Onderzoeksteam Viruswaarheid
In het Sterfterapport gaan we diep in op het onderwerp sterfte en beantwoorden we onderstaande vragen aan de hand van meerdere analyses die we in het rapport behandelen.
- Heeft dit virus significante oversterfte veroorzaakt?
- In hoeverre laat het virus zich vergelijken met de griep?
- Was er hier echt sprake van een buitengewone situatie, waardoor draconische maatregelen noodzakelijk waren, of blijkt dit toch niet het geval te zijn geweest?
- Hoe ernstig was dit virus werkelijk?
We zullen deze vragen in dit artikel in het kort beantwoorden.
Heeft dit virus significante oversterfte veroorzaakt?
Sinds het ons welbekende virus in ons land is aangetroffen, hebben we over het jaar 2020 inderdaad een oversterfte geconstateerd, die net buiten de verwachte marges is gevallen. Het is zeer zeker dat het virus daaraan heeft bijgedragen. Dat is tegelijkertijd echter ook het enige. Horrorscenario’s als een verdubbeling van het normale aantal doden zijn volledig uitgebleven. Bovendien kunnen wij aantonen dat ca. de helft van de COVID-19-doden ten onrechte als COVID-19-dode is geregistreerd, waardoor de bijdrage van het virus flink is overschat.
In hoeverre laat het virus zich vergelijken met de griep?
Bij vergelijkingen tussen het virus en de griep is terughoudendheid geboden. Desondanks kunnen er wel degelijk vergelijkingen gemaakt worden. Allereerst kunnen wij aantonen dat de IFR [Infection Fatality Rate, red.] van COVID-19 en de griep wel degelijk vergelijkbaar zijn, de CFR [Case Fatality Rate, red.] daarentegen niet. Ten tweede staat vast dat de IFR voor de griep rond de 1% ligt, en hanteren we als IFR voor COVID-19 een worstcase-maximum van 1%. Of COVID-19 over het algemeen minder gevaarlijk is dan de griep is niet aan te tonen, echter, het is ook niet aan te tonen dat COVID-19 wél gevaarlijker zou zijn dan de griep.
Was er hier echt sprake van een buitengewone situatie waardoor draconische maatregelen noodzakelijk waren, of blijkt dit toch niet het geval te zijn geweest?
Men zou kunnen beweren dat we een buitengewone oversterfte hadden. Dit klinkt echter erger dan het is wanneer deze simpelweg net buiten de marges valt. De IFR van maximaal 1% onderstreept dat we hier niet te maken hebben met een “killervirus” dat een significant deel van de bevolking zou wegvagen bovenop het deel dat ook zonder COVID-19 al zou zijn overleden. De overgrote meerderheid van de bevolking is nooit in gevaar geweest en de risicogroepen liepen niet of nauwelijks meer gevaar dan ze al deden. Deze situatie van ‘buitengewoon’ moet dan ook zeer licht worden opgevat, en dat had de maatschappij ook kunnen accepteren zonder dat daarvoor draconische maatregelen geïntroduceerd moesten worden.
Hoe ernstig was dit virus werkelijk?
Alles op een rijtje gezet zou men kunnen stellen dat er de afgelopen jaren inderdaad iets aan de hand was. Niets wijst er echter op dat we met een dusdanig ernstig virus te maken hebben gehad dat draconische maatregelen en lockdowns gerechtvaardigd waren. Ook voordat deze sinds midden maart 2020 van kracht werden in Nederland, waren er al voldoende aanwijzingen aanwezig die de gevreesde ernst van het virus nuanceerden. Zo had men kunnen weten dat de geponeerde 3,4% aan sterfte door de WHO niet representatief was en dat deze door een uitbreiding van het testbeleid in de loop der tijd zou dalen.
Mede door het vele testen zijn er teveel mensen ten onrechte als COVID-19-dode geregistreerd, waardoor de impact van het virus veel erger leek dan het was. De suggestie die bijvoorbeeld door een paper van het RIVM wordt gewekt, dat de maatregelen meer dan honderdduizend levens gered zouden hebben in Nederland, is volledig onjuist.
Wij concluderen dan ook dat de reactie van de maatschappij en de Nederlandse overheid op de komst van het virus volledig overtrokken was.
Alle verdere details en analyses vindt u in het volledige rapport.