Relaties van de toekomst?
Liggend in mijn minitentje in Spanje had ik vandaag een gesprek met een van mijn beste vriendinnen, Sabrina. We zitten in dezelfde levensfase. Beiden even oud, de kinderen uit huis, geen vaste partner, genietend van onze vrijheid en ook naar voren kijkend naar die mogelijk nieuwe levenspartner. Vooral dat laatste onderwerp, de liefde in al haar facetten, heeft onze voorkeur. Daar raken we niet over uitgesproken, al sinds dat we elkaar zo’n dertig jaar terug hebben leren kennen als collega’s op het epilepsiecentrum.
Al zijn we totaal verschillend qua persoonlijkheid – zij behoudend, ik avontuurlijk, zij niet sportief, ik kan niet stoppen met bewegen, zij angstig, ik roekeloos, zij haar hele leven gericht op Hengelo, ik op de rest van de wereld, zij al ruim vijfendertig jaar logopedist op één plek, ik als fysio duizenden één werkplekken – over de liefde zijn we het eens.
In eerste instantie ging het vooral om het hebben van goede minnaars, om het uitleven van onze seksualiteit met zoveel mogelijk fijne bedpartners. We hebben er in ‘t verleden één gemeenschappelijk gehad en weten allebei nog wat er zo bijzonder was aan hem. Later ging het vooral om meer diepgang in onze relaties. Over afstemmen, naar elkaar kunnen luisteren en elkaar kunnen zien.
Helaas waren we allebei niet gelukkig met de vader van onze kinderen. Uren konden we praten over het waarom. Wat was de reden dat we kozen voor deze partners? Waren ze emotioneel wel beschikbaar? In deze tijd zouden we zeggen dat ze een groot jeugdtrauma hadden opgelopen, waardoor ze niet in staat waren om zich goed te hechten en tegelijkertijd bang waren om ons kwijt te raken. Toen ik zwanger raakte van mijn eerste zoon werd dat nog zichtbaarder. Mijn toenmalige partner zag dat mijn moederliefde voor ons kind zo groot en onvoorwaardelijk was dat hij daar onbewust jaloers op was, omdat hij dat gemist had (de moeder van hem is bij zijn geboorte overleden).
Wat maakte dan dat we verliefd werden op deze mannen? Misschien juist dat ze zo onbereikbaar waren, dat was spannend. Ik kan me herinneren dat ik dacht dat hij bij mij veilig zou zijn, dat zijn wond bij mij zou kunnen helen en dat ik die last wel kon dragen. Zowel mijn toenmalige partner als die van Sabrina waren goede praters en denkers. Ze hadden een verhaal gemaakt van hun leven, zodat het voor hen leefbaar was. Dat verhaal was voor hen waar en wee degene die daaraan twijfelde. Daarover was geen discussie mogelijk. Twijfelen aan zijn verhaal betekende dat ik niet loyaal was, en dat maakte een enorme woede bij hem los. Die woede kon wekenlang aanhouden, waardoor de sfeer in huis te snijden was en ik de volgende keer wel twee keer nadacht als ik een kritische vraag stelde.
Na vier jaar kwam er door een suïcidepoging een eind aan onze relatie en was ik kort met twee zoons alleen. Sabrina ging nog een tijd door met haar partner tot ook die relatie niet standhield en ze in een zoektocht belandde naar de perfecte man.
Ik ontmoette een betrouwbare lieve bruggenbouwer met wie ik tweeëntwintig jaar samen ben geweest. Hij legde me niets in de weg, maar wist ook niet waar hij zelf stond. Hoe meer ik in de actie ging, hoe meer hij achteruit leunde. Ik zeg wel eens gekscherend, dat hij niet kon starten en ik niet kon stoppen. We hebben ook heel veel goede jaren samen gehad. Waaraan ligt het dan dat we toch uit elkaar groeiden en dat het niet meer mogelijk was om elkaar écht te bereiken? Gebrek aan echte intimiteit? Gebrek aan weten, voelen wat er bij die ander speelt?
Wat is goed relateren eigenlijk? Mijns inziens heeft dat alles te maken met goed communiceren, afstemmen, elkaar fijne dingen gunnen, maar in eerste instantie vooral met je eigen behoeftes leren kennen en aangeven. Daarvoor moet je naar binnen bij jezelf. Leren voelen wat je wel en niet wilt, wel en niet fijn vindt, wel en niet mooi of lekker vindt. Dat is spannend en vraagt om lef. Je gaat onherroepelijk dingen ontdekken die je fijn of juist niet fijn vindt en dat kan wrijvingen opleveren. Je krijgt daarmee een keuze, en trouw zijn aan jezelf betekent dat je gaat staan voor die keuze door je uit te spreken of ernaar te leven.
Dat uitspreken vraagt om oefening. Hoe vind je de goede woorden die de lading dekken? Bij veilige ouders kun je dit als kind oefenen en wordt er naar je geluisterd. Er wordt gekeken naar een tussenweg, waardoor je leert afstemmen. Als er sprake is van liefde, is er een grote gunfactor aanwezig en ervaar jij blijdschap als die ander blij is.
