is, ondanks dat dit wel telkens wordt beweerd. De overheid c.q. het RIVM is dan ook verplicht om deze bewering cijfermatig te onderbouwen, oftewel te kwantificeren. We helpen het RIVM graag een handje op weg door een analyse te maken van welke scenario’s er allemaal zijn en welke factoren er allemaal een rol spelen. Hierna hoeft het RIVM slechts in te vullen welke cijfers bij welk scenario horen.
Uitgangspunten c.q. aannames
Eerst moeten we bekijken van welke aannames rondom de anderhalve meter wordt uitgegaan, die via de media aan het volk (impliciet) worden gecommuniceerd. Dat zijn voornamelijk de volgende:
- Niemand is immuun voor het virus; iedereen kan besmet worden, ziek worden en eraan doodgaan.
- Iedereen stoot dezelfde virus last uit c.q. de hoeveelheid virus last maakt niet uit voor een besmetting.
- Besmette mensen zijn besmettelijk en gevaarlijk, iedereen is potentieel besmet.
- Je kunt besmet worden als je binnen 1,5 meter afstand van iemand staat – onafhankelijk van de omstandigheden – en je bent veilig als je de 1,5 meter aanhoudt.
Wij gaan in zijn algemeenheid mee met het idee dat hoe meer afstand je van iemand houdt, hoe minder kans je hebt op een besmetting. Maar de vraag is: hoeveel minder kans? Heb je op 1,5 meter afstand 50% minder kans op een besmetting of is dat maar 1% minder ten opzichte van 0,5 meter afstand? Heel zwart-wit wordt gesteld dat er een soort magische cirkel bestaat met een straal van 1,5 meter die als besmetting grens fungeert. Ergens is het begrijpelijk waarom dit zo wordt gedaan: iedereen begrijpt de regel en het is makkelijk te handhaven. Of het daadwerkelijk nodig is en of het besmettingen voorkomt, is echter de vraag.
Scenario’s en factoren
Laten we alle mogelijke scenario’s eens schetsen en afzetten tegen de afstand die we aanhouden tot anderen. We nemen onderstaande afstanden en maken daarbij onderscheid tussen de gezichten naar elkaar toe (FF, face-to-face) en met de gezichten van elkaar af.
Afstand | Analogie |
0 meter FF | Zoenen |
0 meter | Knuffelen |
0,25 meter FF | Intiem gesprek |
0,25 meter | Theater/vol OV |
0,5 meter FF | Normaal gesprek |
0,5 meter | Drukke demonstratie |
1,0 meter FF | Restaurant |
1,0 meter | Demonstratie |
1,5 meter FF | Vergadering |
1,5 meter | Rustig OV |
2,0 meter FF | Hoorzitting |
2,0 meter | Niet-drukke supermarkt |
10 meter | Bibliotheek |
10 meter met muur | Kantoorgebouw (overdracht via ventilatie) |
De situatie verschilt echter natuurlijk ook per soort ruimte waar meerdere omgevings- en weersfactoren een rol kunnen spelen zoals de ventilatie (binnen), de wind (buiten), de temperatuur, de luchtvochtigheid, regen (buiten) en de luchtdruk. Een overzicht met voorbeeldsituaties:
Ruimte | Beschrijving |
Buiten | Natuurlijke ventilatie, evt. met wind of regen |
OV bus of trein | Ramen kunnen soms open |
OV snelle trein | Ramen kunnen niet open |
OV ondergrondse trein | Drukte met weinig frisse lucht |
Supermarkt / Openbaar gebouw | Grote binnenruimtes met tientallen mensen |
Collegezaal/Theater | Grote binnenruimte met honderden mensen |
Horeca | Middelgrote binnenruimte met ventilatie |
School | Klaslokalen voor 20-30 kinderen |
Kantoorgebouw | Vooral kleine binnenruimtes |
Verpleeg- en zorginstellingen | Ziekenhuis kiemen in de ventilatie |
