Tijdens de zitting van het kort geding van de ANBB et al. tegen het NHG hebben beide partijen een pleidooi gehouden waarna de rechter een serie verduidelijkende vragen heeft gesteld. Hieronder vindt U een kort verslag hiervan.
Pleidooi NHG
Lees hier de gehele tekst van het pleidooi van het NHG: pleitaantekeningenNHG
Onrechtmatig handelen?
Als een van de verweren voerden de advocaten van het NHG aan dat de voorzieningenrechter zou zijn verzocht om het wijzen van een declaratoir vonnis, waarvoor een kort geding procedure geen ruimte biedt. Tijdens de zitting heeft de advocaat van de ANBB et al. deze stelling weerlegd en toegelicht dat de voorzieningenrechter is verzocht om het NHG te bevelen haar Standaard COVID-19 aan te passen, dan wel te gedogen dat haar leden binnen hun artsenpraktijk off-label Ivermectine voorschrijven aan hun patiënten.
De rechter heeft tijdens de zitting toegelicht dat aan de zijde van het NHG sprake dient te zijn van onrechtmatig handelen (onrechtmatige daad) om te kunnen komen tot toewijzing van de vordering. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van onrechtmatig handelen aan de zijde van het NHG is van belang hoeveel gewicht kan worden toegekend aan de positie van het NHG ten aanzien van de huisarts-patiënt relatie.
Ontvankelijkheid
De ontvankelijkheid van zowel de ANBB, de artsen, de patiënten als de nabestaanden lijkt op het eerste oog niet in het geding maar volgens het NHG hebben géén van de partijen een voldoende belang en zijn daarmee dus niet ontvankelijk.
Aangezien de ANBB in een andere rechtszaak wel ontvankelijk is verklaard door de rechtbank in Den Haag is dat volgens het NHG géén reden om nu wel ontvankelijk verklaard te worden aangezien in de vorige rechtszaak in Utrecht de ANBB ook niet ontvankelijk werd verklaard. Het is aan de rechter hierin een besluit te nemen.
Dat de artsen, patiënten en nabestaanden geen direct belang zouden hebben omdat ze geen ‘onmiddellijk betrokken persoon’ zijn valt nog door de rechter te worden bezien aangezien er in juridische zin in de geneeskundige behandelovereenkomst tussen arts en patiënt weliswaar sprake is van een twee partijen overeenkomst er in feit altijd een derde partij in de kamer aanwezig is en dat is het NHG omdat de wet vereist dat een arts zich houdt aan de richtlijnen van de beroepsgroep en deze worden nu eenmaal wanneer het aankomt op huisartsen opgesteld door het NHG.
Terughoudendheid geboden?
Volgens de advocaten van het NHG kan en mag een rechter bovendien in deze kwestie helemaal geen vonnis uitspreken omdat het NHG zich op het standpunt stelt dat zij een grote mate van beleidsvrijheid heeft. Nu komt het erop aan of de rechter vindt dat het NHG deze vrijheid in het licht van het welzijn van de Nederlandse bevolking op de juiste wijze heeft gebruikt. Was het nodig om een middel waarvoor vanuit (te kritisch?) wetenschappelijk oogpunt onvoldoende bewijs lijkt te zijn te verbieden terwijl het vanuit observationele studies uitermate veilig en effectief blijkt te zijn. Ook betwist het NHG het middel van het kort geding om tot dit soort vonnissen te komen. Kortom juridisch houdt het kort geding geen stand, dit althans volgens de juristen van het NHG.
Pleidooi ANBB, artsen, patiënten en nabestaanden
mr. Niels Vanaken heeft daarna ook een pleidooi gehouden wat u hier terugvindt: Pleitnota_ANBB_KG_geanonimiseerd
De hoofdvragen die hij stelt zijn:
I. Willen wij de COVID-19 patienten echt helpen?
Is er sprake van onwil van het NHG want haar standpunt wijzigt niet ondanks het beschikbaar komen van steeds meer bewijs!?
II. Succesvol bewezen behandelmethode
Door het artsen en apothekers teleteam van Zelfzorgcovid19 zijn meer dan 2000 hulpvragen, dit aantal groeit met tientallen per dag, met succes behandeld in Nederland met slechts één overlijden.
III. Geen verweer
Het NHG weet het zelf niet meer…..want:
- Bewijs dat het NIET werkt kunnen ze niet aanvoeren.
- Bewijs dat het WEL werkt kwalificeren ze als onvoldoende.
- Bewijs dat het SCHADELIJK is wordt niet geleverd.
- Het PATIËNTBELANG staat niet voorop?
