Bedankt voor dit bezoek. Viruswaarheid gaat door als Voorwaarheid!

Waarom staat dit niet op de voorpagina van alle kranten?

Een superantigeen in de spike van SARS-2 dat niet in de spike van SARS zit

Door Jessica Rose, 12 juli

Het originele Engelstalige artikel vindt u hier.

Deze blog gaat over nóg een gevaar in verband met het spike-eiwit, en niet alleen de virale spike. Dit gevaar wordt een superantigeen genoemd. Een superantigeen kan allerlei T-cellen niet-specifiek activeren waardoor bijvoorbeeld hyperinflammatie [ernstige ontsteking; red.] en cytokinestormen worden veroorzaakt.

Een prachtige paper wordt momenteel geüpload naar de preprint-server OSF PREPRINTS (ingediend in november 2021), getiteld: “Differences in Vaccine and SARS-CoV-2 Replication Derived mRNA: Implications for Cell Biology and Future Disease” [Verschillen in mRNA afgeleid uit vaccins en SARS-CoV-2 replicaties; red.] Implicaties voor celbiologie en toekomstige ziekte).1  In dit artikel wordt gekeken naar de verschillen tussen het SARS-nCoV-2 virale spike en het gemodificeerde spike in de mRNA-injectie en wordt de vraag gesteld: is de gemodificeerde spike net zo, of zelfs meer pathogeen, dan de SARS-spike? Dat is ongeveer de strekking. 

De auteurs wijzen er in de conclusie terecht op dat transparantie en kwaliteitscontrole noodzakelijke aspecten zijn wanneer  een  biologisch middel wordt uitgerold bij de mens. Zij hebben een zeer goed onderbouwd en gedetailleerd artikel geschreven over de mogelijke verwoestende effecten van de codon-optimalisering van het spike-eiwit dat momenteel bij iedereen wordt geïnjecteerd, maar zij kunnen het niet gepubliceerd krijgen. Om een onbekende reden. De “redenen” die hun worden gegeven klinken vergelijkbaar met de “reden” die Peter en ik kregen in verband met ons Myocarditis paper, wat nog steeds hangende publicatie is.

Openbare en transparante kwaliteitscontrole van deze, vaak verplichte, injecties is noodzakelijk. Hierbij zouden sequentieverificatie en kwaliteitscontrole van de verschillende partijen (batches), alsook bewijsmateriaal (analyse) van de eiwitten die deze mRNA’s in patiënten tot expressie brengen, moeten behoren.

Een ander zeer interessant en verontrustend onderwerp dat in deze paper aan de orde wordt gesteld is het volgende: er zit een superantigeen in het SARS-nCoV-2 spike-eiwit. Is het daar geplaatst? Voordat ik hier verder op inga, raad ik ten zeerste aan het artikel te lezen van Kevin, Peter en Anthony en als u geïnteresseerd bent: Tamara Ugolini heeft Kevin onlangs geïnterviewd over dit onderwerp; dat kunt u hier bekijken.

De paper waarover ik vandaag een blog schrijf is er één uit hun referentielijst met de titel: “Superantigenic character of an insert unique to SARS-CoV-2 spike supported by skewed TCR repertoire in patients with hyperinflammation“.2  De titel zegt eigenlijk alles. Er zit een superantigeen in het spike-eiwit en het werd ingebracht.

Ik vind het moeilijk te geloven dat ik deze paper vandaag pas gevonden heb. Iedereen zou het hierover moeten hebben. Ze tonen aan dat er een korte sequentie aminozuren (epitoop) in het SARS-nCoV-2 spike-eiwit zit dat mogelijk een zeer sterke niet-specifieke binding aangaat met de T-cel receptor (TCR), wat massale niet-specifieke activatie van het immuunsysteem veroorzaakt – cytokinestormen die bijvoorbeeld tot sterfte  kunnen leiden. Deze korte sequentie komt overeen met een sequentie die voorkomt in Staphylococcus enterotoxine B (SEB)3  en wordt vanwege de bovengenoemde eigenschappen [heftige immuunactivatie; red.] een superantigeen genoemd 

Figuur 1: Schema van de activering van de TCR (T-cel receptor) door antigeen en door superantigeen.
https://www.slideshare.net/MUBOSScz/immunology-vii-hlaregulation