Van belang is eveneens wat voor personen er aanwezig zijn, of ze zelf symptomen hebben en hoe sterk het immuunsysteem is van degene die in aanraking komt met het virus. Bij een bepaalde virus last zullen bepaalde mensen misschien niet ziek worden of zelfs niet eens besmet, terwijl andere mensen bij dezelfde virus last wel ernstig ziek zouden kunnen worden. Dat is mogelijk bij respectievelijk een sterk en relatief zwak immuunsysteem. Los van de afstand en omstandigheden, kunnen we meerdere scenario’s bedenken waarin een besmet persoon in aanraking komt met een nog-niet besmet persoon. Wat is dan de kans op een succesvolle overdracht van een virus? Dat is dus wat gekwantificeerd moet worden. Wel is eenduidig dat de kans niet in elk scenario exact gelijk is, en er zal dan ook moeten worden gekeken wat de verschillen zijn tussen de scenario’s. Is het bijvoorbeeld doorslaggevend dat een besmet persoon symptomen heeft, of hangt het eerder af van de sterkte van het immuunsysteem van de blootgestelde persoon? En hoeveel invloed heeft het mondkapje?
Persoon 1 – kan virus overdragen aan anderen | Persoon 2 – blootgesteld aan besmet persoon |
Niet besmet | Geen besmetting mogelijk |
Wel besmet – geen symptomen | Zwak immuunsysteem |
Wel besmet – milde symptomen | Zwak immuunsysteem |
Wel besmet – stevige symptomen | Zwak immuunsysteem |
Wel besmet – geen symptomen | Sterk immuunsysteem |
Wel besmet – milde symptomen | Sterk immuunsysteem |
Wel besmet – stevige symptomen | Sterk immuunsysteem |
Wel besmet – draagt mondkapje | Zwak immuunsysteem zonder mondkapje |
Wel besmet – draagt mondkapje | Zwak immuunsysteem met mondkapje |
Wel besmet – draagt mondkapje | Sterk immuunsysteem zonder mondkapje |
Wel besmet – draagt mondkapje | Sterk immuunsysteem met mondkapje |
Een ander scenario is nog dat meerdere besmette mensen om een onbesmet persoon heen staan en deze gezamenlijk aansteken. Geeft dit een versterkend effect of maakt dat niet uit? Wat in dit verband sowieso ook nog meespeelt is, dat ‘besmettingen’ uitsluitend met de PCR-test worden vastgesteld, met een kans op een fout-positieve of een fout-negatieve uitslag. Ook zullen mensen met stevige symptomen van nature al het publiek mijden – wie gaat er immers naar buiten als hij ziek is? Zieke mensen die in het ziekenhuis liggen of in een verpleegtehuis verzorgd worden zijn bovendien sowieso al grotendeels geïsoleerd en kunnen niet in de openbare ruimte anderen besmetten.
Het mondkapje kan ook een rol spelen, maar ook hier zijn er variaties. Wat voor mondkapje wordt er gedragen? (Bijv. stof, chirurgisch kapje of FFP2) Wordt het mondkapje wel goed gedragen of hangt deze onder de neus en ontsnapt er veel lucht? In hoeverre reduceert het dragen van het mondkapje het besmettingsrisico zodanig dat de 1,5 meter veilig geschonden kan worden, zoals in een volle trein? En maakt het uit of alleen een besmet persoon een mondkapje draagt of iedereen?
Daarnaast zijn er nog meer factoren denkbaar , zoals het lengteverschil. Kan iemand van 1.90m überhaupt iemand van 1.60m besmetten als ze elkaar niet direct aankijken? De belangrijkste factor is echter de tijd: Hoeveel tijd brengen twee mensen met elkaar door in dezelfde ruimte waardoor men op den duur mogelijk aan een hogere hoeveelheid virus last wordt blootgesteld? En maakt het daarbij verschil of iemand zwijgt, fluistert, normaal praat, zingt of schreeuwt?