Qua lichamelijke intimiteit begint die ook in je gezin van oorsprong, in het gezin waarin jij geboren bent. Als kind ben ik geknuffeld, stoeiden we heel vaak en was ons naakt zijn vertrouwd en natuurlijk. Er werd over seksualiteit gesproken, over de condooms die mijn ouders gebruikten, over de voorlichtingsboeken met mooie foto’s, de menstruaties van mijn zus en mij, als ook over het lastige plassen met een stijve piemel bij mijn twee broers.
Mijn moeder gaf mee: “je mag alles doen, als je het maar zelf wilt.” Maar ook deze vrije opvoeding belemmerde niet dat ik voor een veel oudere minnaar viel, die wél de aandacht gaf die ik als tiener nodig had en die mijn vader me niet kon geven. Wat is goed relateren op je vijftiende als je daar nog geen ervaring mee hebt? Alles is dan nieuw en pas als je meer ervaring hebt, kun je goed aangeven wat je wel en niet fijn vindt. Vaak hangt dat samen met de positieve herinneringen die je hebt gehad tijdens deze seksuele ervaringen. Een van de eerste fijne herinneringen was dat ik het gezicht van een vriendje met wie ik op fietskamp was, aftastte met mijn vingers.
Dat brengt mij op het onderdeel tantra dat pas anderhalf jaar in mijn leven is. Daarbij gebeurt dat aftasten ook. In een veilige setting je eigen sensualiteit leren kennen. Sensualiteit ontdekken is geslachtsloos en kan met iedereen als je daarvoor open staat. Zo heb ik met vrouwen en mannen oefeningen gedaan in het dichtbij laten komen of in afstand nemen. Met beiden zo nabij gevoeld en ineengestrengeld gezeten of gelegen. Zo fijn om een soort van (liefdes)energie te voelen en daarvan te genieten door het te laten zijn.
In het westen hebben we afgesproken alles met één partner te delen. Maar waarom zou je niet meer mensen om je heen hebben, met wie het fijn is om verschillende activiteiten te delen? Vaak zijn we al het bed in gedoken met elkaar nog voordat we de tijd genomen hebben om de ander echt te leren kennen.
In het verlengde daarvan hoort het beminnen volgens de “zeven sluiers.” Waarin de eerste sluier wordt verkend met handen vasthouden en naar elkaar kijken en in de zevende sluier het geslachtelijk uitwisselen van energie plaatsvindt. Vooral de tussenliggende sluiers kunnen heel spannend zijn, omdat het niet gaat om behoeftebevrediging of een orgasme, maar om het verkennen wat je fijn vindt en dat kunnen aangeven. Samen bepalen wanneer je een sluier verder of terug gaat en ook óf je wel verder wil gaan met deze partner.
Terug naar Sabrina. Die kwam jaren terug met de mededeling dat ze “polyamoureus” wilde gaan leven. Dat ze met meerdere partners intiem wilde zijn op hetzelfde moment. Dat was compleet nieuw voor mij. Dat dat kón! Dat je niet meer alles met één partner hoefde te delen, maar dat dat met verschillende mannen kon. Met consent van iedereen.
Inmiddels ben ik in de afgelopen twee jaar flink aan het experimenteren gegaan. In het begin nadat mijn lange relatie was uitgedoofd, moest mijn huidhonger gestild worden en was er een moment van meerdere partners tegelijk. Ik was zo blij dat mijn “lichaam het nog deed.” Dat ik kon genieten van seks, van het liefdesspel, van het verkennen van een nieuw lijf, een nieuw spannend mens, van massages met vloeibaar wordend kokosvet bij kaarslicht.
Nu is er meer rust in gekomen, met vrienden bij wie ik heerlijk alleen maar kan liggen in hun armen of met wie er meer kan gebeuren als we dat allebei willen.
Het hoeft niet, het mag wel.
Is dat het relateren van de toekomst? Dat we niet meer bij één persoon horen, maar bij meerdere? Waarin het gaat om verbinden. Met iets dat je herkent bij die ander en dat een energiestroom teweegbrengt. Net zoals ik van alle drie mijn zoons houdt en ze alle drie hun eigen plek hebben bij me, die door geen ander zal worden ingenomen. Mijn hart is groot genoeg voor veel meer mensen. Waarom zou daar voor meer vrienden of partners geen ruimte zijn als ieder weet dat ze hun eigen plek hebben en weten? En andersom ook. Dat ik weet en voel dat die ander een plek voor mij heeft in zijn of haar hart en dat die plek blijvend is.
Ik zie voor me dat we dan zoveel meer liefde uitstralen en kunnen ontvangen dan we nu doen. Dat we veel meer in ons kracht staan. Uitgaan van dat we zoveel te geven hebben in plaats van dat we steeds bang zijn dat we tekortkomen of dat ons tekort gedaan wordt. Dat we in een groot netwerk (tribe?) gaan zitten waarin we veel meer delen en samenwerken dan we nu doen. Waardoor ook de zwaarte lichter wordt omdat we het delen. Laten we onze oude patronen over hoe we moeten relateren loslaten en gaan voelen wat er bij ons past. En laten we elkaar daarin ontmoeten, ontdekken, beminnen, voeden en versterken.