Zoals al mijn geweldige lezers al weten, bindt de TCR een molecuul dat een MHC- molecuul (major histocompatibility complex-molecuul) wordt genoemd (in dit geval MHC klasse-II), wat zich bevindt op antigeen-presenterende cellen. Mooie naam, hè? In situaties die niet-superantigeen zijn lijkt de interactie tussen de TCR en het MHC klasse II-molecuul veel op een standaard activatie – als de TCR met hoge affiniteit aan het gekoppelde molecuul en het specifieke antigeen bindt, treedt er  signaaloverdracht [het doorgeven van signalen binnen een cel; red.] op en gaat de cel aan het werk om te doen wat hij doen moet! Deze binding en herkenning leidt tot activering van ~0,01% van de T-cellen. Dit is het geval bij “gebruikelijke” antigenen. Superantigenen daarentegen hoeven alleen maar herkend te worden door het V-betagedeelte van de TCR (in plaats van alle andere deeltjes) om 20%! van alle T-cellen te stimuleren!

Figuur 2: Pinchuk IV, Beswick EJ, Reyes VE. Staphylococcal Enterotoxins.
Toxins. 2010; 2(8):2177-2197. https://www.mdpi.com/2072-6651/2/8/2177

Wat deze toxinen in wezen doen, is de noodzakelijke specificiteitscomponent wegnemen, zodat de activering van de T-cel en de daaropvolgende effecten kunnen plaatsvinden via de TCR, MHC-II antigeen interactie, terwijl dat normaal niet zou plaatsvinden. Alle functies van die T-cel worden dan geactiveerd, , inclusief  de productie van enorme hoeveelheden cytokines zoals IL-2 (dat tolerantie en controle van de immuniteit zelf in evenwicht houdt en, wat uiterst belangrijk is, de differentiatie van T-cellen naar het Treg fenotype [regulerende T cellen; red.] bevordert) en IFN-gamma (een krachtige activator van macrofagen en veroorzaker van MHC-II moleculen). Vergeet ook niet dat antigeen-presenterende cellen zoals macrofagen IL-6 produceren (waar heb ik dat eerder gehoord? ) als reactie op specifieke microbiële moleculen. En zo gaat de cyclus door.

En nu over de paper. Nu jullie allemaal een geweldig sterke achtergrond hebben in immunologie en biochemie, zullen jullie met gemak begrijpen waarom het beangstigend is dat deze auteurs ontdekten dat “het SARS-CoV-2-eiwit” een plek met hoge affiniteit bevat voor binding met de TCR β-keten, die een extra insertie bevat [insertie is een toevoeging van een of meer nucleotiden aan een DNA- of RNA-sequentie; red.], PRRA, die uniek is voor SARS2”. Die PRRA is de furinesplitsingsplaats die daar is aangebracht (naar mijn stellige overtuiging) en die essentieel is voor het ziekmakend vermogen.4  Deze wordt niet gevonden in SARS-nCoV of in enige andere verwante coronaviruslijn.

Ik moet hier iets doen. In een prachtig geschreven stuk over de beruchte Pradhan-paper staat een illustratie van een uitlijning voor de 4e insertie die in de paper wordt besproken. Laten we eens kijken hoe dit uitpakt.

Figuur 3: Aminozuur volgorde van SARS en SARS-2 met de oude vleermuis RaTG13 en
andere vleermuis-sequenties.
https://threadreaderapp.com/thread/1223666856923291648.html

Het probleem dat Houston (en de rest van ons) schijnt te hebben, is beschreven in de peer-reviewed literatuur. Een van die publicaties is getiteld: “De beweerde natuurlijke oorsprong van SARS-CoV-2 wordt ondermijnd door problemen met de genoomsequenties van zijn verwante stammen: Coronavirussequenties RaTG13, MP789 en RmYN02 leiden tot  meerdere vragen die door de wetenschappelijke gemeenschap kritisch moeten worden bekeken”.5 

Afgezien van de tikfout van de schrijver van dit stuk (GNTS moet QNTS zijn), die ik hem kan vergeven, lijkt hij zichzelf hierdoor in een onmogelijke hoek klem te zetten. De enige hierboven vermelde sequenties die de PRRA-sequentie bevatten (als onderdeel van de voorgestelde QTNSPRRA insertie), zijn de variaties van de SARS-nCoV-2 (de bovenste 3 sequenties). Misschien ligt het aan mij, maar dit lijkt te bewijzen dat deze sequentie van 4 aminozuren die de furine-splitsingsplaats (PRRA) omvat, en die overigens de besmettelijkheid van het virus verhoogt door het beter in staat tot replicatie en virulenter te maken (zie referentie 3), niet “toevallig” of “natuurlijk” kan zijn ontstaan. We hebben het hier over 4  (eigenlijk 8) aminozuren die opeenvolgend aanwezig zijn, niet 1 of 2. Dit wil niet zeggen dat het misschien niet door een soort blikseminslag op dezelfde plaats en dat vier keer in één seconde, toevallig in het SARS-nCoV-2 spike-eiwit terecht is gekomen, maar dat dit niet zomaar gebeurde dat het zichzelf invoegde op een plaats die uitzonderlijk toegankelijk is als potentiële bindingsplaats, maar laat ik het zo zeggen: OK dan…..