Overwegingen
Met een basale regel als “houd overal anderhalve meter afstand” onafhankelijk van de situatie, zal je
waarschijnlijk in veel situaties niet altijd veilig zijn. Tegelijkertijd wordt er soms onnodig veel afstand gehouden, wat de levenskwaliteit niet ten goede komt. Dit is vooral zonde als het besmettingsgevaar verwaarloosbaar klein of nul is. En zelfs als er besmettingen zijn betekent dat nog lang niet dat mensen er ziek van zullen worden.
Het zou een mooie afstudeeropdracht zijn om een wiskundig model te ontwikkelen dat alle bovengenoemde factoren meeneemt om zo uit te kunnen rekenen welk besmettingsrisico je in welke situatie loopt. Als we dit ongeveer kunnen inschatten, zouden veel meer gepaste maatregelen genomen kunnen worden om te proberen het aantal besmettingen te beperken op een zo effectief mogelijke manier en zonder onnodig veel levenskwaliteit en vrijheden te moeten inleveren. We zouden bijvoorbeeld een andere regel constellatie kunnen voorstellen, deels naar Zweeds voorbeeld, en ons afvragen wat het verschil is met de huidige regel constellatie in Nederland. Dit zou er als volgt uit kunnen zien:
- Buiten geen afstandsregels
- Houd binnen 1,5 meter afstand als je langer dan 5 minuten met iemand spreekt
- Blijf thuis als je symptomen hebt
- Moet je toch ergens heen terwijl je symptomen hebt, draag dan een mondkapje
- Houd afstand bij oudere en kwetsbare mensen, vooral als je bij ze op bezoek bent. Draag eventueel een mondkapje als ze dat willen
- Neem kennis van de ventilatie toestand in gebouwen
Bovenstaande regels zouden als aanbevelingen prima fungeren en wijken ook niet veel af van het normale leven. Daarnaast moeten we vaststellen dat heel strenge verplichte regels, zoals we die in het najaar 2020 hadden, ook niet hebben kunnen voorkomen dat alsnog duizenden mensen aan of met het coronavirus overleden. In feite is dat in geen enkel land gelukt. Hebben de corona regels dan echt een humanitaire ramp voorkomen of hebben ze praktisch nauwelijks verschil gemaakt?
Juist daarom is het belangrijk dat alle mogelijke besmetting scenario’s gekwantificeerd worden. Dat houdt in, dat de risico’s in cijfers worden uitgedrukt zodat aan de hand daarvan beredeneerd kan worden, wat wanneer wel een zinvolle maatregel is en wat wanneer niet. Aangezien onder de huidige maatregelen zelfs grondrechten en vrijheden worden ingeperkt, is de overheid c.q. het RIVM aan het volk wel de exacte cijfers verschuldigd als rechtvaardiging voor alle maatregelen. Bij het inperken van rechten hoeft de burger immers niet te bewijzen dat dit niet nodig is – de bewijslast ligt uitsluitend bij de staat. Beweringen als “de maatregelen werken en iedereen die anders denkt is een wappie” snijden dan ook geen hout en zorgen niet voor draagvlak als een cijfermatige onderbouwing volledig ontbreekt.
Tot slot
Er is nog een aspect: moeten we besmettingen eigenlijk wel tegenhouden? Zou het niet juist beter zijn om door middel van natuurlijke groepsimmuniteit, in het bijzonder bij de jongeren, de virusverspreiding te stimuleren en indien gewenst de risicogroepen te isoleren? We wisselen immers al sinds jaar en dag virussen en bacteriën met elkaar uit, en zelden heeft dat tot een humanitaire ramp geleid. Sterker nog, misschien is het constante trainen van ons immuunsysteem juist gezond. In elk geval kan ook hier de overheid niet hard maken waarom bij een globale IFR van 0,15% de natuurlijke groepsimmuniteit geen optie is.