Zelfs al zou het gebruik van Ivermectine in werkelijkheid slechts 50% effectiviteit vertonen, dan nog zou het middel bij duizenden mensen ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19 kunnen voorkomen.
Wanneer wij bijvoorbeeld uitgaan van de links weergegeven grafiek met officiële sterftecijfers van het CBS en het RIVM, dan stellen wij vast dat in week 47 en 48 351 COVID-19 patiënten zijn overleden. Zouden wij deze patiënten hebben behandeld met Ivermectine en zou Ivermectine in het minst gunstige geval slechts een effectiviteit van 50% vertonen, dan zouden wij van maar liefst 175 mensen per week het leven hebben kunnen redden!
IV. Vordering
Door haar huidige opstelling ten aanzien van Ivermectine brengt het NHG veel Nederlandse mensen onnodig in levensgevaar. Daarom vragen we de rechter als volgt te besluiten:
Primair: het NHG te bevelen de ivermectine richtlijn van negatief naar neutraal aan te passen waardoor de grond om boetes op te leggen door het IGJ vervalt. “HET MAG.”
Subsidiair: geen aanpassing richtlijn maar het NHG te bevelen tot het expliciet gedogen dat ivermectine wordt voorgeschreven waardoor de grond om boetes op te leggen door het IGJ vervalt. “LIEVER NIET MAAR HET MAG WEL.”
Meer subsidiair: geen aanpassing richtlijn maar het NHG te bevelen tot het expliciet gedogen onder door de rechter nader te stellen voorwaarden. “LIEVER NIET MAAR HET MAG WEL ONDER SPECIFIEKE VOORWAARDEN.”
De rechter stelt vragen en adviseert om met elkaar in gesprek te gaan.
Vervolgens heeft de rechter een serie vragen gesteld om haarscherp te krijgen wat beide partijen bedoelen.
- Is het zo dat de inspectie IGJ nog boetes kan opleggen wanneer de richtlijn veranderd wordt van negatief naar neutraal? De juristen van het NHG bevestigden dat dan de grond onder boete oplegging verdwenen is alhoewel het IGJ nu ook kan besluiten tot matiging of het niet opleggen van boetes dat is aan het IGJ. Vast staat dat boete dreiging werkt: 99,9% van de huisartsen schrijft geen ivermectine voor. Slechts 1 promille (0,1% dat zijn tussen de 10 en 20 artsen in heel Nederland) durven momenteel wel voor te schrijven. Dit heeft ook alles te maken met het instellen van een kliklijn die apothekers vraagt om de namen van huisartsen die ivermectine recepten indien te melden bij de inspectie.
- Welke rechtsgrond wilt U precies aanvoeren voor het instellen van uw vordering waarop ik mijn vonnis kan en mag baseren? Duidelijk is dat een verklaring voor recht eenvoudig onderuit te halen is vanwege het enkele feit dat een rechter geen medisch expert is. Een onrechtmatige daad daarentegen kan wel leiden tot een vonnis mits deze bewezen kan worden uit het door u aangeleverde materiaal. Door mr. Vanaken is in de zitting bevestigd dat het gaat om de onrechtmatige daad.
- Hoe zijn de verklaringen van artsen, apothekers en patiënten verkregen? De voorzitter van de ANBB heeft uiteengezet dat haar website zelfzorgcovid19.nl een formulier kent waar mensen een hulpvraag kunnen insturen naar een team van artsen en apothekers. Een arts zoekt contact met de patiënt en gaat een passantenconsult aan na expliciete geinformeerde instemming (informed consent) van de patiënt. Indien dit leidt tot een recept wordt dit gestuurd naar een apotheker die het ofwel per post verstuurd ofwel dat iemand het namens de patiënt afhaalt. De apotheker houdt nauwkeurig bij of er bijwerkingen waren en of de verstrekte middelen effectief waren. Begin 2022 wordt er een uitgebreider verslag verwacht.
- Het zou goed zijn indien de ANBB en het NHG contact zouden zoeken om nader met elkaar in gesprek te gaan. De ANBB heeft reeds aan de voorzitter van het NHG aangeboden om het door het teleteam ontwikkelde COVID19-protocol, wat meer omvat dan ivermectine, te delen en gaf tevens aan gaarne bereid te zijn om gezamenlijk een studie uit te voeren naar de effectiviteit van ivermectine bij COVID19 in de eerste lijn. De juristen van het NHG hebben toegezegd deze suggestie van de rechter aan het NHG over te brengen.
Het vonnis zal 20 december uitgesproken worden en toegezonden worden aan partijen.