Figuur 4: Het spike-eiwit van SARS-nCoV-2 met de gelabelde furine-splitsingsplaats PRRA [in geel; red.].
Met dank aan een muisje voor deze structuurkluwen.
Alle pdb-bestanden in de databank missen deze site.

Ik wilde er zeker van zijn dat iedereen de relevantie en het belang van de verhoogde destructieve rol van deze 4 kleine aminozuren zou beseffen. Het maakt dit spikeding zo veel erger en je moet weten dat in het genoemde artikel #3, de versie van spike met een PRRA-mutant [zonder die furine splitsingsplaats; red.] niet alleen de ziekte verzwakte in de hamsters die ze bestudeerden, maar ook een robuuste bescherming opleverde tegen een hernieuwde infectie met SARS-CoV-2.

Laten we eens kijken naar de potentiële superantigene sequentie?

Figuur 5: SEB-superantigeen, SARS- en SARS-2-spike-domeinen.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7568239/

Samenvattend tonen de auteurs aan de hand van computermodellen aan dat de SARS-CoV-2-spike zowel sequentie- als structuurmotieven bevat, die heel veel lijken op een superantigeen in SEB [Staphylococcus enterotoxine B; red.] dat T-celreceptoren rechtstreeks kan binden. Zij stellen dat het SARS-nCoV-2 spike-epitoop TNSPRRAR een vermoedelijk superantigene kern kan vormen en waarbij de  combinatie met naburige aminozuren wellicht niet nodig is.  Zij baseren dit op de eigenschappen van de bindingsplaats van het superantigeen en die van de  PRRA-bindingsplaats: deze zijn zeer vergelijkbaar zowel wat betreft de sequenties en de structuur.

Belangrijk  te weten, de structuur van het SARS-CoV-2 S SAg-achtige segment en die van het SEB [Staphylococcus enterotoxine B; red.]-peptide vertonen ook een opmerkelijke gelijkenis: een zoutbrug (E159-K152 in SEB en E661-R685 in SARS-CoV-2 S) stabiliseert beide structurele motieven; de relatieve oriëntaties van drie positief geladen residuen (K152, K153, en K154 in SEB en R682, R683, en R685 in SARS-CoV-2 S) blijven gehandhaafd; en een asparagine (N151 in SEB, N679 in SARS-CoV-2) completeert dit motief. Alle drie deze kenmerken zijn afwezig in SARS1 S. Een β-hairpin [een eenvoudige eiwit structuur met twee bètastrengen die eruit zien als een haarspeld verbonden door een korte lus van twee tot vijf aminozuren; red.] die blijkbaar als mal dient, is aanwezig in alle drie de spikes, en we zien een paar cysteïne-aminozuren die mogelijk een disulfidebinding [de lus; red.] vormen in SARS-Cov-2 en SARS1 spikes (C662-C671 en C648-C657, respectievelijk).

Zonder weer te technisch te worden (te laat, denk ik), kan op basis van deze studies rustig worden gesteld dat er een zeer gerede kans is dat de spike een superantigene (bindings)plaats heeft. Gebaseerd op deze mogelijkheid, zouden we  op grond van het voorzorgsprincipe (alweer) moeten stoppen het zinloos injecteren van mensen met spike-eiwitten die rechtstreeks zijn afgeleid van de SARS-nCoV-2 spike,  totdat er wetenschappelijk onderzoek is gedaan.

Het probleem is dat er wetenschap wordt bedreven in ondanks of juist dankzij ons. Wij zijn het wetenschappelijk experiment. Bent u  daarmee akkoord? Psst, de furine-splitsingsplaats (en het superantigeen) zit zowel in de Moderna-als Pfizer (vaccin)sequenties, volgens dit document, getiteld “Assemblies of putative SARS-CoV2-spike-encoding mRNA sequences for vaccines BNT-162b2 and mRNA-1273.

Figuur 6: Met behulp van EMBOSS (https://www.ebi.ac.uk/Tools/st/emboss_transeq/)
is te zien dat zowel de Moderna- als de Pfizer [vaccins; red.] sequentie
de furine-splitsingsplaats bevatten.

 

Hier zijn VAERS-meldingen van Toxic Shock Syndrome [TSS, toxische shock syndroom, een zeldzame heftige bacteriële infectie; red.] en Multisystem Inflammatory Syndrome in Children [MIS-C, een heftige infectie van meerdere organen in kinderen; red.] waarvan bekend is dat deze veroorzaakt worden door pathogene superantigenen die overmatige activering stimuleren van het adaptieve immuunsysteem (T-cellen). Dit volgens de auteurs en nou ja, iedereen. Geen rekening gehouden met de geschatte onderrapportage [estimated Under-Reporting Factor of URF; Meestal wordt maar 0,3-13  % van de bijwerkingen gemeld. red.] Tot nu toe zijn er in VAERS 509 meldingen van TSS en MISC.

Figuur 7: VAERS binnen- en buitenlandse meldingen van Toxisch shock syndroom [TSS; red.]
en Multisysteem inflammatoir syndroom bij kinderen [MIC-C; red.]
genormaliseerd naar CDC dosis 1, gegevens op 8 juli 2022.

Overigens is in feite voorgesteld en gepubliceerd dat er een verband bestaat tussen superantigenen en sepsis  (bloedvergiftiging; red.) in verband met  COVID-19.6  Hier zijn de VAERS-sepsisrapporten. Geen rekening gehouden met URF [onderrapportage; red.]. Er zijn op 8 juli 2022 tot dusver 3.999 meldingen in VAERS.

Figuur 8: VAERS binnen- en buitenlandse meldingen van sepsis,
genormaliseerd naar CDC-dosis 1-gegevens per 8 juli 2022.

 

1. McKernan, K., Kyriakopoulos, A. M., & McCullough, P. A. (2021, 25 november). Differences in Vaccine and SARS-CoV-2 Replication Derived mRNA: Implications for Cell Biology and Future Disease. https://doi.org/10.31219/osf.io/bcsa6.

2. Cheng MH, Zhang S, Porritt RA, Noval Rivas M, Paschold L, Willscher E, Binder M, Arditi M, Bahar I. (Superantigeen karakter van een insert uniek voor SARS-CoV-2 spike ondersteund door scheef TCR repertoire in patiënten met hyperinflammatie). Proc Natl Acad Sci U S A. 2020 Oct 13;117(41):25254-25262. doi: 10.1073/pnas.2010722117. Epub 2020 Sep 28. PMID: 32989130; PMCID: PMC7568239.

3. https://www.health.pa.gov/topics/Documents/Diseases%20and%20Conditions/Staphylococcal%20Enterotoxin%20B%20.pdf

4. Johnson BA, Xie X, Kalveram B, Lokugamage KG, Muruato A, Zou J, Zhang X, Juelich T, Smith JK, Zhang L, Bopp N, Schindewolf C, Vu M, Vanderheiden A, Swetnam D, Plante JA, Aguilar P, Plante KS, Lee B, Weaver SC, Suthar MS, Routh AL, Ren P, Ku Z, An Z, Debbink K, Shi PY, Freiberg AN, Menachery VD. (furine-splitsingsplaats is de sleutel tot SARS-CoV-2 Pathogenese) Furine Cleavage Site Is Key to SARS-CoV-2 Pathogenesis. bioRxiv [Preprint]. 2020 Aug 26:2020.08.26.268854. doi: 10.1101/2020.08.26.268854. PMID: 32869021; PMCID: PMC7457603.
Furin Cleavage Site Is Key to SARS-CoV-2 Pathogenesis – PubMed (nih.gov)

5. Deigin Y, Segreto R. De beweerde natuurlijke oorsprong van SARS-CoV-2 wordt ondermijnd door problemen met genoomsequenties van zijn verwante stammen: Coronavirussequenties RaTG13, MP789 en RmYN02 doen meerdere vragen rijzen die door de wetenschappelijke gemeenschap kritisch moeten worden bekeken. Bioessays. 2021;43(7):e2100015. doi:10.1002/bies.202100015.

6. Scaglioni V, Soriano ER. Zijn superantigenen de oorzaak van cytokinestorm en virale sepsis in ernstige COVID-19? Observaties en hypothese. Scand J Immunol. 2020;92(6):e12944. doi:10.1111/sji.12944.

 

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief